IMPETIGO (KRENTENBAARD) EN IMPETIGO BULLOSA home ICD10: L01.0

Impetigo (krentenbaard) is een oppervlakkige infectie van de huid, meestal met Staphylococcus aureus (90%), soms met Streptococcus pyogenes (10%) en soms met beiden. De incubatieperiode is 1 tot 3 dagen. Impetiginisatie is de term voor secundaire infectie met S. aureus van een pre-existente huidafwijking (b.v. atopisch eczeem of varicella zoster). Sommige stammen van S. aureus hebben exfoliatieve toxines (ET-A en ET-B) die desmogleïne afbreken. Dit veroorzaakt de blaarvorming die soms bij impetigo optreedt (impetigo bullosa), en ook de epidermolyse bij staphylococcal scalded skin syndrome (SSSS).

Klinisch beeld:
Impetigo wordt vaak bij kinderen (vooral 2-12 jaar) gezien, en begint meestal in het gelaat, vooral rond neus en mond. Beschadiging, maceratie van de huid door neusverkoudheid (snotneus, kwijlen) kan daarvoor verantwoordelijk zijn. In het klassieke geval zijn er honing-gele crustae aanwezig (uitgedroogd exsudaat). Ontvellingen en blaren (impetigo bullosa) kunnen aanwezig zijn. De blaren variëren van klein tot heel groot, met een heldere of helder gele of troebel-gele inhoud. Op volwassen leeftijd komt impetigo minder vaak voor, maar het kan wel. Impetigo komt tegenwoordig vaker voor dan vroeger en is ook meer therapieresistent.

Honing gele crustae bij impetigo vulgaris Honing gele crustae bij impetigo vulgaris Honing gele crustae bij impetigo vulgaris
honing gele crustae honing gele crustae honing gele crustae

Honing gele crustae bij impetigo vulgaris Impetigo vulgaris Impetigo vulgaris
impetigo vulgaris impetigo vulgaris impetigo vulgaris

Impetigo bullosa Impetigo bullosa Impetigo bullosa
impetigo bullosa impetigo bullosa impetigo bullosa

Histologie impetigo bullosa (blaardak) Histologie impetigo bullosa (blaardak)
ingescande coupe (zoom) ingescande coupe (zoom)


DD:
AGEP, psoriasis pustulosa, pemphigus vulgaris, bulleus pemphigoid, lineaire IgA dermatose, impetigo herpetiformis, ziekte van Sneddon-Wilkinson, varicella.

Verspreiding:
De bacterie verspreid zich snel naar andere kinderen via direct contact. Via rechtstreekse aanraking (handen) of via speelgoed, kleding of handdoeken raken ook andere kinderen besmet. Hygiëne (handen wassen!) is een goede manier om verspreiding te voorkomen. Zolang de blaasjes vocht afscheiden, blijft de patiënt besmettelijk.

Adviezen over thuis blijven van school:
Vanuit puur epidemiologisch oogpunt is thuis blijven niet nodig omdat de drager al dagenlang voor het ontstaan van de laesies besmettelijk was, verspreiding heeft dan vaak al plaatsgevonden en thuishouden heeft geen effect op het voorkomen van een impetigo-uitbraak. In de praktijk vinden leidsters en andere ouders het prettiger dat het kind een paar dagen thuis blijft (in totaal 48 uur vanaf het starten van lokale en/of systemische behandeling) en leidsters willen ook graag gewaarschuwd worden zodat ze andere ouders kunnen voorbereiden op wat te doen bij een eventuele uitbraak.

Therapie:
Impetigo gaat vanzelf ook over in 1-3 weken, maar sneller met behandeling. Algemene adviezen: adherente crustae kunnen met zoete olie worden verwijderd, blaardaken kunnen met een washandje of gaas worden verwijderd of losgeknipt. Probeer krabben te voorkomen (via krassen kan impetigo uitbreiden). Nagels knippen. Gezinsleden handen wassen, eventueel met Hibiscrub of betadine jodium scrub. Kleding en handdoeken en washandjes regelmatig verschonen. Geen wasgoed delen.

