Neurofibromatose is een erfelijk neurocutaan syndroom
dat bij circa 1 op de 3000 mensen voorkomt. In Nederland zijn er circa 4000-6000
neurofibromatose patiënten. De meest voorkomende vorm (neurofibromatose type
1) wordt veroorzaakt door een mutatie in het NF1-gen dat codeert voor het eiwit
neurofibromine. Neurofibromine remt het eiwit RAS en als het RAS-eiwit te actief
is ontstaat ongelimiteerde celgroei. Het speelt ook een rol bij de uitwisseling
van signalen tussen hersencellen. Hierdoor kunnen leer-, psychische-, gedrag-
en motorische stoornissen optreden. NF wordt ook wel de
ziekte van
Von Recklinghausen genoemd, naar de Duitse arts Friedrich Daniel
von Recklinghausen die als eerste de zogenaamde neurofibromatosis beschreef.
Het klinisch beeld is sterk wisselend, soms zijn maar een paar onderdelen
van het syndroom aanwezig. De kenmerkende huidafwijkingen zijn
neurofibromen,
café au lait maculae, en
axillary freckling.
Naast gegeneraliseerde NF1 bestaat ook een zeldzame segmentale vorm (mosaïcisme).
Er bestaan verschillende subtypen van neurofibromatose.
Indeling neurofibromatosis: |
neurofibromatosis type 1 (NF-1: von Recklinghausen) neurofibromatosis
type 2 (NF-2: vestibulaire schwannomen) neurofibromatosis type
3 (NF-3: mixed) neurofibromatosis type 4 (NF-4: variant) neurofibromatosis
type 5 (NF-5: segmentale vorm, café-au-lait vlekken en/of neurofibromen)
neurofibromatosis type 6 (NF-6: alleen café-au-lait vlekken)
neurofibromatosis type 7 (NF-7: late onset) overige neurofibromatosen,
niet nader omschreven (NF-NOS): - segmentale NF1
(mosaïcisme) - autosomaal dominante geïsoleerd voorkomende
café au lait vlekken - Watson syndroom
- Schwannomatosis - Legius syndroom
(neurofibromatosis type 1-like syndroom) |
Neurofibromatosis type 1 (NF1) (von Recklinghausen)
(
OMIM
162200) is een syndroom
gekenmerkt door aanwezigheid van
café au lait maculae, tumoren uitgaande van het zenuwstelsel (neurofibromen
bij NF1, Schwannomen bij NF2) en
Lisch noduli.
Autosomaal dominant, in ca de helft nieuwe mutatie, variabele expressie. De
diagnose kan worden bevestigd met
DNA-diagnostiek,
dit kan in Rotterdam (zie formulier
DNA-diagnostiek Erasmus).
Ook onderdeel van het syndroom kunnen zijn:
macrocephalie, klein postuur, verminderde intelligentie, epilepsie, scoliose,
en (zeldzamer) CZS-tumoren, spinale neurofibromen, sarcoma en rhabdomyosarcoma,
pseudoarthrosis fibula (en tibia), aquaductstenose, gastrointestinale neurofibromen,
nierarteriestenose, feochromocytoom, duodenumcarcinoom, congenitaal glaucoom,
juveniel xanthogranuloom, leukemie en cerebrovasculaire incidenten.
Diagnostische criteria neurofibromatosis (2021): |
A. Patiënten waarvan de ouders geen neurofibromatose hebben:
aanwezigheid van twee of meer van de volgende symptomen:
B. Patiënten waarvan één van de ouders neurofibromatose heeft:
aanwezigheid van één of meer van de volgende symptomen:
- 6 of meer café
au lait vlekken (> 5 mm in doorsnee voor puberteit, >
15 mm na puberteit) - axillary
freckling: multipele axillaire of inguinale kleine café au lait vlekken
(1-3 mm doorsnede) Tenminste één van de twee typen
pigmentvlekken (café au lait vlekken of axillary freckling)
moeten bilateraal aanwezig zijn - 2 of meer neurofibromen of 1 plexiform
neurofibroom - N. Opticus of chiasma-opticum glioom - 2 of meer Lisch noduli:
geel-bruine noduli < 2 mm (hamartomen) op de iris of 2 of
meer choroid afwijkingen (bright, patchy nodules imaged by
optical coherence tomography) - specifiek
primair botdefect (bijvoorbeeld dysplasie van het os
sphenoidale, anterolateral verbuiging van de tibia, pseudoarthrose van één
van de lange pijpbeenderen - detectie van een heterozygote
pathogene NF1 variant met een variant allel fractie van 50% in
ogenschijnlijk normale weefsels zoals witte bloed cellen
Als er alleen café au lait macula en freckling aanwezig
zijn dan is het meestal klassieke NF1, maar in zeldzame gevallen
kan het een ander syndroom zijn waarbij
café au lait macula
aanwezig zijn, zols het
Legius syndroom.
