Het
KOH-preparaat (KOH = kaliumhydroxide)
wordt gebruikt voor de directe diagnostiek van
schimmelinfecties van de huid.
KOH lost celwanden en hoornmateriaal op, maar niet schimmeldraden.
Behalve voor het zichtbaar maken van schimmels en gisten (
dermatophyten,
candida, en
malassezia)
kan het KOH-preparaat ook gebruikt maken voor het aantonen van
de
schurftmijt (
scabies),
Corynebacteriën (
erythrasma
en
trichomycosis),
en
Demodex (
demodicosis).
Meestal wordt
40% kaliumhydroxide
(KOH 40%) oplossing gebruikt, als chemicalie verkrijgbaar bij
verschillende leveranciers, o.a. bij Merck (nr. 4.80311.1000).
Dit kan met demiwater worden verdund tot 20%, het voordeel daarvan
is dat 20% ook nog goed de celwanden oplost maar niet zo snel
kristallen vormt. Alle sterktes 20, 30 of 40% KOH zijn geschikt.
Voor contrast kan er eventueel Parker vulpeninkt aan worden
toegevoegd in de verhouding 4 KOH-oplossing : 1 inkt. Er zijn
ook 10% KOH oplossingen met daaraan toegevoegd 40% DMSO beschikbaar
voor schimmeldiagnostiek.
KOH 10%
wordt gebruikt bij
fluor vaginalis,
is voldoende sterk voor KOH-onderzoek op
candida vaginitis
en wordt gebruikt voor de amine test bij verdenking op
Trichomonas en
bacteriële vaginosis.
Het maken van een KOH-preparaat van de huid
De beste kans op het aantreffen van schimmeldraden is in
de hoornlaag die nog vast zit aan de huid, dus juist niet in
de loszittende en uitgedroogde schilfers, maar in het gebied
van de overgang naar normale huid. Trek dus met een fijn
pincet (splinterpincet) de schilfers los in de richting van
waar ze nog vast zitten en bekijk vooral deze schilfers. Als er kleine vesikels zijn, trek dan het dak van zo'n blaasje
er af en leg dit onder de microscoop. Als er zalfresten
zijn, maak de huid dan eerst goed schoon met alcohol, anders
komen er allemaal vetdruppeltjes in het KOH-preparaat die het
beeld verstoren.
Als er geen of weinig schilfers zijn, schraap dan over de
huid met een mesje (scalpel) of met een microscoopglas (schraap
met het ene microscoopglas schraapsel op het andere). Verzamel de schilfers op het midden van een microscoopglas
(objectglas, voorwerpglas). Dek het af met een dekglaasje en
transporteer het voorzichtig naar het lab (goed vasthouden).
Druk het dekglas goed aan en breng een druppel KOH-oplossing
aan vlak er naast. Door de capillaire werking wordt de KOH er
onder gezogen. Bij niet goed aandrukken van het dekglas spoelt
de oplossing de schilfers naar 1 kant, dat is niet de bedoeling.
Men kan ook het glaasje voorzichtig oplichten en een druppel
in het midden plaatsen.
Als er teveel KOH-oplossing op
zit, dit opnemen met een papieren tissue of filtreer papier.
KOH is corrosief voor metalen, de microscooptafel wordt er door
beschadigd en gaat roesten. Als het op de huid komt kan het
branden (chemische irritatie).
Vervolgens is er enige
tijd nodig voor het verweken van de celwanden en hoornlagen.
Voor huidschilfers 15-30 minuten, voor nagelmateriaal 1-2 uur.
Het kan sneller door het preparaat te verwarmen boven een kookplaat,
aansteker, lucifer of gasbrander. Maar dat heeft het risico
op overhitting, uitdroging en kristalvorming waardoor het preparaat
onbruikbaar wordt.
|
|
|
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
|
|
|
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
|
|
|
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
|
|
|
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
KOH
preparaat maken |
Het maken van een KOH-preparaat van de haren
Bij
tinea capitis
(schimmel van het behaarde hoofd) zijn er twee methoden:
afschrapen van schilfers van een kale
plek op het hoofd, en het
uittrekken van haren. Bij het afschrapen van schilfers moet men, in tegenstelling
tot dermatomycosen, juist in het centrum zijn van de plek. Bij
schimmelinfectie van de haren kost het enige tijd om de haarzakjes
binnen te dringen, in het centrum is de grootste kans op het
zien van sporen of hyphen.
