Psoriasis vulgaris (gewone psoriasis) is de term voor
de klassieke psoriasis, met scherp begrensde verheven erythemato-papulo-squameuze
lesies (plaques, papels) van wisselende grootte op de voorkeurslokalisaties
(strekzijde elleboog en knie, vaak symmetrisch, stuit boven bilspleet, behaarde
hoofd, rond de navel). Onbehandeld zijn de plekken wit en schilferend (
kaarsvetfenomeen).
Psoriasis kan over het gehele lichaam aanwezig zijn (erytrodermie) en kent topografische
varianten en morfologische varianten. Psoriasis komt bij 2-4% v.d. Nederlandse
bevolking voor. Het kan op elke leeftijd beginnen, ongeacht of het
in de familie voorkomt, en heeft een
chronisch karakter. De pathogenese is nog steeds niet geheel opgehelderd. Een
verhoogd aantal cellen is in deling en er is abnormale uitrijping van epidermale
cellen (hyperkeratose, parakeratose (kaarsvetfenomeen), wisselende acanthose,
hoogoplopende dermale papillen (puntbloedinkjes), geen stratum granulosum).
Als luxerende factoren worden o.a. genoemd beta- blokkers, ACE-remmers, lithiumcarbonaat,
chloroquin, infecties m.n. streptokokken, trauma van de huid (
Köbnerfenomeen)
en psychosociale stress.
|
|
|
psoriasis
vulgaris |
psoriasis
vulgaris |
erytrodermie |
|
|
|
psoriasis
capitis |
psoriasis
capitis |
psoriasis
pustulosa |
|
|
|
psoriasis
inversa |
psoriasis
inversa |
psoriasis
inversa |
|
|
|
psoriasis
guttata |
psoriasis
guttata |
acrodermatitis
continua |
|
|
|
nagel
psoriasis |
nagel
psoriasis |
nagel
psoriasis |
Psoriasis capitis,
psoriasis unguium,
psoriasis inversa en
psoriasis artropathica
(of artritis psoriatica) kunnen voorkomen in het kader van een psoriasis vulgaris,
maar ook geïsoleerd.
Acrodermatitis
continua (Hallopeau) komt vaak geïsoleerd voor. De term psoriasis pustulosa
palmoplantaris geeft verwarring, het is beter om psoriasis palmoplantaris te
gebruiken voor een patiënt met echte bewezen psoriasis aan de handpalmen of
voetzolen, en de term pustulosis palmoplantaris (Andrews Barber) voor het typische
beeld met pustels van wisselende grootte palmoplantair. De
ziekte van Andrews Barber is een
aparte entiteit.
Histologie:Hyperkeratose, parakeratose
(kaarsvetfenomeen), wisselende acanthose, verlengde retelijsten, hoogoplopende
dermale papillen (puntbloedinkjes), geen stratum granulosum.
|
|
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
|
|
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
Therapie:De voorkeur voor een bepaalde therapie
wordt mede bepaald door gebruiksvriendelijkheid en bijwerkingsprofiel. In eerste
instantie probeert men uit te komen met
lokale therapie,
tenzij de psoriasis zeer uitgebreid is. Meestal een
klasse III-IV
corticosteroïd of een combinatie preparaat (Diprosalic, calcipotriol
/ betamethason). Indien lokale therapie onvoldoende effectief is, of te veel
bijwerkingen geeft of te bewerkelijk wordt voor de patiënt, is
lichttherapie
de volgende stap. Meestal is dat
UVB TL-01 (smalspectrum
UVB).
