Aquagenic wrinkling of the palms (
aquagenic
wrinkling, aquagenic palmoplantar keratoderma, aquagenic syringeal acrokeratoderma)
is een zeldzame huidaandoening, gekarakteriseerd door het ontstaan van gerimpelde
huid, of doorzichtige witte of gelige papels of plaques op de handpalmen,
enkele minuten na blootstelling aan water. Het kan
gepaard gaan met pijn of jeuk of een branderige sensatie, maar ook symptoomloos
zijn. Na opdrogen van de huid verdwijnt het weer, meestal al na 20 minuten.
Het beeld is beschreven onder verschillende namen; aquagenic syringeal acrokeratoderma
wordt het meest gebruikt de laatste tijd en geeft ook de relatie met de zweetklieren
in de handpalm weer, maar sommige auteurs prefereren aquagenic wrinkling omdat
het niet echt een keratoderma is, maar een tijdelijke zwelling van het stratum
corneum (hoornlaag) door water. Het is sterk geassocieerd met
cystic
fibrosis (taai slijm ziekte), maar het kan ook als geïsoleerd
verschijnsel voorkomen. En bij zweethanden (
hyperhidrosis
palmaris), ziekte van Raynaud, atopisch eczeem, ernstige ondervoeding, en
bij bepaalde geneesmiddelen zoals aspirine, rofecoxib (Vioxx, van de markt gehaald),
andere selectieve cyclo-oxygenase (COX) inhibitors (celecoxib, etoricoxib, parecoxib),
ACE-remmers, en angiotensine-receptor blokkers.
Klinisch beeld:
Het klinisch beeld wisselt. Bij sommige patiënten zien de handpalmen er wit
en gerimpeld uit, alsof ze heel lang in bad of zwembad hebben gelegen, maar
het ontstaat al na enkele minuten, vaak al na 3 minuten. Bij anderen is het
subtieler met milde zwelling en witte verkleuring. Soms ziet alleen een gedeelte
er wit en verheven uit. Soms zijn er bolronde witte papels, soms papels die
conflueren tot plaques. In de witte laesies kunnen verwijde openingen van zweetklieren
zichtbaar zijn. Het kan ook op de voetzolen voorkomen en op atypische plaatsen
zoals het voorhoofd, de strekzijde van de vingers, en de hiel. Het kan ook unilateraal
voorkomen.
|
|
|
wrinkling
in cystic fibrosis |
aquagenic
wrinkling palms |
aquagenic
wrinkling palms |
|
|
|
aquagenic
wrinkling palms |
aquagenic
wrinkling palms |
aquagenic
wrinkling palms |
|
|
|
voor onderdompelen |
na onderdompelen |
na onderdompelen |
Pathogenese:De oorzaak is niet geheel duidelijk.
De aandoening lijkt te worden veroorzaakt door oedeem, spongiose, in het stratum
corneum. Mogelijk is de onderlinge verbinding tussen de corneocyten niet goed,
precies op de locatie waar de zweetklierafvoergangen door de hoornlaag lopen.
Een andere theorie is dat het zoutgehalte in de corneocyten verhoogd is waardoor
het keratine veel meer water kan binden. Ter plaatse zijn de uitvoergangen van
de zweetklieren gedilateerd. Soms is er enige acanthose, orthohyperkeratose,
of capillaire proliferatie rond de zweetklieren. Het afnemen van een biopt is
niet bijdragend aan de diagnose.
Aquagenic wrinkling wordt vaak gezien
bij
cystic fibrosis (CF). Circa 40-80% van de CF patiënten
heeft er last van, en het wordt ook gezien bij circa 25% van personen die drager
zijn van het CF gen (CFTR) zonder klachten te hebben. Bij verdenking op cystic
fibrosis wordt zelfs aanbevolen om de handen 7 minuten in water onder te dompelen
als diagnostische test. Het hebben van aquagenic wrinkling is dan ook een reden
om te onderzoeken of er sprake is van cystic fibrosis. Het CFTR gen codeert
voor cystic fibrosis transmembrane conductance regulator protein. Dit eiwit
is aanwezig in eccriene zweetklieren en regelt het elektrolyten transport, bij
een mutatie ontstaat hypertoon zweet. Ook genoemd is een stoornis in TRPV channels
(transient receptor potential vanilloid channel), en abnormale expressie van
aquaporin 5 in zweetklieren.