Kijk ook met de
Woods lamp: een groene
fluorescentie ziet men bij Trichophyton schoenleinii, Microsporon
audouinii, en Microsporum canis.
Naast huidschilfers
moet men ook met een pincet een plukje haren vastpakken in het
centrum van een aangedane plek en die er uit trekken en met
KOH onder de microscoop bekijken. Vervolgens is te zien of er
sporen
in de haren zitten (
endothrix,
passend bij
T. tonsurans,
T. violaceum,
T. soudanese,
T. gourvilli,
T. yaoundei,
T. rubrum (soms), en
T. schoenleinii), of
op de haren (
ectothrix,
passend bij
M. canis,
M. audouinii,
M.
ferruginosum,
M. dystortum,
M. gypseum
en soms
T. rubrum).
|
|
endothrix |
endothrix
(T. verrucosum) |
|
|
ectothrix |
ectothrix
(T. verrucosum) |
Het maken van een KOH-preparaat van de nagels
Bij de nagels is de grootste kans op het aantreffen van
schimmels in het proximale gedeelte. Ook hier dus loszittende
nagel zoveel mogelijk wegknippen en het materiaal afnemen op
de grens van aangetast en niet aangetast. Nagelmateriaal
kan worden ingestuurd voor schimmelkweek, of voor histologisch
onderzoek, of er kan een KOH preparaat van worden gemaakt. Het
duurt lang voordat een stuk nagel is opgelost in KOH, circa
1-2 uur. Dit moet men vooral niet op een verwarmingsplaat leggen,
dan droogt het preparaat uit en ontstaat kristalvorming. Een alternatief is om aan de onderkant van de
nagel, waar het materiaal zacht is, met de punt van een mesje
wat nagelmateriaal af te schrapen. Dit is eerder verweekt. Uit de PA komt met een hoge sensitiviteit of er schimmel
in zit, maar niet welke schimmel. Hiervoor is een schimmelkweek
nodig.
Een
onychomycose
wordt meestal veroorzaakt door Trichophyton rubrum of andere
Trichophyton soorten zoals
T. interdigitale (
T.
mentagrophytes),
Epidermophyton floccosum,
T. violaceum,
Microsporum gypseum,
T. tonsurans,
T. soudanense en
T. verrucosum. Het kan ook
worden veroorzaakt door
Candida albicans en andere
niet-dermatophyten zoals
Scytalidium (
Neoscytalidium),
Scopulariopsis, en
Aspergillus. Candida komt
vooral voor aan de vingers bij mensen die veel met de handen
in het water zitten.
Bekijken onder de microscoopHet
KOH-preparaat is een ongekleurd preparaat (soms wordt Parker
vulpeninkt toegevoegd voor een beter beeld).
De schimmeldraden
worden toch zichtbaar omdat ze dubbelbrekende eigenschappen
hebben. Om hier maximaal gebruik van te maken moet de
condensor van de microscoop
omlaag worden gedraaid. Bij gewone
microscopie moet de condensor juist zo hoog mogelijk worden
gedraaid voor een scherp beeld, bij KOH-microscopie omlaag. Vergeet niet de condensor weer terug te draaien als de microscoop
ook voor andere coupes wordt gebruikt. Het is beter om 1 microscoop
te gebruiken voor de KOH-preparaten vanwege de condensor en
de onvermijdelijke schade aan de kruistafel door KOH. Zorg voor goed licht en bekijk het preparaat bij 10x, eventueel
details bij 40x. Zoek het beeld af naar
hyphen
of
gisten.
|
|
hyphen |
hyphen |
|
|
hyphen |
hyphen |
Determineren van schimmels en gisten
Soms is het aan de vorm van de hyphen en de vorming
van sporen te zien wat voor schimmel of gist het vermoedelijk
is. Daarbij moet men voorzichtig interpreteren, want schimmels
kunnen verschillende vormen aannemen. Voor definitieve determinatie
is een schimmelkweek nodig. Maar van de meest voorkomende
dermatophyten is wel bekend welke vormen de hyphen en sporen
hebben. Bij infectie van de haren is een eerste stap in de determinatie
kijken of de schimmels een
endothrix of
ectothrix groeiwijze
hebben.
Ringworm (tinea
corporis) wordt veroorzaakt door de dermatophyten
Trichophyton,
Microsporum, en
Epidermophyton, en vooral
door de soorten
T. rubrum,
T. tonsurans,
Microsporum canis,
Trichophyton mentagrophytes,
Epidermophyton floccosum,
Trichophyton violaceum,
Trichophyton verrucosum,
Trichophyton interdigitale,
Microsporum gypseum, en
Trichophyton concentricum.