PUVA is ook een optie, maar kan meer bijwerkingen
opleveren vanwege de psoralenen. In het algemeen probeert men niet vaker dan
1 keer per jaar een lichttherapie kuur te geven, om de UV-belasting van de huid
te beperken, maar in bijzondere gevallen kan men daar van afwijken. Als ook
lichttherapie, al dan niet gecombineerd met
dagbehandeling
(licht, teer, bad) niet meer helpt dan is
systemische therapie
de volgende stap. Voor de introductie van de biologicals zijn de
conventionele systemische therapieën wel eens in een voorkeursvolgorde
gezet op grond van werking en bijwerking. Zowel expert-based als evidence based
is die volgorde
methotrexaat,
ciclosporine,
neotigason,
fumaarzuur,
prednison. Neotigason en fumaarzuur staan op een lagere
plaats omdat ze niet bij iedereen even goed werken, maar als ze werken en goed
verdragen worden kan men er langdurig mee doorgaan. Prednison wordt liever niet
gebruikt omdat het na staken een reboundfenomeen geeft. De laatste jaren is
er meer waardering voor fumaarzuur, en in richtlijnen verschijnt fumaarzuur
nu als een eerste keuze middel, of gepositioneerd direct na methotrexaat. Een
nieuw middel, geen biological maar ook niet behorend tot de groep conventionele
therapieën is
Otezla (apremilast). De plaats hiervan
is nog niet duidelijk. Werkt een bepaalde therapie niet (meer) dan wordt een
andere gekozen (het principe van de
rotational therapy),
in een latere fase kan dezelfde therapie weer wel werken. Indien de conventionele
middelen niet werken of teveel bijwerkingen hebben, en de patiënt heeft een
plaque type psoriasis van voldoende ernst, dan komen de
biologicals
in aanmerking. Dit zijn ook de vergoedingscriteria, biologicals zijn zeer dure
geneesmiddelen. Patiënten prefereren de biologicals vanwege het gebruiksgemak
en de kwaliteit van leven die ze er voor terugkrijgen boven alle andere therapieën.
Toch staan de biologicals op de laatste plaats, vanwege de kosten, maar niet
alleen daarom. Ze beïnvloeden het immuunsysteem, met enkele consequenties om
rekening mee te houden. Van de biologicals was
Enbrel (etanercept)
(fusieproteïne van TNF receptor en IgG1) het eerste poliklinische middel, waardoor
veel patiënten daar mee begonnen zijn, en mee door zijn gegaan zolang het bleef
werken. Enbrel veroorzaakt weinig problemen zoals antistofvorming.
Remicade (infliximab) en
Humira (adalimumab)
(beiden anti-TNF-alfa) kwamen daarna, sinds 2009 is ook
Stelara
(ustekinumab) (anti-IL12, anti-IL23) beschikbaar en sinds 2015
Cosentyx (secukinumab) (anti-IL-17A) en
Otezla (apremilast) (fosfodiesterase E4-remmer, remt TNF-α,
IL-23, IFN-alpha, en IFN-gamma). In 2016 is ook
Taltz (ixekizumab)
(anti-IL-17A) toegelaten op de Nederlandse markt. Daarna kwamen
Cimzia (certolizumab pegol) (anti-TNF-α),
Kyntheum
(brodalumab) (anti-IL-17A),
Tremfya (guselkumab)
(anti-IL-23),
Ilumetri (tildrakizumab) (anti-IL-23)
en
Skyrizi (risankizumab) (anti-IL-23). In 2021 is
Bimzelx (bimekizumab) geregistreerd (anti-IL-17A,
anti-IL-17F, anti-IL-17AF). In 2024 werd
Sotyktu
(deucravactinib) toegevoegd aan het assortiment.
De voorkeursvolgorde van de
biologicals
varieert door de jaren heen, en is afhankelijk van de ervaringen van de
dermatologen, maar ook van factoren zoals de vergoedingsstatus, de
inkoopprijs en preferentiebeleid. In het begin kregen alle patiënten
etanercept. In 2011 werd adalimumab eerste keus omdat dat maar eens in de 14
dagen gegeven hoeft en gemiddeld goedkoper was dan etanercept, en daarna
ustekinumab (dat zijn plaats nog moest verdienen). Inmiddels worden veel
patiënten die 2 keer per week 50 mg etanercept gebruikten teruggezet naar 2
x per week 25 mg, of 1 keer per week 50 mg. Bij een groot deel van de
patiënten (maar helaas niet allemaal) werkt dat even goed, en door deze
halvering is de prijs van etanercept weer concurrerend. Ustekinumab in de
hoge dosering (90 mg) was prijzig; in 2015 is de prijs verlaagd en kost 90
mg bijna evenveel als 45 mg waardoor het voorschrijven van ustekinumab weer
aantrekkelijker werd. Veel patiënten met psoriasis hebben ook overgewicht en
hebben de hogere dosering nodig. Sinds 2015 is ook secukinumab (anti IL-17A)
beschikbaar, een concurrent van ustekinumab, maar wel duurder. Ustekinumab
heeft de voorkeur bij therapie-ontrouw, het hoeft maar eens per 3 maanden te
worden gegeven. Infliximab wordt meestal achter de hand gehouden als laatste
keuze, omdat patiënten hiervoor opgenomen moeten worden, en omdat er vaker
antistofvorming optreedt dan bij adalimumab of etanercept. Als adalimumab
niet werkt is het niet waarschijnlijk dat infliximab wel werkt, omdat dit
hetzelfde molecuul is. Het kan wel nuttig zijn bij een patiënt met
overgewicht: de dosering van 40 mg adalimumab per 2 weken is dan te laag,
infliximab wordt per lichaamsgewicht gedoseerd en de dosis kan nog
individueel worden verhoogd of het interval verkort. Er zijn inmiddels ook
biosimilars van infliximab (Remsima, Inflectra), die aanzienlijk goedkoper
kunnen worden ingekocht. Er is sinds 2016 ook een biosimilar van etanercept
(Benepali). Globaal werd toen de volgorde adalimumab of etanercept in de
lage dosering, ustekinumab, secukinumab, infliximab. Inmiddels zijn er weer
nieuwe biologicals bijgekomen (ixekizumab, risankizumab, guselkumab,
tildrakizumab, brodalumab, bimekizumab, spesolimab).