Dysplasie van het os sphenoidale wordt niet als apart symptoom
meegeteld als er een ipsilateraal orbitaal
plexiform neurofibroma aanwezig is dat al gescoord is. |
Café au lait vlekken
Café au lait macula zijn egaal
lichtbruin gepigmenteerde maculae (0.5-50 cm), niet exclusief voor NF indien
minder dan 6. Eerste begin van de ziekte, komt ook (zelden) geïsoleerd voor.
Bij > 80%, neemt toe tijdens eerste levensjaar. Overige manifestaties kunnen
pas op oudere leeftijd volgen.
Axillary
freckling (multipele kleine café au lait macula in de oksels en liezen)
komt voor bij circa 80%).
|
|
|
café au
lait macula |
café au
lait macula |
café au
lait macula |
|
|
|
axillary
freckling |
axillary
freckling |
inguinal
freckling |
NeurofibromenNeurofibromen ontstaan later, na het
10e jaar. Bij 60-90%, Het zijn tumoren van spoelvormige cellen uitgaande van
de zenuwkapsels, niet lokaal invasief. Dermale neurofibromen liggen in de dermis
en epidermis, gaan uit van kleine huidzenuwen, zijn niet ingekapseld, mobiel,
en kunnen eenvoudig verwijderd worden. Nodulaire neurofibromen gaan uit van
de grote perifere zenuwen, zijn vaster aanvoelend, ingekapseld, kunnen neurologische
symptomen geven door druk op de zenuwen waar ze aan gefixeerd zijn, en zijn
moeilijker te verwijderen vanweg hun relatie tot de zenuwen.
|
|
|
neurofibromen |
neurofibromen |
neurofibromen |
|
|
|
neurofibromen |
neurofibromen |
neurofibromen |
|
|
|
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
NeurofibromenPlexiforme neurofibromen
Tumoren uitgaande van perifere zenuwen, spoelvormige cellen, lokaal invasief.
Komt voor bij circa 10%, ontstaat vaak pas rond 4-5e levensjaar. Kunnen ontaarden
in een maligne sarcoom (2-5%). Er is een diffuse vorm (grote subcutane zwellingen,
slecht afgrensbaar van de omgeving, moeilijk te verwijderen) en een nodulaire
vorm.
|
|
|
plexiforme
neurofibromen |
plexiforme
neurofibromen |
plexiforme
neurofibromen |
Beleid:Eerste 2 jaar regelmatige controle op ontwikkeling
plexiforme neurofibromen, glaucoom, botdefecten en pseudoarthrosis. Jaarlijkse
controle (nieuwe lesies, bloeddruk). Aandacht voor leerachterstand en psychische
gevolgen. Excisie van storende lasies. Biopt, MRI, PET-scan bij verdenking op
plexiforme neurofibromen of maligne sarcoom. Er zit een bepaald verloop in de
klachten die kunnen ontstaan (zie grafiek).
Vanuit de landelijke
neurofibromatosis expertise centra wordt geadviseerd om patiënten die aan de
klinische criteria lijken te voldoen door te verwijzen naar een klinisch
geneticus. Die kan DNA onderzoek doen om de diagnose te bevestigen, maar ook
de familie in kaart brengen en adviezen geven. Met name als er kinderen zijn
of als er een kinderwens is, is dat belangrijk. Er zijn meer mogelijkheden
dan voorheen, waaronder in vitro fertilisatie met embryoselectie, om
nakomelingen te krijgen zonder het NF1 gen.
Zie ook
www.neurofibromatose.nl.
Referenties
1. |
Legius E, Messiaen L, Wolkenstein P,
Pancza P, Avery RA, et al.; International Consensus Group on
Neurofibromatosis Diagnostic Criteria (I-NF-DC). Revised
diagnostic criteria for neurofibromatosis type 1 and Legius
syndrome: an international consensus recommendation. Genet Med
2021;23(8):1506-1513.
PDF |
Neurofibromatosis type 2 (F2) (Wishart) (
OMIM
101000) is zeldzamer,
ook met
café au lait vlekken
en tumoren uitgaande van zenuwen, echter histologisch Schwannomen (S-100 kleuring).
De meeste patiënten hebben tevens bilaterale n. acusticus neurinomen.
Diagnostische criteria:- bilaterale vestibulaire Schwannomen
(VS), of:
- NF2 in de familie plus eenzijdige VS, of:
- NF2 in de familie
plus 2 of meer uit de volgende symptomen: meningeoom, glioom, Schwannoom, juveniele
posterior subcapsulaire glasvocht troebeling, juveniel corticaal cataract.