DD:
acrovesiculeus eczeem,
hereditary papulotranslucent acrokeratoderma,
palmoplantaire hyperkeratose.
Diagnostiek:Handen gedurende 7 minuten onderdompelen
in water. Eventueel een biopt (weinig bijdragend). Nagaan of er symptomen zijn
van cystic fibrosis, familieanamnese. Zo nodig doorverwijzen naar de klinisch
geneticus voor gendiagnostiek. Ook alleen dragers van het gen kunnen aquagenic
wrinkling hebben, dus het is te overwegen om iedere patiënt met deze klacht
door te verwijzen.
Therapie:Effect wordt beschreven
van lokale producten die de zweetproductie remmen, zoals 20% aluminiumchloride
oplossing, en Botox. Ook keratolytica (salicylzuur zalf, ureum crème of zalf)
kunnen effectief zijn. Lokale corticosteroïden worden ook vaak geprobeerd, maar
het is niet duidelijk of dat echt werkt.
R/ Aluminiumchloride oplossing
20% FNA (solutio aluminii chloridi 20% FNA). De oplossing enkele malen per week
voor het slapen gaan aanbrengen en 's nachts laten intrekken, 's ochtends afwassen.
R/ Aluminiumhydroxychloride oplossing 15% FNA (solutio aluminii hydroxychloridi
15% FNA), gebruik net als bij aluminiumhydroxychloride oplossing 15% FNA.
R/ Aluminiumhydroxychloride crème 20% FNA (cremor aluminii hydroxychloridi 20%
FNA). Enkele malen per week voor het slapen gaan aanbrengen en 's nachts laten
intrekken, 's ochtends afwassen.
R/ ureum 10% crème of zalf. Producten met
ureum of salicylzuur worden beschouwd als zelfzorg producten en niet vergoed.
Zelf aanschaffen bij de drogist.
R/ salicylzuur 10-20% zalf.
R/ Botox.
Botox injecties in de handpalmen zijn erg pijnlijk en kunnen niet in elk behandelcentrum
worden aangeboden, vanwege vergoedingsproblemen.
Referenties
1. |
English JC, McCollough ML. Transient reactive
papulotranslucent acrokeratoderma. J Am Acad Dermatol 1996;34:686-687. |
2. |
Yan AC, Aasi SZ, Alms WJ, James WD, Heymann
WR, Paller AS, et al. Aquagenic palmoplantar keratoderma. J Am Acad
Dermatol 2001;44:696-699. |
3. |
MacCormack MA, Wiss K, Malhotra R. Aquagenic
syringeal acrokeratoderma: report of two teenage cases. J Am Acad
Dermatol 2001;45:124-126. |
4. |
Carder KR, Weston WL. Rofecoxib-induced instant
aquagenic wrinkling of the palms. Pediatr Dermatol 2002;19:353-355. |
5. |
Itin PH, Lautenschlager S. Aquagenic syringeal
acrokeratoderma (transient reactive papulotranslucent acrokeratoderma).
Dermatology 2002;204(1):8-11. |
6. |
Betlloch I, Vergra G, Albares MP, Pascual
JC, Silvestre JF, Botella R. Aquagenic keratoderma. J Eur Acad Dermatol
Venereol 2003;17:306-307. |
7. |
Schmutz J, Barbaud A, Trechot P. Rofecoxib-induced
aquagenic edema with puckering of the palms of the hands: the first
case. Ann Dermatol Venereol 2003;130:813. |
8. |
Saray Y, Seckin D. Familial aquagenic acrokeratoderma:
case reports and review of the literature. Int J Dermatol 2005;44:906-909. |
9. |
Baldwin BT, Prakash A, Fenske N, Messina
JL. Aquagenic syringeal acrokeratoderma: report of a case with histologic
findings. J Am Acad Dermatol 2006;54:889-902. |
10. |
Khuu PT, Duncan KO, Kwan A, Hoyme HE, Bruckner
AL. Unilateral aquagenic wrinkling of the palms associated with
aspirin intake. Arch Dermatol 2006;142(12):1661-1662. |
11. |
Erkek E. Unilateral transient reactive papulotranslucent
acrokeratoderma in a child. Pediatr Dermatol 2007;24:564–546. |
12. |
Kocatürk E, Kavala M, Büyükbabani N, Turkoglu
Z. Whitish papules on the palm. International journal of dermatology
2007;46:736-737. |
13. |
Falcón CS, Ortega SS. Aquagenic syringeal
acrokeratoderma. J Am Acad Dermatol 2008;59(5 Suppl):S112-113.
|
14. |
Yoon TY, Kim KR, Lee JY, Kim MK. Aquagenic
syringeal acrokeratoderma: unusual prominence on the dorsal aspect
of fingers? Br J Dermatol 2008;159:486-488. |
15. |
Kabashima K, Shimauchi T, Kobayashi M et
al. Aberrant aquaporin 5 expression in the sweat gland in aquagenic
wrinkling of the palms. J Am Acad Dermatol 2008;59(Suppl): S28-32. |
16. |
Luo DQ, Li Y, Huang YB, Wu LC, He DY. Aquagenic
syringeal acrokeratoderma in an adult man: case report and review
of the literature. Clin Exp Dermatol 2009;34(8):e907-909. |
17. |
Houle MC, Al Dhaybi R, Benohanian A. Unilateral
aquagenic keratoderma treated with botulinum toxin A. J Dermatol
Case Rep 2010;4:1-5. |
18. |
Gild R, Clay CD, Morey S. Aquagenic wrinkling
of the palms in cystic fibrosis and the cystic fibrosis carrier
state: a case-control study: AWP in CF and the CF carrier state.
Br J Dermatol 2010;163:1082-1084. |
19. |
Garcon-Michel N, Roguedas-Contios A-M, Rault
G et al. Frequency of aquagenic palmoplantar keratoderma in cystic
fibrosis: a new sign of cystic fibrosis? Br J Dermatol 2010;163:162-166. |
20. |
Weibel L, Soinas R. Aquagenic wrinkling of
palms in cystic fibrosis. N Engl J Med 2012;366:e32. |
21. |
Park L, Khani C, Tamburro J. Aquagenic wrinkling
of the palms and the potential role for genetic testing: aquagenic
wrinkling of the palms. Pediatr Dermatol 2012;29:237-242. |
22. |
Rongioletti F, Tomasini C, Crovato F, Marchesi
L. Aquagenic (pseudo) keratoderma: a clinical series with new pathological
insights: aquagenic (pseudo) keratoderma. Br J Dermatol 2012;167:575-582. |
23. |
Ertürk-Özdemir E, Özcan D, Seçkin D. Acquired
aquagenic syringeal acrokeratoderma: A case series of 10 patients.
Australas J Dermatol 2015;56(2):e43-45. |
24. |
Bajaj S, Sardana K. Aquagenic wrinkling syndrome
involving forehead: an unusual presentation. Indian J Med Res 2018;147:521. |
25. |
Alexopoulos A, Chouliaras G, Kakourou T et
al. Aquagenic wrinkling of the palms after brief immersion to water
test as a screening tool for cystic fibrosis diagnosis. J Eur Acad
Dermatol Venereol 2021;35:1717-1724. |
26. |
Yang K, Zhou C, Luke J. Aquagenic wrinkling
of the palms: review of the literature. Clin Exp Dermatol 2022;47(11):1910-1915. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.