Biologicals voor
psoriasis zijn vaak ook effectief voor andere inflammatoire aandoeningen
zoals reumatoïde artritis, m. Crohn, of hidradenitis suppurativa. Zie het
overzicht van
de werkzaamheid van biologicals voor verschillende indicaties.
Overzicht therapie bij psoriasis: |
Lokale therapie: corticosteroïden
corticosteroïden + salicylzuur calcipotriol en calcitriol
corticosteroïden + calcipotriol teerpreparaten cignoline |
Lichttherapie: UVB PUVA zonlicht
lokale PUVA Zon en Zee kuren, Dode Zee (Heliobalneo-thalasso-therapie) |
Systemische therapie: methotrexaat
fumaarzuur ciclosporine Neotigason (acitretine) Otezla
(apremilast) prednison (reboundfenomeen) |
Combinaties: teer + cignoline
retinoïden + PUVA (Re-PUVA) teer - PUVA (Goeckermann) teer
+ baden + PUVA/UVB (dagbehandeling) |
Biologicals: Bimzelx (bimekizumab)
Cimzia (certolizumab pegol) Cosentyx (secukinumab) Enbrel
(etanercept) Humira (adalimumab) Ilumetri (tildrakizumab)
Kyntheum (brodalumab) Remicade (infliximab) Skyrizi (risankizumab)
Sotyktu (deucravactinib)
Spevigo (spesolimab)
Stelara (ustekinumab) Taltz (ixekizumab) Tremfya (guselkumab)
|
Indifferente therapie: vette zalven
keratolytica (salicylzuur, ureum) keratolytica behaarde hoofd |
Lokale therapie bij psoriasisZie ook onder:
middelen voor de droge huid;
teerpreparaten;
middelen voor het behaarde hoofd;
en de
zalfkiezer.
Indifferente therapie: R/ paraffine-vaseline
aa.
R/ Koelzalf zonder rozenolie FNA, 100 g, 500 g.
R/ Lanettezalf FNA
(unguentum lanette FNA), 100 g, 500 g.
R/ Cetomacrogolzalf FNA (unguentum
cetomacrogolis FNA),100 g, 500 g.
Keratolytische therapie:
R/ salicylzuur 10% of 20% in vaseline.
Losweken van schilfers
behaarde hoofd:R/ 25% cetiol V in (basis pro) cetomacrogolzalf
FNA, pot à 250 g.
R/ 25% cetiol V in (basis pro) ung lanette FNA, pot à 250
g.
R/ paraffine capitis lotion, flacon à 250 ml (Fagron nr. 103413).
R/
axungia (adeps suillus, reuzel, varkensvet), pot à 100 of 500 g.
R/ Cetomacrogolsmeersel
FNA (linimentum cetomacrogolis), pot à 100 of 500 g.
R/ Lanettesmeersel FNA
(linimentum lanette), pot à 100 of 500 g.
R/ Unguentum lanette FNA (vet),
tube à 100 g (Fagron nr. 103601).
Corticosteroïden:
R/ Betnelan zalf (betamethasonvaleraat 0.1%), tube à 25 of 30 g.
R/ Diprosone
zalf (betamethasondipropionaat 0.05%), tube à 100 g.
R/ Cutivate zalf (fluticasonpropionaat
0.005%), tube à 30 of 100 g.
R/ Locoid oleogel (hydrofoob, zalf) (hydrocortison-17-butyraat
0.1%), tube à 30 of 100 g.
