Een
Madura foot (maduromycosis, maduramycosis, mycetoma,
eumycetoma) is een gezwollen en geïnfecteerde voet, met daarin een chronische
granulomateuze ontsteking, veroorzaakt door
Actinomyces (een overgangsvorm
tussen een bacterie en een schimmel) of door echte fungi (
Eumycetes).
Bij infectie door fungi (60%) wordt het
eumycetoma
genoemd, bij infectie door
Actinomycetes
(40%) wordt het
mycetoma of
actinomycetoma
genoemd. Ook de term
diepe mycose wordt
gebruikt. Een klinisch identiek beeld kan men zien bij
botryomycosis,
veroorzaakt door conglomeraten van stafylokokken of andere bacteriën die niet
goed door het lichaam kunnen worden opgeruimd, bijvoorbeeld bij AIDS en andere
afweerstoornissen. Een Madura voet komt endemisch voor in Afrika, India en Centraal
en Zuid Amerika. Het wordt vaak opgelopen door met blote voeten rondlopen, via
infectie vanuit de bodem, vooral als er wondjes zijn aan de voetzool, of via
splinters. De naam is afgeleid van de Indiase stad Madurai, waar het al rond
1850 werd beschreven. De infecties kunnen zeer moeilijk te bestrijden zijn en
grote schade aanrichten, met destructie van weke delen en botten, en chronische
osteomyelitis.
Verwekkers:Actinomycetes (
Actinomadura
madurae, Actinomadura pelletieri, Actinomyces israelii, Streptomyces somaliensis,
Nocardia spp.)
Eumycetes (
Pseudallescheria boydii (Scedosporium
apiospermum), Madurella mycetomatis)
Botryomycosis (
Staphylococcus
aureus, Staphylococcus epidermidis, Pseudomonas aeruginosa, Escherichia coli,
Proteus, Bacteroides)
Klinisch beeld:Begint met enkele abcesjes, vaak
langzaam progressief en weinig pijnlijk. Uiteindelijk een sterk gezwollen voet
met daarin geïndureerde gebieden, granulomateuze ontstekingshaarden, abcessen
en fistelvorming. Uit de openingen kunnen gekleurde (rood, wit, geel of zwart)
korrels komen of pus. De botten kunnen zijn aangetast (lysis, osteomyelitis).
De voet kan worden verwoest, verminkt. Soms is amputatie nodig. Lymfoedeem kan
optreden. Bij slechte afweer kan de infectie zich verspreiden naar andere organen,
longen, met fatale afloop. Mycetoma en eumycetoma kunnen ook in het gelaat voorkomen
en elders op het lichaam.
DD:Mycobacteriële infectie
(
lepra,
tuberculose,
atypische mycobacteriën,
Buruli ulcus,
mycobacterium chelonae),
botryomycosis (bij AIDS, immunosuppressiva,
congenitale immuun-deficiënties), osteomyelitis,
sarcoïdose, tumoren (
plaveiselcelcarcinoom
en andere),
neuropathische voet,
blastomycosis,
coccidiomycosis,
Leishmaniasis,
yaws,
lues,
T-cel lymfoom,
Kaposi sarcoom.
Diagnostiek:
Kweek, biopt. Materiaal moet uit een representatieve plek (diep) worden afgenomen.
Vraagstelling bij de PA is: micro-organismen? De kweek is belangrijk om de verwekker
te vinden (eventueel PCR). De microbioloog moet weten dat het om verdenking
diepe mycose gaat om de juiste kweekmedia in te zetten. Gecombineerde infecties
komen voor, ook bacteriële superinfectie van een diepe mycose. Bij banale kweekresultaten
(S. aureus) ook de optie van botryomycosis overwegen. De kleur van (zwavelhoudende)
korrels die vrijkomen kan een hint geven (zie onder). Verder afbeeldend onderzoek
(X-voet, CT-scan of MRI). Onderzoek naar een gestoorde afweer (HIV-test).
Kleur korrels of afscheiding: Rood:
Actinomadura pelletieri, Streptomyces somaliensis.Wit of
geel: Acremonium strictum, Actinomadura madurae, Aspergillus nidulans,
Noetestudina rosatii, Phaeoacremonium krajdenii, Pseudallescheria boydii, Streptomyces
somaliensis, Nocardia asteroides (geel), Nocardia brasiliensis (geel).
Zwart: Aspergillus terreus, Curvularia lunata, Cladophialophora
bantiana, Exophiala jeanselmei, Leptosphaeria senegalensis, Leptosphaeria tompkinsii,
Madurella grisea, Madurella mycetomatis, Pyrenochaeta romeroi.
Therapie:Chirurgisch debridement, gevolgd door langdurige
antibiotische (6 maanden) of antimycotische (> 10 maanden) behandeling. Eumycetoma
kan moeilijk te behandelen zijn, soms is amputatie noodzakelijk. Ook bestraling
is een optie. Overleg met een microbioloog over de keuze van antibiotica.
Actinomycetoma:R/ combinatietherapie cotrimoxazol
(trimethoprim-sulfamethoxazol) 2 dd 960 mg +dapson 2 dd 100 mg.
R/ combinatietherapie
cotrimoxazol 2 dd 960 mg +dapson 2 dd 100 mg + amikacine 7.5-15 mg/kg/dg.
R/ combinatietherapie cotrimoxazol 2 dd 960 mg + amikacine 7.5-15 mg/kg/dg +
rifampicine 2 dd 300 mg.
R/ gentamycine i.v. gevolgd door 6 maanden cotrimoxazol
2 dd 960 mg + doxycycline 2 dd 100 mg.
R/ rifampicine 2 dd 300 mg.
R/
amikacine + imipenem.
Eumycetoma:Chirurgische excisie.
R/ itraconazol 1 dd 200 mg (bij P. boydii effectief).
R/ Vfend (voriconazol)
2 dd 200 mg.
R/ Noxafil (posaconazol) 2 dd 400 mg.
R/ ketoconazol (In
Nederland uit de handel vanwege de toxiciteit).
R/ amfotericine B 1-3 mg/kg/dag.
Referenties
1. |
Fahal AH. Mycetoma: a thorn in the flesh.
Trans R Soc Trop Med Hyg 2004;98(1):3-11. |
2. |
Lichon V, Khachemoune A. Mycetoma: a review.
Am J Clin Dermatol 2006;7(5):315-321. |
3. |
Ahmed AA, van de Sande WW, Fahal A. et al.
Management of mycetoma: major challenge in tropical mycoses with
limited international recognition. Curr Opin Infect Dis 2007;20(2):146-151. |
4. |
Davis JD, Stone PA, McGarry JJ. Recurrent
mycetoma of the foot. J Foot Ankle Surg 1999;38(1):55-60. |
5. |
Ramam M, Bhat R, Garg T, et al. A modified
two-step treatment for actinomycetoma. Indian J Dermatol Venereol
Leprol 2007;73(4):235-239. |
6. |
Ahmed AA, van de Sande W, Fahal AH. Mycetoma laboratory diagnosis: Review article. PLoS Negl Trop Dis 2017;11(8):e0005638. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.