Steroïd acne (
acne steroidalis,
steroid induced acne) is een acneïforme eruptie, met papels en pusteltjes, die
ontstaat bij personen die meer dan enkele weken systemische corticosteroïden
hebben gebruikt. Ook bij gebruik van andere steroïden, anabole steroïden (bodybuilders),
en bij het Cushing syndroom en bij endocrinopathieën. Lokale corticosteroïden
kunnen ook een acneïforme eruptie veroorzaken, vooral rond de mond (zie onder
dermatitis perioralis).
Klinisch beeld:Acne-achtige eruptie met papels (soms
jeukend) en pustels, op de borst, in het gelaat, of op de rug, soms in de nek
of op de armen. Vaak een monomorf beeld. Comedonen, cysten en littekens worden
meestal niet gezien.
|
|
steroïd
acne |
steroïd
acne |
|
|
steroïd
acne |
steroïd
acne |
Pathogenese:Het mechanisme is niet precies bekend.
Het kan een hormonale invloed zijn op de haarzakjes met ontwikkeling van een
op acne vulgaris lijkend beeld, het kan ook een gevolg zijn van immuunsuppressie,
met overgroei van gisten (
Malassezia)
en/of bacteriën. Voor het eerste pleit dat het kan optreden bij anabole steroïden,
die geen immuunsuppressie veroorzaken, en voor het tweede dat het ook bij andere
niet-steroidale immunosuppresiva kan ontstaan (ciclosporine, azathioprine).
Volgens sommige auteurs is steroïd acne toch in de meeste gevallen toch gewoon
een overgroei van gisten oftewel niet te onderscheiden van
Pityrosporum folliculitis
(
Malassezia). Het is moeilijk
om dit aan te tonen. Men kan in een
Diff-Quick
preparaat gisten aantreffen, maar dat is niet bijzonder. In een studie van Yu
et al. werd bij 80% veel Malassezia gezien en bleek itraconazol de meest succesvolle
behandeling. Bij veel gisten of niet reageren op andere behandelingen is een
systemisch antimycoticum dus een optie.
DD:
Acne vulgaris,
Pityrosporum folliculitis
(
Malassezia),
acne rosacea, steroïd rosacea,
dermatitis perioralis,
bacteriële folliculitis,
folliculitis nno, andere vormen van
acne medicamentosa (o.a. EGFR remmers, anticonvulsiva,
broom en jodium verbindingen),
Pseudomonas folliculitis,
tinea barbae.
Diagnostiek:
Eventueel een
Diff-Quick preparaat, of kweek
van inhoud van een pusteltje.
Therapie:
Staken steroïd
indien mogelijk. Bij staken van het steroïd gaat het vanzelf over binnen enkele
weken. In zeldzame gevallen kan het persisteren na stoppen van het steroïd.
Milde gevallen kunnen worden behandeld met gewone anti-acne keratolytica of
lokale anti-inflammatoire antibiotica. Ernstige gevallen behandelen met systemische
anti-inflammatoire antibioitica, dezelfde middelen die ook bij
dermatitis perioralis worden
gebruikt: doxycycline, tetracycline, minocycline.
R/ tretinoïnecrème
0.05% FNA.
R/ benzoylperoxide hydrogel 5-10% FNA (30/100 g) of Benzac 5 of
10% hydrogel (105 g).
R/ azelaïnezuur 20% in cremor lanette I FNA, minder
irriterend, 2 dd aanbrengen werkt pas vanaf 4 weken.
R/ lokale antibiotica
(Metronidazol crème of gel, erytromycine applicatievloeistof, clindamycine gel,
tetracycline zalf 3% FNA).
R/ Efracea (doxycycline 40 mg), 1 dd 40 mg gedurende
4-6 weken.
R/ doxycycline 100 mg, 1 dd 100 mg gedurende 4-6 weken.
R/
tetracycline 4 dd 250-500 mg gedurende 4-6 weken, of in een afbouwschema voor
4 weken (per week 1 dosis er afhalen, hiervoor zijn 70 of 140 stuks à 250 mg
nodig).
R/ minocycline 1 dd 50-100 mg gedurende 4-6 weken.
R/ claritromycine
kuur 2-4 weken. Claritromycine heeft ook een anti-inflammatoire nevenwerking
maar is tevens een breder werkend antibioticum dat ook effect zal hebben bij
een bacteriële folliculitis.
R/ itraconazol 2-4 weken bij verdenking op Pityrosporon
folliculitis.
R/ isotretinoïne in ernstige gevallen.
Referenties
1. |
Yu HJ, Lee SK, Son SJ, Kim YS, Yang HY, Kim
JH. Steroid acne vs. Pityrosporum folliculitis: the incidence of
Pityrosporum ovale and the effect of antifungal drugs in steroid
acne. Int J Dermatol 1998;37:772-777. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.