Trichophyton rubrum Trichophyton
rubrum is een van de meest voorkomende dermatophyten. Het
is de belangrijkste oorzaak van ringworm, onychomycose en tinea
capitis.
Trichophyton rubrum maakt microconidia. Een
enkele keer kan
T. rubrum (granular type) ook langwerpige
sigaarvormige macroconida vormen. Sporen worden onderverdeeld
in kleine sporen (microconidia, eencellig) en grote sporen (macroconidia,
meercellig). Sporen kunnen losliggen of als knopvormige uitsteeksel
aan hyphen groeien. Sporen kunnen na deling ook in de lengterichting
aan elkaar vast blijven liggen (arthroconidia). Chlamidiasporen
zijn grote eindstandige of intercalaire knopvormige sporen.
Tros- of boeket-vormig vertakte hyphen vol met sporen heten
conidiosporen.
Trichophyton tonsuransT. tonsurans
is een ongewone veroorzaker van
tinea capitis in Nederland
die intensieve en langdurige behandeling nodig kan hebben. Infecties
door T. tonsurans worden met name gezien in het mediterrane
gebied en in tropische streken. De laatste jaren komt de schimmel
meer voor in Engeland, de VS en Spanje, en ook in Nederland.
In Noord Amerika en het Verenigd Koninkrijk is de schimmel in
meer dan 90% de verwekker van epidemietjes van tinea capitis
in stedelijk gebied. Trichophyton tonsurans maakt zowel microconidia
als macroconida.
Microsporum canis
Microsporum
canis, vaak opgelopen van jonge hondjes, veroorzaakt tinea
capitis en ook ringworm. Een schimmelinfectie van het behaarde
hoofd kan men herkennen aan een groene fluorescentie bij Woods
lamp onderzoek en aan een ectothrix groeiwijze. In het KOH-preparaat
kan men de schimmel herkennen aan hele bijzondere Zeppelin vormige
macroconidia met septae.
Trichophyton mentagrophytes
Trichophyton mentagrophytes is een veroorzaker van
voetschimmel (wordt ook wel
T. interdigitale genoemd),
van onychomycose, en van ringworm (tinea corporis). Er kan ook
een infectie van de haren ontstaan (tinea capitis, kerion celsi,
tinea barbae), met een
ectothrix groeiwijze
en geen groene fluorescentie bij
Wood's licht.
T. mentagrophytes
is een van de meest geïsoleerde dermatofyten bij mens en dier.
Infecties kunnen ook ontstaan na contact met dieren zoals vee,
paarden, honden, katten, schapen. De schimmel komt wereldwijd
voor. In het lab kan hij worden gekweekt op Sabouraud agar bij
30 °C, er ontstaan dan een poederige, platte witte tot crèmekleurige
kolonie met een gele rood-bruine tot donkerbruine achterkant.
Microscopisch is
T. mentagrophytes te herkennen aan
de spiraalvorm die de hyphen kunnen aannemen en aan traanvormige
microconidia die als druiventrossen langs de hyphen zitten;
soms zijn sigaarvormige macroconidia te zien.
Epidermophyton floccosum
Epidermophyton floccosum is een dermatophyt die over
de hele wereld voorkomt, bij mens en dier, met een voorkeur
voor de mens. Naast de mens komt hij voor bij wilde dieren,
o.a. eekhoorns, en huisdieren. Er zijn twee typen Epidermophyton:
E. floccosum en
E. stockdaleae (non-pathogeen).
De schimmel kan tinea pedis, tinea cruris, tinea corporis, en
onychomycosis veroorzaken. Besmetting verloopt meestal van mens
op mens via kleedkamers en doucheruimten. In kweekmedium (Sabouraud's
dextrose agar) ontstaan er in circa 10 dagen groenbruine of
beige kolonies met een gerimpeld centrum.
De schimmel vormt
hyphen met septae, geen microconidia, wel macroconidia, en soms
chlamydoconidia. De macroconidia hebben dunne wanden, bestaan
uit 3-5 cellen en hebben een afgerond uiteinde. Ze groeien alleen
of in clusters uit de hyphae. De schimmel is in vitro gevoelig
voor terbinafine, itraconazol, voriconazol, en ketoconazole,
en wat minder voor griseofulvine en fluconazol.
