Drug-induced lupus erythematodes (
DIL)
kan een zeldzame bijwerking zijn van
TNF-alfa remmers
(infliximab, adalimumab, etanercept, certolizumab, golimumab). In de publicaties
hierover wordt de term
anti-tumor necrosis factor-alpha-induced
lupus (
ATIL) gebruikt. De reactie is
zeldzaam, maar het is goed om te realiseren dat het kan gebeuren. De geschatte
incidentie is circa 0.19-0.22% voor infliximab, 0.18% voor etanercept, en 0.10%
voor adalimumab. Anti TNF-alpha induced lupus kan worden overwogen als er minimaal
1 serologisch en minimaal 1 klinisch criterium van de American College of Rheumatology
(ACR) classification criteria voor lupus aanwezig zijn, en als er een tijdsrelatie
is met het starten van de TNF-remmer.
Patiënten met ATIL ontwikkelen
meestal huidafwijkingen zoals
malar rash
en andere fotosensitieve erupties, subacute LE, CDLE, maar ook artritis en serositisklachten zoals
pericarditis zijn beschreven. De huidafwijkingen zijn milder dan bij gewone
SLE. Andere klachten kunnen zijn vasculitis en interstitiële longziekten. Vaak
gezien worden hoge ANA titers (bij 79%), anti-ds-DNA (bij 72%), en cutane manifestaties
(bij 67%). Serositis komt minder vaak voor (bij 10%). Anti-histonen antilichamen
worden gezien bij 17-57%, bij de grotere groep van
drug-induced LE ligt
dat percentage hoger (95%), maar het is niet specifiek, wordt ook bij gewone
SLE en reumatoïde artritis gezien.
|
|
TNF-alfa
induced lupus |
TNF-alfa
induced lupus |
Het kan moeilijk zijn om ATIL te onderscheiden van een gewone lupus;
patiënten die behandeld worden met TNF-alpha inhibitors kunnen een bepaalde
aanleg hebben voor andere auto-immuunziekten. Circa 40% van de ATIL patiënten
heeft 4 of meer van de 11 ACR SLE criteria, 60% heeft 3 of meer criteria, sommigen
vinden dat ook al voldoende voor het stellen van de diagnose. Het is niet gebruikelijk
om ANA’s te bepalen voor het starten van een TNF-remmer. De incidentie van ATIL
is veel te laag om dit te rechtvaardigen.
Diagnostiek:
ANA cascade (ANA’s en indien positief anti-dsDNA en andere antigenen). Anti-histonen
zijn bij 17-57% positief, maar dat is geen specifieke bevinding, niet bijdragend.
Biopt van huidafwijkingen. Afbeeldend onderzoek op geleide van interne klachten,
consult reumatoloog.
Therapie:Meestal is het nodig
om de behandeling te stoppen en te vervangen door een biological uit een andere
groep. Soms kan ook een andere TNF-remmer worden gegeven, bijvoorbeeld infliximab
vervangen door adalimumab, zonder dat ATIL opnieuw optreedt (case reports).
Het kan nodig zijn om de lupus systemisch te behandelen met prednison en/of
hydroxychloroquine of andere medicatie.
Referenties
1. |
Lee S, Lafian A, Mahani T, Hojjati M. Adalimumab-Induced
Lupus Serositis: A Case Report and Review of the Literature. Cureus
2023;15(2):e34568. |
2. |
Williams VL, Cohen PR: TNF alpha antagonist-induced
lupus-like syndrome: report and review of the literature with implications
for treatment with alternative TNF alpha antagonists. Int J Dermatol
2011,50:619-625. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.