Lymfoedeem is oedeem dat ontstaat t.g.v. een niet
goed aangelegd of geobstrueerd lymfsysteem. Hierdoor ontstaat eiwitrijk oedeem,
in vroeg stadium nog pitting oedeem, later steeds meer non-pitting, door fibrosering
als reactie op de verhoogde eiwitconcentratie in het interstitiële vocht. Eindstadium:
elephantiasis. Symptomen: georganiseerd oedeem, bloktenen
(vierkante contour), tethering (
Stemmer's
sign, niet mogelijk om aan de tenen (basis dig II of III) een huidplooi
op te pakken), papillomatosis (verruceuze huidveranderingen), hyperkeratose,
fissuren, soms ulceratie. Bij uitgebreide papillomatose en hyperkeratose kan
de huid er mosachtig uitzien (
mossy feet).
DD: zie onder
DD van oedeem.
Primair lymfoedeem (ontwikkelings- of functiestoornis van de lymfvaten
en/of de lymfklieren)- congenitaal (aangeboren, < 1 jr)
-
Milroy's disease, erfelijke vorm,
bij geboorte aanwezig danwel in eerste levensjaar manifest
- lymfoedeem
als onderdeel van andere congenitale syndromen (zie onder
Milroy's disease)
- lymfoedema
praecox (primair lymfoedeem manifest < 35 jr)
- familiaal (o.a.
Meige's disease, erfelijke vorm, rond
de puberteit manifest)
- niet-familiaal (meest voorkomende vorm van primair
lymfoedeem, vooral bij vrouwen)
- lymfoedema tarda (primair lymfoedeem manifest >
35 jr)
![Primair lymfoedeem type Milroy (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Primair lymfoedeem type Milroy](../../../afbeeldingen/lymfoedeemmilroy1z.jpg) |
![Primair lymfoedeem type Milroy (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Primair lymfoedeem type Milroy](../../../afbeeldingen/lymfoedeemmilroy2z.jpg) |
![Lymphoedema praecox (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Lymphoedema praecox](../../../afbeeldingen/lymfoedeempraecoxz.jpg) |
lymfoedeem
type Milroy |
scintigrafie |
lymf.
praecox |
Secundair lymfoedeem (obstructie van het lymfesysteem secundair
aan andere aandoeningen)
- infectieus (filariasis)
- maligniteiten
- iatrogeen (chirurgie)
- oncologische ingrepen (inclusief radiotherapie
van klierstations, b.v.
lymfoedeem na mastectomie)
- traumata
- overgewicht (lymfoedeem secundair aan extreme adipositas)
- flebolymfoedeem (speciale vorm van secundair lymfoedeem, t.g.v. langdurige
chronisch veneuze insufficiëntie)
- bij inflammatoire aandoeningen (zie
ook onder
gelokaliseerd lymfoedeem)
Infectie (erysipelas) kan zowel een
preëxistent, gecompenseerd lymfafvloedsysteem doen decompenseren als een bestaand
lymfoedeem verergeren.
![Lymfoedeem (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Lymfoedeem](../../../afbeeldingen/lymfoedeem2z.jpg) |
![Lymfoedeem (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Lymfoedeem](../../../afbeeldingen/lymfoedeembloktenenz.jpg) |
![Lymfoedeem (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Lymfoedeem](../../../afbeeldingen/lymfoedeempapillomatosez.jpg) |
![Lymfoedeem (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Lymfoedeem](../../../afbeeldingen/lymfoedeempostokz.jpg) |
![Lymfoedeem (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Lymfoedeem](../../../afbeeldingen/lymfoedeemadipositas2z.jpg) |
lymfoedeem |
bloktenen |
papillomatose |
post-OK |
adipositas |
Anamnese en lichamelijk onderzoek:Anamnese: type
en aard van klachten, wijze en tijdstip ontstaan en beloop, invloed zwaartekracht,
relatie met inspanning, familieanamnese, voorgeschiedenis en co-morbiditeit,
functionele beperkingen, voorgaande therapieën.
Onderzoek: pitting/non-pitting
oedeem, eenzijdig/tweezijdig, proximaal/distaal, lokaal/diffuus, bloktenen, Stemmer's sign,
fibrosering van huid, papillomatosis, palpabele weerstanden in drainage gebied,
recidief eventuele tumor, aanwezigheid van littekens, tekenen van veneuze insufficiëntie,
hyperpigmentatie, hyperkeratosis van de huid, nagelafwijkingen (dystrofie, verminderde
groeisnelheid), tekenen van acute infectie.
Lymfscintigrafie (via nucleair geneeskundige)
geeft een functionele afbeelding van de lymfvaten, waardoor onderscheid kan
worden gemaakt tussen lymfostatische en niet lymfostatische oedemen. De fysiologische
transport(capaciteit) van radioactief gelabelde eiwitten na subcutane toediening
in het te onderzoeken lichaamsdeel wordt gemeten. Ook alternatieve routes (collateralen,
dermale backflow) en lymfklieren worden gevisualiseerd. Bij goed onderzoek zal
altijd een links-rechts vergelijking worden uitgevoerd. Lymfescintigrafie is
1e keus (sensitiviteit > 90%, specificiteit 100%), beter dan CT, MRI, of
contrastlymfografie. Chronische veneuze insufficientie kan worden uitgesloten
op klinisch beeld en Doppler (Duplex) onderzoek.
Lymfscintigrafie
is geïndiceerd bij:- oedeem op jonge leeftijd
- recidiverende
erysipelas/cellulitis
- discrepantie tussen trauma en persisterende zwelling
- discrepantie tussen subjectieve klachten van patiënt en objectieve zwelling
van extremiteit
- als veneuze pathologie is uitgesloten en diagnose lymfoedeem
op basis van kliniek (nog) niet te stellen is
- chronisch therapieresistent
beenulcus en ernstige chronisch veneuze insufficiëntie
- therapieresistent
lymfoedeem ondanks optimale therapie.
Behandeling:
Doel van de behandeling is het reduceren van of het niet doen toenemen van oedeem,
het verbeteren van de functionaliteit van de extremiteit, en het voorkomen van
complicaties zoals infectie (wondjes voorkomen en goed verzorgen, antibiotica
geven bij eerste tekenen van infectie). Het oedeem kan worden verminderd door
compressietherapie door middel van bandageren met (korte rek) zwachtels, eventueel
in combinatie met
manuele lymfdrainage (vooral aan
de armen). Gecombineerde behandeling leidt tot de beste resultaten. Een andere
methode is
pneumatische compressie (Lymfapress).

