Er zijn verschillende caïnen beschikbaar voor de lokale infiltratie anesthesie.
Patiënten kunnen allergisch zijn voor lokale anaesthetica of de conserveringsmiddelen
daar in, daarom is het goed dat er meerdere alternatieven zijn (zie onder
allergie voor lokale anaesthetica). Het meest gebruikt
worden lidocaïne (Xylocaïne) en articaïne (Ultracaïn) waaraan adrenaline (epinefrine)
is toegevoegd.
Voor verdoving van de huid (injecties) wordt een maximum van
200 mg lidocaïne aangegeven in de bijsluiter van de fabrikant, voor lidocaïne
met adrenaline 500 mg. Dit betekent dat per keer van een 2% oplossing (20 mg/ml)
maximaal 25 ml mag worden gebruikt. Dus van de xylocaïne 2% ampullen 1.8 ml
met adrenaline kunnen 14 ampullen worden gebruikt (504 mg). Zie ook
opmerkingen over lidocaïne
in dermatologisch formularium. Met het oog op de steriliteit gebruike men
alleen ampullen voor eenmalig gebruik. De grotere flesjes bevatten bovendien
vaak methylparabenen. Lidocaïne werkt snel. De werkingsduur bedraagt ½ - 2 uur.
Andere anaesthetica zijn: articaïne, bupivacaïne, mepivacaïne, prilocaïne, en
ropivacaïne.
Geneesmiddel: |
Werkt binnen: |
Werkingsduur: |
articaïne |
5 min |
1-3 uur |
(levo)bupivacaïne |
8 min |
3-7 uur |
lidocaïne |
5 min |
½-2 uur |
mepivacaïne |
4 min |
1-3 uur |
prilocaïne |
3 min |
2-2½ uur |
ropivacaïne |
1-15 min |
½½-6 uur |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.