Lokale therapie:
R/ fusidine creme of zalf.
R/ Chloorhexidine crème 1% FNA.
R/ Tetracyclinezalf FNA.
R/ Bactroban (mupirocine) zalf.
R/ honing zalf (diverse soorten antibacteriële honingzalven op de markt).
R/ 5% sulf praecip. in zinkoxidesmeersel of ZOK-zalf FNA.
R/ chloorbaden: 100 ml gewoon huishoud chloor (bevat circa 5% natriumhypochloriet) toevoegen aan het badwater (circa 100 liter).

Systemische therapie:
In ernstige gevallen gedurende 7 dagen systemische antibiotica op geleide van de kweek, als dit niet kan:
R/ flucloxacilline 4 dd 500 mg gedurende 7 dagen (kinderen 40-50 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses). Er is een 25 mg/ml drank voor kinderen beschikbaar.
Er circuleren tegenstrijdige adviezen in de verschillende landelijke en internationale richtlijnen over wat nu de juiste dosering is.
De gebruikelijke dosering voor kinderen, ook volgens het Farmacotherapeutisch Kompas is:
- kinderen 0-2 jaar: 3 dd 125 mg
- kinderen 2-12 jaar: 3 dd 250 mg
- kinderen 12-18 jaar: 3 dd 500 mg
- volwassenen: 4 dd 500 mg of 3 dd 1000 mg
R/ amoxicilline/clavulaanzuur 3 dd 500/125 mg (kinderen 25/6.25 mg/kg/dag).
R/ claritromycine 2 dd 250 mg (kinderen 2 dd 7.5 mg/kg), of erytromycine 4 dd 500 mg (o.a. bij allergie voor penicilline).
R/ azithromycine 1 dd 500 mg gedurende 3 dagen (kinderen 10 mg/kg/dag).


patientenfolder



IMPETIGINISATIE, SECUNDAIR home ICD10: L01.1

Secundaire infectie met S. aureus van een pre-existente huidafwijking (b.v. geïmpetiginiseerd atopisch eczeem of varicella zoster met secundaire bacteriële impetiginisatie).



IMPETIGO VAN BOCKHARDT home ICD10: L01.0

Impetigo van Bockhardt (synoniemen: osteofolliculitis van Bockhardt, folliculitis staphylogenes superficialis, staphylodermia follicularis, impetigo follicularis Bockhart, folliculitis pustulosa) is een term die in Duitsland gebruikt wordt voor een oppervlakkige folliculitis veroorzaakt door S. aureus. Met oppervlakkig wordt bedoeld dat vooral de uitvoergang van de haarfollikel wordt geïnfecteerd (vandaar de naam osteofolliculitis van Bockhardt), niet de hele haarfollikel zoals bij een furunkel. Klinisch ziet men kleine folliculaire pustels waaruit S. aureus gekweekt kan worden. Dit type folliculitis kan overal op de behaarde huid voorkomen, de voorkeurslokalisaties zijn het gelaat, het behaarde hoofd, de benen, en de regio glutealis en pubisregio. S. aureus osteofolliculitis kan ook ontstaan ten gevolge van occlusie (onder adhesieve pleisters, folies, en onder luiers bij peuters).

DD: zie onder efflorescentieleer, bij pustel.

Therapie:
Wassen met betadine jodium scrub of shampoo of Hibiscrub, Bactroban zalf, fusidine zalf of crème.


patientenfolder


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L01.0 Impetigo [elk organisme][elke lokalisatie]: impetigo nno
ICD10 L01.0 Impetigo [any organism] [any site]
SNOMED 48277006 Impetigo
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 L01.0 Impetigo [elk organisme][elke lokalisatie]: impetigo vulgaris
ICD10 L01.0 Impetigo [any organism] [any site]
SNOMED 48277006 Impetigo
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 L01.0 Impetigo [elk organisme][elke lokalisatie]: impetigo bullosa
ICD10 L01.0 Impetigo [any organism] [any site]: impetigo bullosa
SNOMED 399183005 Impetigo bullosa
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 L01.0 Impetigo [elk organisme][elke lokalisatie]: impetigo neonatorum
ICD10 L01.0 Impetigo [any organism] [any site]: impetigo neonatorum
SNOMED 200706004 Impetigo neonatorum
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 L01.0 Impetigo [elk organisme][elke lokalisatie]: impetigo Bockhardt
ICD10 L01.0 Impetigo [any organism] [any site]: Bockhart impetigo
SNOMED 53396004 Bockhart impetigo
DBC 12 spacer Haar- en nagelafwijkingen