Werkt middels een opblaasbaar manchet (werkdruk 40 mmHg, maximaal 120 mmHg)
dat om de extremiteit wordt geplaatst; achtereenvolgende kamers van de manchet
worden in cycli één voor één opgeblazen. Als de gewenste contouren zijn bereikt
moet een
therapeutisch elastische kous (TEK) worden
aangemeten voor de onderhoudsfase van het oedeem. Deze dient levenslang gedragen
te worden. De voorkeur gaat uit naar een vlakbreikous (betere pasvorm en drukverdeling).

Voor de benen een klasse III kous (35-45 mm Hg), armen een vlakbreikous 25-35
mm Hg. De kous dient te worden aangemeten door een adequaat geschoolde bandagist.
Chirurgische therapie: heeft vooral positie in
de behandeling van post-oncologische (secundaire) lymfoedemen met destructie
van klierstations en hoofdlymfvaten.

-
Reductiechirurgie: geeft mechanische verlichting
en bestaat uit weefselexcisie en/of lymfo-liposuctie.
-
Microchirurgie:
lymfatico-veneuze shunts en lymfvatinterpositie, wordt mondiaal op geringe schaal
toegepast.
Veel goede informatie over lymfoedeem voor arts en patiënt
is te vinden op
www.lymfoedeem.nl.
Via deze site zijn ook de adressen te vinden van hulpverleners die manule lymfdrainage
kunnen toepassen.
Referenties
1. |
NVDV richtlijn lymfoedeem 2013. |
2. |
Lymfoedeem. In Neumann et al. Leerboek Flebologie,
2003, hoofdstuk 22. |
3. |
Mortimer P S. Swollen lower limb - lymphoedema.
Br Med J 2000;320:1527-1530. |
4. |
Tiwari A, Cheng KS, Button M, Myint F, Hamilton
G. Differential diagnosis, investigation and current treatment of
lower limb lymphoedema. Arch Surg 2003;138:152-61. |
Auteur(s):dr. W.F.M. Goldschmidt. Dermatoloog,
Ziekenhuis Amstelland, Amstelveen.
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.