Hypotrichosis simplex is een zeldzame familiaire
hypotrichose (
verminderde haargroei),
per definitie zonder aanwezigheid van andere symptomen. De hypotrichose kan
beperkt zijn tot alleen het behaarde hoofd (
hypotrichosis simplex
of the scalp), maar ook kunnen de wenkbrauwen, wimpers, en de
rest van de lichaamsbeharing zijn aangedaan (
generalized hypotrichosis
simplex). Daarnaast kan hypotrichosis onderdeel zijn van diverse
erfelijke syndromen, waaronder diverse varianten van ectodermale dysplasie.
Maar in dat geval wordt niet de toevoeging simplex gebruikt. Zie onder
congenitale hypotrichosen.
Van steeds
meer varianten van hypotrichosis is bekend welk gen is aangedaan. Meerdere verschillende
genen zijn gevonden, en er komen ook steeds nieuwe publicaties bij. Er kan een
genen-panel voor hypotrichosis worden aangevraagd.
Hypotrichosis simplex of the scalp is zeldzaam. Klinisch
ziet men diffuus en progressief haarverlies, beperkt tot het behaarde hoofd,
beginnend op kinderleeftijd, onder de 10 jaar, zowel bij jongens als bij meisjes.
De overerving is autosomaal dominant (
OMIM
613981 /
146520). Het haarverlies
neemt geleidelijk toe, uiteindelijk ontstaat tussen de 20-30 jaar volledige
kaalheid van het behaarde hoofd, zonder aantasting van wenkbrauwen, wimpers,
of andere lichaamsbeharing, en zonder andere afwijkingen aan de huid, nagels
of tanden. De meest gevonden onderliggende mutatie is in het gen CDSN (coderend
voor corneodesmosine, een keratinocyt adhesie molecuul) gelegen op chromosoom
6p21.3 (
Hypotrichosis 2, HYPT2). Maar er is ook een
familie beschreven met een heterozygote mutatie in het KRT74 gen op chromosoom
12q13 (
Hypotrichosis 3, HYPT3).
|
|
hypotrichosis
simplex scalp |
hypotrichosis
simplex scalp |
Hypotrichosis 4 (HYPT4), synoniem
Marie-Unna type hereditaire hypotrichosis is een autosomaal
dominante vorm van hypotrichosis van de hoofdhuid, wenkbrauwen en wimpers, die
al vanaf de geboorte aanwezig is. Het wordt veroorzaakt door een mutatie in
U2HR, onderdeel van het HR gen op chromosoom 8p21.2 (
OMIM:
146550). Er is ook
een variant die
Marie Unna hereditary hypotrichosis-2
(MUHH2) of
Hypotrichosis 5 (HYPT5) wordt genoemd,
veroorzaakt door een heterozygote mutatie in het EPS8L3 gen op chromosoom 1p13.e
(
OMIM:
612841). Zie verder
onder
Marie-Unna
type congenitale hypotrichosis.
|
|
Marie
Unna hypotrichosis |
Marie
Unna hypotrichosis |
Gegeneraliseerde hypotrichosis simplex (
Hypotrichosis
1, HYPT1) is wat minder zeldzaam, er zijn meerdere families beschreven
maar ook zijn er meerdere verschillende betrokken genen gevonden (o.a. APCDD1,
SNRPE, LIPH, RPL21, DSG4, LSS, LPAR6) en verschillende overervingspatronen.
Er is een autosomaal dominante variant gevonden met afwijkingen in het APCDD1
gen op chromosoom 18p11.22 (
OMIM
605389), maar ook
verschillende varianten van localized autosomal recessive hypotrichosis (LAH1,
LAH2, LAH3) met mutaties in LPAR6 (lipophosphatidic acid (LPA) receptors). Bij
gegeneraliseerde hypotrichosis simplex is er ook verminderde haargroei (minder
haren, dunnere haren, en uiteindelijk helemaal geen haren meer) van wenkbrauwen,
wimpers en lichaamsbeharing, zonder andere symptomen.
Hypotrichosis
6 (HYPT6) is een autosomaal recessieve vorm van hypotrichosis
(
OMIM
607903), gekenmerkt
door kwetsbare, makkelijk afbrekende haren op de hoofdhuid. Hierdoor resteren
slechts enkele korte haren. Ook de romp en extremiteiten zijn aangedaan, soms
ook de wenkbrauwen en wimpers. Baard, schaamhaar en okselhaar blijven grotendeels
gespaard. Sommige patienten hebben hyperkeratotische folliculaire papels, erytheem,
en pruritus in de aangedane gebieden, en soms
monilethrix-achtige haren. Het wordt veroorzaakt
door een mutatie in het DSG4 gen (desmogleine-4) op chromosoom 18q12.
Hypotrichosis 7 (HYPT7, Woolly hair, autosomaal
recessief 2,
OMIM
607903) veroorzaakt
door een mutatie in het LIPH gen op chromosoom 3q27 is een combinatie van
Woolly hair en hypotrichosis.
Hypotrichosis 8 (HYPT8, Woolly hair, autosomaal
recessief 3,
OMIM
278150) veroorzaakt
door een mutatie in het LPAR6 gen op chromosoom 13q14 is een combinatie van
Woolly hair en hypotrichosis.
Hypotrichosis 9 (HYPT9) is een congenitale hypotrichose
beschreven bij een Pakistaanse familie, veroorzaakt door een mutatie in een
gen op chromosoom 10q11.23-q22.3 (
OMIM
614237).
Hypotrichosis 10 (HYPT10) is een congenitale hypotrichose
beschreven bij een Pakistaanse familie, veroorzaakt door een mutatie in een
gen op chromosoom 7p22.3-p21.3 (
OMIM
614238).
Hypotrichosis 11 (HYPT11) is congenitale hypotrichose
veroorzaakt door een mutatie in het SNRPE gen (small nuclear ribonucleoprotein
polypeptide E) op chromosoom 1q32g (
OMIM
128260).
Hypotrichosis 12 (HYPT12) is een autosomaal dominante
vorm van hypotrichosis veroorzaakt door een missense variant in het RPL21 gen
(
OMIM
278150). Het begint
al op jonge leeftijd, vaak al in het eerste levensjaar. RPL21 is een onderdeel
van de 60S ribosomale subunit welke betrokken is bij regulatie van celgroei
en apoptosis in tal van weefsels, waaronder de huid.
Hypotrichosis
13 (HYPT13, Hypotrichosis with woolly hair) is een combinatie
van
Woolly hair
en hypotrichosis veroorzaakt door een heterozygote mutatie in het KRT71 gen
op chromosoom) 12q13 (
OMIM
615896).
Hypotrichosis 14 (HYPT14) wordt veroorzaakt door een
homozygote of compound heterozygote mutatie in het LSS gen (
OMIM
600909) op chromosoom
21q22. Een mutatie in het LSS gen (lanosterol synthase) kan ook alopecia met
mentale retardatie veroorzaken (APMR4,
OMIM
618840).
Hypotrichosis 15 (HYPT15) wordt veroorzaakt door een
homozygote mutatie in het C3ORF52 gen op chromosoom 3q13 (
OMIM
620177).
Referenties
1. |
Hayashi R, Shimomura Y. Update of recent
findings in genetic hair disorders. J Dermatol 2022;49:55-67. |
2. |
Zhou C, Zang D, Jin Y et al. Mutation in
ribosomal protein L21 underlies hereditary hypotrichosis simplex.
Hum Mutat 2011;32:710-714, |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.