R/ Elocon zalf (mometasonfuroaat 0.1%) (vet wateremulgerende
zalf), tube à 30 g
R/ Dermovate zalf (clobetasolpropionaat 0.05%), tube
à 30 of 100 g.
R/ Diprolene zalf (betamethasondipropionaat 0.05%), tube à
50 g.
Combinatie preparaten met calcipotriol:
R/ calcipotriol / betamethason gel, flacon à 60 g.
R/ calcipotriol / betamethason
zalf, tube à 60 g.
Calcipotriol en calcitriol:
R/ calcipotriol zalf, tube à 30, 60 of 100 g.
R/ calcipotriol crème, tube
à 30, 60 of 100 g.
R/ calcipotriol lotion, tube à 30, 60 of 100 g.
R/
Silkis zalf (calcitriol zalf), tube à 30 of 100 g.
Corticosteroiden
voor het behaarde hoofd:R/ Locoid (hydrocortison-17-butyraat
0.1%) scalplotion, flacon à 30 of 100 ml.
R/ Locoid crelo, flacon à 30 of
100 g.
R/ Topicorte lotion (o/w emulsie), flacon à 15, 60 of 120 g.
R/
Betnelan scalplotion (vloeistof voor cutaan gebruik) (betamethasonvaleraat 0.1%),
flacon à 30 of 100 ml.
R/ Diprosone scalplotion, flacon à 100 ml.
R/ Dermovate
(clobetasolpropionaat 0.05%) lotion, flacon à 50 ml.
R/ Clarelux (clobetasolpropionaat
0.05%) schuim, flacon à 100 g.
R/ Clobex (clobetasolpropionaat 0.05%) shampoo,
flacon à 125 ml.
R/ calcipotriol / betamethason gel, flacon à 60 g.
Combinatie preparaten met salicylzuur:R/ Diprosalic
zalf
R/ salicylzuur 10% in Dermovate zalf
Teerzalven:
zie onder
teerpreparaten
of onder
zalfkiezer.
Teerpreparaten voor het behaarde hoofd:R/
koolteeroplossing - levomenthol shampoo. Denorex Rx is niet meer leverbaar in
Nederland. Alternatieven zijn Denorex Therapeutic Maximum Itch Relief Dandruff
Shampoo & Conditioner, verkrijgbaar via Amazon.com en TarMed shampoo, in
Duitsland verkrijgbaar.
R/ koolteer (pix lithantracis) 1.5%, triamcinolon
0.1%, salicylzuur 1% in hoofdhuid crème tube à 100 g.
R/ koolteer oplossing
(LCD) 20%, in paraffine capitis lotion, tube à 250 ml.
R/ koolteer oplossing
(LCD) 10%, salicylzuur 10% in axungia, tube à 30 of 100 g.
Combinatie preparaten met teer:
zie onder
teerpreparaten of onder
zalfkiezer.
Conventionele systemische therapie:R/
methotrexaat
5-22.5 mg per week + foliumzuur 5 mg 1 dag na de inname van MTX. De gebruikelijke
aanvangsdosering is 10 mg per week. Het is niet verplicht om eerst een proefdosis
te geven. Zie verder onder
systemische
therapie. Voor patiënten is er een
folder
over methotrexaat.
R/
fumaarzuur
bestaat als Dimethylfumaraat tablet (30, 120 of 240 mg), als Fumaraat 105 mg
tablet (30 mg dimethylfumaraat + 75 mg monoethylfumaraat) en Fumaraat 215 mg
tablet (120 mg dimethylfumaraat + 95 mg monoethylfumaraat) als Dimethylfumaraat
Psorinovo tabletten (30, 120 of 240 mg) en als Skilarence (dimethylfumaraat
30 of 120 mg). Skilarence is duurder dan de generieke producten, maar wel geregistreerd
voor de indicatie psoriasis. Het voorschrijven van de goedkopere generieke producten
is daardoor lastig geworden, apothekers leveren het niet meer en zorgverzekeraars
vergoeden het soms niet meer.
De dosering van fummaarzuur moet langzaam volgens
een schema worden opgebouwd naar maximaal 3 dd 240 mg. Als het bij een lagere
dosis al werkt, niet verhogen. Probeer bij werking de dosis te verlagen. Zie
verder onder de opmerkingen over
fumaarzuur en
onder
systemische
therapie. Voor patiënten is er een
folder over
fumaarzuur met daarin het opbouwschema.
