Het
Kindler syndroom (congenital bullous poikiloderma)
is een zeldzame variant van
epidermolysis bullosa congenita,
gekenmerkt door een kwetsbare huid en blaarvorming aan de acra (handen en voeten),
aanwezig vanaf de geboorte, in combinatie met diffuse atrofie van de huid, poikiloderma
(pigmentverschuivingen en teleangiëctasieën), fotosensitiviteit, diffuse palmoplantaire
hyperkeratose, en verklevingen tussen tenen of vingers (pseudosyndactylie).
Naast de huidafwijkingen kunnen ook de mucosa zijn aangedaan van de mondholte
(mucositis, bloedingen, gingivitis, tandvleesafwijkingen en ontstekingen, verlies
van tanden, leukokeratose lippen), ogen (conjunctivitis, verklevingen, cornea
erosies, ectropion), oesofagus (stricturen, stenose), darmen (colitis), anus
(stenose), vagina (verklevingen, vernauwingen) en urethra (stricturen, stenosen,
phimosis). Op de lange termijn kunnen ook mucosale en cutane plaveiselcelcarcinomen
ontstaan. Soms is er een ferriprive anemie door bloedingen uit de tractus digestivus.
Het Kindler syndroom is autosomaal dominant overervend en wordt veroorzaakt
door een mutatie in het FERMT1 gen (fermitin family member 1). Dit gen is betrokken
bij cel adhesie en reguleert de proliferatie van keratinocyten, de polarisatie
van basale keratinocyten, en de vorm van de cel. Het is nodig voor de normale
adhesie van keratinocyten aan fibronectine en laminine, en heeft ook een functie
bij de migratie van keratinocyten in wonden. Sinds 2007 wordt het Kindler syndroom
ingedeeld onder de erfelijke varianten van
epidermolysis bullosa.
Klinisch beeld:Fragiele huid, met blaarvorming, ontvellingen,
erosies, vooral dorsaal aan de handen en voeten, aanwezig vanaf de geboorte.
De blaren ontstaan door trauma maar kunnen ook ontstaan door blootstelling aan
zonlicht. Secundaire infecties kunnen optreden. Tussen de vingers en tussen
de tenen kunnen verklevingen ontstaan als daar erosies hebben gezeten (pseudosyndactylie).
Er ontstaat een atrofische huid (gerimpeld, sigaretten-papier aspect) op handruggen
en voetruggen, en later ook op andere locaties zoals de buik, dijen, knieën,
ellebogen. Vanaf 10-12 jaar neemt de blaarvorming af. Aan de vingers kunnen
verlengde cuticula aanwezig zijn, waardoor geen lunula zichtbaar is. Soms is
er ook nageldystrofie (kwetsbare nagels, onycholysis). Door blootstelling aan
zonlicht kan snel erytheem ontstaan en ook blaren. De fotosensitiviteit is aanwezig
op de kinderleeftijd en gaat meestal vanzelf weer over op volwassen leeftijd.
Vanaf peuterleeftijd ontstaan pigmentverschuivingen en teleangiëctasieën (poikiloderma)
en dit breidt langzaam uit over het hele lichaam, ook op niet aan zon blootgestelde
plaatsen. Soms is er ook axillary freckling. Meer dan de helft van de patiënten
heeft palmoplantaire hyperkeratose (diffuus, of punctata type, soms met fissuren
of met pseudo-Ainhum). Soms verdwijnen de vingerafdrukken (
adermatoglyphia).
Het Kindler syndroom kan ook aanwezig zijn met weinig symptomen en pas op latere
leeftijd worden ontdekt.
Voor afbeeldingen zie: Youssefian et al. Gene Reviews (
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK349072/figure/kindler.F1/).
DD:
Andere varianten van
epidermolysis
bullosa (dystrophisch, junctional, en epidermolysis bullosa simplex),
Rothmund-Thomson syndroom,
Weary-Kindler syndroom,
dyskeratosis
congenita,
Mendes da Costa syndroom,
poikiloderma with neutropenia (Clericuzio-type),
xeroderma pigmentosum (XP),
Bloom syndroom, hereditary fibrosing
poikiloderma with tendon contractures, myopathy, and pulmonary fibrosis (POIKTMP).
Diagnostiek:De diagnose kan worden gesteld op het klinisch
beeld en de familieanamnese, eventueel een biopt, maar vooral op het aantonen
van de mutatie in het FERMT1 gen. Prenatale screening is mogelijk. Verwijs naar
de klinisch geneticus voor DNA onderzoek en onderzoek van de familie.
