ONCOLOGISCHE WONDEN / ULCERENDE MALIGNITEITEN home ICD10: C79.2

Het komt helaas voor dat een maligne tumor die niet meer te behandelen is doorgroeit of metastaseert naar de huid en daar een ulcererende tumor vormt met veel (zwarte of gele) necrose. Dit soort ulcererende maligniteiten veroorzaken veel ongemak: naast pijn ook een naar uitziende wond, zorg nodig, lekkage, bloedingen, en vaak een onaangename geur. Meestal worden de vragen en problemen opgelost door (gespecialiseerde) thuiszorg en de huisarts. Het kan zijn dat een dermatoloog om advies wordt gevraagd voor het wondbeleid.

Oncologische wond Oncologische wond Oncologische wond
oncologische wond oncologische wond oncologische wond

Foto midden: James Heilman - Wikimedia (Creative Commons License 3.0).


Wondbeleid:
Ook oncologische wonden kunnen worden ingedeeld conform het zwart-geel-rood model in zwarte wonden, gele wonden en rode wonden. Zwarte necrose wordt normaliter verwijderd, maar in een oncologische wond is men terughoudender, vanwege kans op bloedingen en het snel opnieuw vormen van zwarte necrose. Necrose wordt uiteindelijk door enzymatische processen in de wond ook wel opgelost. Mechanisch debridement door frequente verbandwisseling met vochtige gazen gedrenkt in NaCl of in antiseptische oplossingen (EUSOL-paraffine, metronidazol gel 1% FNA) kan dit ondersteunen. Als verbandwisseling pijn of bloedingen veroorzaakt bij het lostrekken van verbanden dan moet er een niet-verklevende laag tussen, bijvoorbeeld vetgazen of siliconenverband. Bloedingen en hypergranulerende wonden kunnen worden aangestipt met zilvernitraatstift. Er bestaan ook bloedstelpende verbanden, zoals Kaltostat alginaatverband en gelatinesponzen. Eventueel kan adrenaline oplossing 1 mg/ml in de wond worden gedruppeld bij bloedingen. Soms moet een vat worden onderbonden. Oncologische wonden kunnen rood zijn maar toch niet genezen omdat de bodem tumorweefsel bevat. Hypergranulatieweefsel kan ook worden bestreden met Dermovate crème of zalf. Pijn wordt bestreden met pijnstillers, eventueel kunnen ook lokale anaesthetica worden gebruikt zoals morfine gel (morfine gemengd met IntraSite gel), Instillagel, EMLA crème.

Bestrijden van vieze geuren:
Stinkende wonden worden veroorzaakt door overgroei van bacteriën, vooral anaëroben, in necrotisch weefsel. Dit kan worden bestreden door necrose te verwijderen, maar daar is men terughoudend in bij oncologische wonden. Een andere optie is om antiseptische oplossingen te gebruiken zoals EUSOL-paraffine, metronidazol gel, azijnzuuroplossing 1%, en andere antibacteriële middelen voor gebruik in wonden. Er bestaan ook geurneutraliserende wondbedekkers met een laag actieve kool verwerkt in het verband. Een andere oplossing is de wond afsluiten met een hydrocolloidverband of een stomazak. Geuroverlast in kamers kan worden geneutraliseerd door het neerleggen van versgemalen koffie of door geursprays met citroengeur.

R/ EUSOL-paraffine FNA (natriumhypochloriet oplossing gemengd met vloeibare paraffine in een emulsie, gazen hiermee ruim doordrenken en dit 2 dd aanbrengen in de wond.
R/ Metronidazol 1% in carbomeerwatergel FNA.
R/ metronidazol gel 0.75%, tube à 30 g, 2 dd.
R/ clindamycine 3 dd 300-600 mg (tegen anaëroben).
R/ ciprofloxacine 2 dd 750 mg (bij Pseudomonas).
R/ metronidazol 2-3 dd 250 mg (tegen anaëroben).
R/ Azijnzuuroplossing 1% FNA (bij Pseudomonas).

Rontgenulcera:
Een aparte categorie zijn de röntgenulcera, die heel diep kunnen zijn en geen enkele genezingstendens vertonen. Bij de behandeling daarvan is het belangrijk om te weten of er nog tumorweefsel is, of dat de bestraling succesvol was. Als het gaat om een bestraalde tumor waarbij de behandeling gefaald heeft, dan is het niet zinvol om (belastende) behandelingen uit te voeren om de wond proberen te genezen. Was de behandeling wel succesvol, dan kan er worden geprobeerd om de wond te sluiten. Diepe en inerte röntgenulcera kunnen soms genezen d.m.v. hyperbare zuurstoftherapie. Daarnaast kunnen producten worden gebruikt gericht op het bestrijden van infecties (EUSOL-paraffine) en het oplossen van necrose. Vaak is uiteindelijk een radicale plastisch chirurgische interventie (excisie van het defect tot in gezond weefsel en sluiten d.m.v. een plastiek) nodig.

Wondproducten en wondbedekkers:
De genoemde wondproducten zijn verkrijgbaar bij verschillende leveranciers. Zie voor de gedetailleerde productinformatie de website www.wondbedekkers.nl

Antiseptische producten voor gebruik in wonden achtergrondinformatie
Geurneutraliserende verbanden achtergrondinformatie
Bloedstelpende producten achtergrondinformatie
Vetgazen achtergrondinformatie
Siliconengazen achtergrondinformatie
Alginaten achtergrondinformatie
Hydrocolloïden achtergrondinformatie
Zilvernitraat stift achtergrondinformatie
Pijnstillende producten achtergrondinformatie
Absorberende kompressen achtergrondinformatie


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 C79.2 Secundair maligne neoplasma van huid: oncologische wond / ulcus
ICD10 C79.2 Secondary malignant neoplasm of skin: oncological wound / ulcer
SNOMED 870711002 Ulcer due to cancer
DBC 14 Maligne dermatosen