AST (ANTI-STREPTOLYSINE TITER) en ANTI-DNASE B (STREPTOKOKKEN SEROLOGIE) home ICD10: A46.

De AST (antistreptolysine titer) en anti-DNA-se B worden gebruikt om achteraf vast te stellen of er een infectie is geweest met de beta-hemolytische streptokok (Streptococcus pyogenes, Groep A streptokok). De testen worden uitgevoerd bij huidinfecties of huidreacties op streptokokken, en bij acuut reuma en glomerulonefritis. Bijvoorbeeld bij een beschadigd been waarbij men denkt aan erysipelas in het recente verleden, maar waarbij dat niet is aangetoond. Of bij huidreacties die door streptokokken veroorzaakt kunnen zijn, zoals roodvonk, psoriasis guttata of post-streptococcal desquamation, of post-streptococcal vasculitis. Een verhoogde titer, en met name een titerstijging, duidt op een recente infectie. De AST-titer stijgt tussen de 1e en 4e week na infectie en daalt na een periode van 3-6 maanden.

Psoriasis guttata Vervelling na streptokokken infectie Vasculitis na streptokokken infectie
psoriasis guttata vervelling handpalmen post-streptococcal vasculitis


AST (antistreptolysine titer)
De AST (antistreptolysine titer) toont antilichamen aan tegen streptolysine O geproduceerd door haemolytische streptokokken van groep A (Str. pyogenes), C en G. Uitgaande van de gemiddelde waarde in de populatie wordt een AST > 200 IE/ml positief genoemd. Meer dan een enkelvoudige verhoogde titer zegt een titerstijging, in het ideale geval neemt men 2 keer bloed af met 2 weken er tussen (serumpaar). Bij kinderen tussen de 9 en 12 jaar is de titer vaak verhoogd. Na acuut reuma is de titer na 4-6 weken op zijn top en daalt dan geleidelijk weer. Bij huidinfecties kan de AST niet verhoogd zijn maar anti-DNA-se B wel.

anti-DNA-se B
Anti-DNA-se B toont antilichamen aan tegen DNAse B, een enzym dat geproduceerd wordt door haemolytische streptokokken van groep A (Str. pyogenes). Een titer van > 200 IE/ml wordt verhoogd genoemd. Bij kinderen van 9 jaar is de gemiddelde titer 186. Meer dan een enkelvoudige verhoogde titer zegt een titerstijging, in het ideale geval neemt men 2 keer bloed af met 2 weken er tussen (serumpaar). Bij huidinfecties met Streptococcus pyogenes is de anti-DNA-se B titer vaak sterk verhoogd (de AST kan negatief zijn).

Streptococcus pyogenes Streptococcus pyogenes Streptococcus pyogenes
Streptococcus pyogenes Streptococcus pyogenes Streptococcus pyogenes

Foto's: CDC Atlanta (Public Domain Image), Nathan Reading en NIAID - Wikimedia (Creative Commons License 2.0).


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 A46 Erysipelas
ICD10 A46 Erysipelas
SNOMED 44653001 Erysipelas
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A46 Erysipelas van de onderste extremiteit
ICD10 A46 Erysipelas of lower limb
SNOMED 402925001 Erysipelas of lower limb
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A46 Erysipelas: erysipelas van het gelaat
ICD10 A46 Erysipelas: facial erysipelas
SNOMED 240425002 Facial erysipelas
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A46 Erysipelas: recidiverende erysipelas
ICD10 A46 Erysipelas: recurrent erysipelas
SNOMED 402924002 Recurrent erysipelas
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen