EPIDERMODYSPLASIA VERRUCIFORMIS (LEWANDOWSKY LUTZ) home ICD10: B07.8

Epidermodysplasia verruciformis (Lewandowsky-Lutz dysplasie, tree man syndrome) is een zeer zeldzame autosomaal recessief erfelijke afweerstoornis waarbij bepaalde subtypen HPV virus (vooral 5 en 8) ongehinderd kunnen groeien. De wratten beginnen meestal al vanaf de kinderleeftijd te ontstaan. Het kunnen er zeer veel worden, vooral aan de handen en voeten, en ze kunnen heel groot worden en er kunnen op alle wratten lange cutaneous horns ontstaan waardoor ze uitgroeien tot houtachtige aanhangsels. In Indonesië leefde een patiënt, Koswara, duizenden malen op internet verschenen, die dit in extreme mate had waardoor hij 'the tree man' werd genoemd. Hij is in 2016 op 42 jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van hepatitis. Inmiddels zijn er nieuwe gevallen verschenen op internet. Het syndroom is voor het eerst beschreven door Lewandowsky en Lutz in 1922.

De genen die betrokken zijn bij epidermodysplasia verruciformis zijn TCM6 en TCM8 (transmembrane channel-like protein) op chromosome 17q25 (OMIM 226400), ook de namen EVER1 (OMIM 605828) en EVER2 (OMIM 605829) worden gebruikt. Deze genen zijn betrokken bij de opslag van zink in nuclei. Er bestaan ook varianten waarbij anderen genen betrokken zijn (RHOH, MST-1, CORO1A, ECM1), en er bestaat een verworven variant bij verworven afweerstoornissen zoals hiv, en bij chronisch gebruik van immunosuppressiva (zie onder acquired epidermodysplasia verruciformis).

Klinisch beeld:
Verruca vulgaris, verruca planae, verruca seborroica-achtige laesies. Vlakke verruceuze papels en plaques waarop uitgebreid cutaneous horns kunnen ontstaan. Vooral op de handen en de voeten en in het gelaat. Er kunnen plaveiselcelcarcinomen ontstaan. Soms ook licht schilferende roodbruine of gehypopigmenteerde of gedepigmenteerde macula en plaques op romp, gelaat, nek, perianaal, kan lijken op pityriasis versicolor. Bij de vergevorderde variant met hyperkeratose en lange cutaneous horns kunnen takkenbos-achtige uitgroeisels ontstaan, vooral aan de handen en voeten.

Epidermodysplasia verruciformis
Lewandowsky-Lutz syndroom

Foto: Monirul Alam - Wikimedia (Creative Commons License 4.0).


Diagnostiek:
De diagnose kan worden gesteld op het klinisch beeld en bevestigd met DNA diagnostiek (DNA-diagnostiek Radboud UMC).

Therapie:
Behandeling is erg moeilijk. De verrucae en cutaneous horns kunnen chirurgisch worden verwijderd, maar hebben de neiging om snel weer aan te groeien. Enig resultaat is beschreven van de combinatie van acitretine 0.5-1 mg per dag gedurende minimaal 6 maanden en interferon alfa-2a.


Referenties
1. Lewandowsky F, Lutz W. Ein Fall einer bisher nicht beschriebenen Hauterkrankung (Epidermodysplasia verruciformis). Archiv für Dermatologie und Syphilis 1922;141(2):193-203. 
2. Gül U, Kiliç A, Gönül M, Cakmak SK, Bayis SS. Clinical aspects of epidermodysplasia verruciformis and review of the literature. International Journal of Dermatology 2007;46(10):1069-1072.
3. Ramoz N, Rueda LA, Bouadjar B, Montoya LS, Orth G, Favre M. Mutations in two adjacent novel genes are associated with epidermodysplasia verruciformis. Nature Genetics 2002;32(4):579-581.
4. Lazarczyk M, Pons C, Mendoza JA, Cassonnet P, Jacob Y, Favre M. Regulation of cellular zinc balance as a potential mechanism of EVER-mediated protection against pathogenesis by cutaneous oncogenic human papillomaviruses. The Journal of Experimental Medicine 2008;205(1):35-42.
5. Anadolu R, Oskay T, Erdem C, Boyvat A, Terzi E, Gürgey E. Treatment of epidermodysplasia verruciformis with a combination of acitretin and interferon alfa-2a. J Am Acad Dermatol 2001;45(2):296-299.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 B07.8 Overige virale wratten: epidermodysplasia verruciformis
ICD10 B07.8 Other viral warts: epidermodysplasia verruciformis
SNOMED 19138001 Epidermodysplasia verruciformis
DBC 26 Verrucae