Een
juveniel elastoma (
naevus elasticus,
naevus elasticus van Lewandowsky) is een zeer
zeldzame variant van een bindweefselnaevus, met toename van elastine (en
soms collageen)
vezels. Klinisch ziet men witgele 2-4 mm grote papels die kunnen conflueren
tot grotere plaques, vooral thoracaal, soms op de buik of in de nek, of op de
borst (naevus elasticus regionalis mammae), soms gedissemineerd (buik, billen,
dijen). Vaak al vanaf de geboorte of vanaf het eerste levensjaar aanwezig. Kan
ook op volwassen leeftijd ontstaan. De naevus is in 1921 beschreven door Lewandowsky.
Weidman beschreef in 1933 een gedissemineerde vorm bij een kind (
naevus
elasticus disseminata, elastoma juvenile).
Daarna weinig case-reports.
|
|
|
juveniel elastoma |
juveniel elastoma |
juveniel elastoma |
Naevus elasticus en
elastoma
zijn synoniemen. De bovengenoemde circumscripte variant met kleine
wit-gelige papeltjes, perifolliculair gerangschikt is zeer zeldzaam. Bij de meest voorkomende variant van
elastoma zijn er meestal
grotere, gelige of huidkleurige subcutane papels en nodi aanwezig, vaak
gegroepeerd, samenvloeiend tot plaques. Dit type elastomen kan geïsoleerd
voorkomen zonder andere afwijkingen, maar ook geassocieerd zijn met
botafwijkingen (osteopoikilosis), dit wordt het
Buschke-Ollendorff syndroom genoemd.
DD: Buschke-Ollendorf,
elastoma nno,
pseudoxanthoma elasticum.
Referenties
1. |
Lewandowsky F. Über einen eigentümlichen
Naevus der Brustgegend. Arch Derm Syph 1921;131:90-94. |
2. |
Weidman FD, Anderson NP, Ayers S jr. Juvenile
elastoma. Arch Derm Syph 1933;28:182-189. |
3. |
Lewis GK et al. Aquired disorders of elastic
tissue: Part I. Increased elastic tissue and solar elastotic syndromes.
JAAD 2004;51:1-21. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.
Dido van den Bersselaar. Coassistent, AMC, Amsterdam.