Trichophyton verrucosum
Trichophyton verrucosum is een wat minder vaak voorkomende
schimmel die ringworm en onychomycose kan veroorzaken. Onder
de microscoop is
T. verrucosum te herkennen aan de
vorming van vertakte hyphen opgebouwd aan elkaar gekoppelde
ronde segmenten (arthroconidia), soms ook losliggend als separate
bolletjes of in groepjes aan elkaar.
|
|
|
Trichophyton
verrucosum |
Trichophyton
verrucosum |
Trichophyton
verrucosum |
Candida albicansCandida
albicans is een gist die als normale commensaal voorkomt
op de huid, in de mondholte / maagdarmstelsel en in de vagina.
Onder bepaalde omstandigheden, vaak na een antibioticakuur,
maar ook bij immunosuppressiva treedt overgroei op. In
het KOH preparaat is
candida meestal te herkennen aan hyphen,
pseudohypha (1). Maar de gist komt ook in de vorm van gistbolletjes
(4) voor en vormt ook sporen: eindstandige chlamydosporen (2),
ook wel chlamydoconidia genoemd, en blastosporen (3).
|
|
Candida albicans |
Candida albicans |
Foto rechts: Y Tambe - Wikimedia (Creative Commons License
3.0).
Malassezia furfur (Pityrosporon ovale)
Malassezia furfur (oude naam:
Pityrosporon
ovale) is een gist die wordt aangetroffen op de normale
huid, maar vooral (in grotere hoeveelheden) bij
seborroisch eczeem,
hoofdroos (seborroisch eczeem van het behaarde hoofd,
pityriasis capitis),
in de haarzakjes bij
Pityrosporum
folliculitis, en in de aangedane gehypopigmenteerde gebieden
bij
pityriasis versicolor.
Pityrosporum wordt verantwoordelijk gehouden voor deze huidafwijkingen.
De gist is voor zijn groei afhankelijk van lipiden, en kan dus
goed leven op de vettige huid.
Pityrosporum orbiculare
(ronde vorm),
Pityrosporon ovale (ovale vorm) en
Malassezia furfur (myceliumvorm, ontstaat onder gunstige
omstandigheden) blijken allemaal varianten van dezelfde gist
te zijn. De voorkeur gaat tegenwoordig uit naar de naam
Malassezia furfur in plaats van
Pityrosporon ovale
of
orbiculare. Malassez beschreef voor het eerst in
1874 de ronde en ovale, knopvormende (budding) gisten op huidschilfers
van seborroisch eczeem patiënten. Sabouraud stelde in 1904 de
naam Pityrosporum voor. Inmiddels zijn er met moderne technieken
7 verschillende varianten van Malassezia ingedeeld:
M. furfur,
Malassezia pachydermatosus,
Malassezia sympodialis,
Malassezia globosa,
Malassezia obtusa,
Malassezia restricta, en
Malassezia slooffiae.
Scopulariopsis brevicaulisScopulariopsis brevicaulis is een gist die een enkele
keer wordt aangetroffen als oorzaak van onychomycose, paronychia,
of dermatomycosis (vooral tinea pedis). Bij ouderen, immuungecomprommiteerden,
maar ook bij gezonden. De bron is waarschijnlijk de aarde (werken
in de tuin, beroepsmatig). Dat geldt ook voor andere gisten
die sporadisch worden aangetroffen zoals
Fusarium spp,
Aspergillus spp,
Acremonium spp,
Scytalidium
dimidiatum, en
Scytalidium hyalinum. Een of enkele
nagels kunnen zijn aangedaan, de nagels zijn vaak bruin verkleurd,
beginnend aan 1 kant van de nagel (DD: candida infectie van
de nagel).
Referenties
1. |
Lavrijsen APM, van der Raaij-Helmer EMH,
Bergman W, Brouwer A, Douw van der Krab PF. Microscopie van directe
preparaten voor de dermatologische praktijk. Leids Universitair Medisch
Centrum, 2004.
PDF |
2. |
Lavrijsen APM, van der Raaij-Helmer EMH.
Technieken microscopische sneldiagnostiek voor de dermatologisch praktijk.
Aanvulling voor COCOM-onderwijs Dermatologie. Leids Universitair Medisch
Centrum, 2010.
PDF |
3. |
Lavrijsen APM, van der Raaij-Helmer EMH.
Microscopie van directe preparaten voor de dermatologische praktijk.
Leids Universitair Medisch Centrum, 2014.
PDF |
4. |
Het KOH-preparaat bij de diagnostiek van dermatophyteninfecties.
Uitgave van Janssen Pharmaceutica BV, 1995. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.