De meeste (90%) huidreacties op cosmetica worden veroorzaakt door huidirritatie.
Vaak is er daarbij sprake van een optelsom door gelijktijdig gebruik van meerdere
licht irriterende produkten en/of een lage relatieve luchtvochtigheid en een
atopische aanleg. De overige 10% van de huidreacties op cosmetica bestaat voornamelijk
op basis van contactallergische reacties en voor een klein deel uit het contacturticaria-syndroom,
fotocontactdermatitis, acne en kleurveranderingen van de huid. Acne wordt maar
zelden door cosmetica veroorzaakt en treedt dan meestal op bij vrouwen die de
leeftijd voor acne vulgaris gepasseerd zijn. Ook ongewenste kleurveranderingen
door cosmetica komen maar zelden voor. Een voorbeeld is hyperpigmentatie door
lavendelolie en depigmentatie door kaneelaldehyde. Ook dihydroxyaceton, glutural,
monobenzon en resorcinol kunnen verkleuring van de huid, nagels of haar veroorzaken.
IgE-gemedieerde contacturticaria zijn oa. beschreven op hydrolized wheat. Sommige
stoffen, zoals kaneelaldehyde (fragrance-mix), benzoëzuur, sorbinezuur en perubalsem
kunnen een pseudo-allergische reactie geven. (Pseudo)contacturticaria uiten
zich met roodheid, jeuk en prikkeling binnen 5-15 minuten na applicatie van
het cosmeticum.
Allergologisch onderzoek:Het
allergologisch onderzoek op cosmetica kan op twee manieren gedaan worden:
a) productgericht:
ROAT met verdachte cosmetica (alleen
stay-on produkten!) om aan te tonen welk produkt verantwoordelijk was voor de
huidreactie (geen produkten testen die bedoeld zijn om af te wassen (rinse-off),
zoals zepen, ontharingscrème etc.). Indien positief gevolgd door een epicutaan
allergologisch onderzoek met de afzonderlijke ingrediënten (zo mogelijk van
de betreffende producent en zo mogelijk van dezelfde batch om een oorzaak ook
te kunnen vinden in een verontreiniging). Deze ingrediënten kunnen via de IGB
aanvraagd worden via het daartoe bestemde faxformulier. Als alternatief kunnen
de op de verpakking vermelde ingrediënten getest worden.
b) screening
van bekende allergenen waarvoor de volgende plakproefreeksen gebruikt kunnen
worden:
Europese standaardreeks
Cosmetica en kappersstoffenreeks
(selectie uit)
Vehiculae en emulgatoren
(selectie uit)
Antimicrobiële
middelen en conserveringsmiddelenBij de tweede manier dient bedacht
te worden dat weliswaar met de meest verdachte grondstoffen getest wordt, maar
dat de grondstof die de oorzaak was van de allergische reactie daar zeker niet
bij hoeft te zitten. Het epicutaan allergologisch onderzoek met het cosmeticum
zelf is beperkt nuttig: een negatieve uitslag is niet betrouwbaar omdat de concentraties
van de afzonderlijke ingrediënten in het produkt voor dit type onderzoek meestal
te laag zijn.
Zie ook:
Parfumgrondstoffen (fragrances) en
de claim fragrance-freeDetergenten, zepen en syndets
Bijwerkingen van cosmetica
Cosmetica grondstoffen
(artikel A.C. de Groot in NTVDV).
Nederlandse Cosmetica
Vereniging
INCI-benamingen (COSING database van de EU)
COSING
stofnamenlijst van de EU
Referenties
1. |
Safford RJ, et al. Immediate contact reactions
to chemicals in the fragrance mix and a study of the quenching action
of eugenol. British Journal of Dermatology, 1990;123:595-606. |
2. |
Abifadel R, et al. Contact sensitivity to
flavourings and perfumes in atopisc dermatitis. Contact Dermatitis
1992;27:43-46. |
3. |
Varjonen E, petman L, Mäkinen-Kiljunen S.
Immediate contact allergy from hydrolized wheat in a cosmetic cream.
Allergy 2000;55:294-296. |
Auteur(s):dr. M.M.H. Meinardi. Dermatoloog, Maurits
kliniek, Den Haag.