PA: Hyperkeratose, atrofie van de epidermis, oedeem
in de dermis, pigmentincontinentie, vacuolisatie van de basale laag, verlies
van retelijsten. Verder splijting, meestal op het niveau van de basale membraan,
maar ook blaarvorming op andere niveaus kan voorkomen (intradermaal, junctional,
supepidermaal). Met immunofluorescentie kunnen antistoffen worden aangetoond
gericht tegen laminin-332 en type IV en type VII collageen.
Therapie:
Voor kinderen met Kindler syndroom is een multidisciplinair team aan te bevelen
bestaande uit een dermatoloog, kinderarts, oogarts, tandarts, MDL arts, uroloog,
gespecialiseerde verpleegkundige en dietist, bij voorkeur in een centrum waar
ervaring is met blaarziekten bij kinderen. De blaren moeten worden verbonden
met geschikte wondbedekkers, meestal vetgazen of siliconen verbanden. Intacte
blaren hoeven niet geopend te worden, als ze pijn doen door druk wel. Blaardak
laten zitten, wel verwijderen als er pus onder zit. De huid kan worden verzorgd
met emollientia en moet worden beschermd tegen trauma en tegen de zon. Controle
door de oogarts, zonodig oogdruppels. Regelmatige controle en behandeling door
de tandarts en mondhygienist. Bij stricturen in de tractus digestivus kunnen
operaties of dilataties nodig zijn. Bij mannen is vaak circumcisie nodig.
Referenties
1. |
Kindler T. Congenital poikiloderma with traumatic
bulla formation and progressive cutaneous atrophy. Br J Dermatol
1954;66:104-111. |
2. |
Weary PE, Manley WF Jr, Graham GF. Hereditary
acrokeratotic poikiloderma. Arch Dermatol 1971;103:409-422. |
3. |
Siegel DH, Ashton GH, Penagos HG, Lee JV,
Feiler HS, et al. Loss of kindlin-1, a human homolog of the Caenorhabditis
elegans actin-extracellular-matrix linker protein UNC-112, causes
Kindler syndrome. Am J Hum Genet 2003;73:174-187. |
4. |
Fine JD, Eady RA, Bauer EA, Bauer JW, Bruckner-Tuderman
L, Heagerty A, Hintner H, Hovnanian A, Jonkman MF, Leigh I, McGrath
JA, Mellerio JE, Murrell DF, Shimizu H, Uitto J, Vahlquist A, Woodley
D, Zambruno G. The classification of inherited epidermolysis bullosa
(EB): Report of the Third International Consensus Meeting on Diagnosis
and Classification of EB. J Am Acad Dermatol 2008;58:931-950. |
5. |
Fine JD, Bruckner-Tuderman L, Eady RA, Bauer
EA, Bauer JW, Has C, Heagerty A, Hintner H, Hovnanian A, Jonkman
MF, Leigh I, Marinkovich MP, Martinez AE, McGrath JA, Mellerio JE,
Moss C, Murrell DF, Shimizu H, Uitto J, Woodley D, Zambruno G. Inherited
epidermolysis bullosa: updated recommendations on diagnosis and
classification. J Am Acad Dermatol 2014;70:1103-1126. |
6. |
Barzegar M, Asadi-Kani Z, Mozafari N, Vahidnezhad
H, Kariminejad A, Toossi P. Using immunofluorescence (antigen) mapping
in the diagnosis and classification of epidermolysis bullosa: a
first report from Iran. Int J Dermatol 2015;54:e416-423. |
7. |
Lelli GJ Jr. Kindler syndrome causing severe
cicatricial ectropion. Ophthal Plast Reconstr Surg 2010;26:368-369. |
8. |
Has C, Burger B, Volz A, Kohlhase J, Bruckner-Tuderman
L, Itin P. Mild clinical phenotype of Kindler syndrome associated
with late diagnosis and skin cancer. Dermatology 2010;221:309-312. |
9. |
Youssefian L, Vahidnezhad H, Uitto J. Kindler
Syndrome. 2016 Mar 3 [Updated 2016 Dec 1]. In: Adam MP, Ardinger
HH, Pagon RA, et al., editors. GeneReviews® [Internet]. Seattle
(WA): University of Washington, Seattle; 1993-2021. Available from:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK349072. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.