R/
ciclosporine
3-5 mg/kg in 2 dosis. Bijvoorbeeld 2 dd 100 mg of 2 dd 100+25 mg als begin dosering.
Zie verder onder
systemische
therapie. Voor patiënten is er een
folder
over ciclosporine.
R/
Neotigason
(acitretine). Een relatief lage dosis van 0.3-0.5 mg/kg/dag wordt aanbevolen
als startdosis voor psoriasis. Voor een patiënt van 75 kg komt dat neer op 1
dd 25 mg. Na drie tot vier weken wordt de dosis verhoogd of verlaagd, afhankelijk
van het effect en de tolerantie. De gemiddelde dosis is 0.5-0.8 mg/kg/dag met
een maximum dosering van 1 mg/kg/dag. Zie verder onder
systemische
therapie. Voor patiënten is er een
folder over acitretine.
Biologicals en overige:
R/ Otezla (apremilast) 2 dd 30 mg. Na een opbouwschema: dag 1: 10 mg, dag 2:
20 mg (2 x 10 mg) dag 3: 30 mg (10 mg + 20 mg), dag 4: 40 mg (20 mg + 20 mg),
dag 5: 50 mg (20 mg + 30 mg), daarna 2 dd 30 mg. Voor het opbouwschema is een
set met tabletten van 10, 20 en 30 mg beschikbaar.
R/ Enbrel (etanercept)
2 keer per week 25 mg of 1 keer per week 50 mg. De dosis kan eventueel worden
verhoogd naar 2 keer per week 50 mg.
R/ Humira (adalimumab) 40 mg om de 2
weken. Voor patiënten met overgewicht kan deze dosering te laag zijn. Er kunnen
antistoffen worden gevormd tegen adalimumab, en dit is geassocieerd met een
verminderde werking.
R/ Cosentyx (secukinumab) met een oplaadschema van 300
mg (2 spuiten van 150 mg) in week 0,1,2,3, en daarna 300 mg eens in de 4 weken.
R/ Taltz (ixekizumab) 2 x 80 mg in week 0, 80 mg in week 2,4,6,8,10,12, daarna
80 mg per 4 weken.
R/ Stelara (ustekinumab) 45 mg, gevolgd door 45 mg na
4 weken en vervolgens 45 mg elke 12 weken. Bij lichaamsgewicht > 100 kg:
90 mg, gevolgd door 90 mg na 4 weken en vervolgens 90 mg elke 12 weken. Indien
na 28 weken nog geen respons is opgetreden, overwegen de behandeling te staken.
R/ Cimzia (certolizumab pegol) 400 mg subcutaan (2 injecties van 200 mg) in
week nul, 2 en 4. Onderhoudsdosering 200 mg elke 2 weken. Overweeg bij een onvoldoende
respons een dosis van 400 mg om de 2 weken.
R/ Kyntheum (brodalumab) 210
mg subcutaan in week 0, 1 en 2. Daarna: 210 mg 1 x per 2 weken.
R/ Tremfya
(guselkumab) 100 mg subcutaan in week 0 en 4, gevolgd door een onderhoudsdosis
van 100 mg 1 x per 8 weken.
R/ Ilumetri (tildrakizumab) 100 mg subcutaan
in week 0, week 4 en daarna om de 12 weken. Bij bepaalde kenmerken (bv. zware
ziektelast, lichaamsgewicht ≥ 90 kg) eventueel 200 mg.
R/ Skyrizi (risankizumab)
150 mg subcutaan (twee injecties van 75 mg) in week 0 en 4, daarna 150 mg 1x
per 12 weken.
R/ Remicade, Remsima, Inflectra (infliximab) 5 mg/kg op week
0,2 en 6 en daarna om de 8 weken. Bij onvoldoende effect kan de dosering worden
verhoogd of het interval verkort naar 6 weken. Als de werking achteruitgaat
kan dat zijn door de vorming van antistoffen. Antistoffen en de concentratie
infliximab kan worden bepaald in het bloed. De antistoffen kunnen de werking
van infliximab neutraliseren.
R/ Bimzelx (bimekizumab) 320 mg subcutaan (2
injecties van 160 mg) in week 0, 4, 8, 12, 16 en daarna elke 8 weken.
Bij behandeling met bimekizumab en andere anti-IL-17 biologicals
(secukinumab, ixekizumab, brodalumab) kan een
orale candida ontstaan.
Behandeling met lokale miconazol gel of systemische antimycotica kan nodig
zijn. De firma UCB heeft daarvoor een flowchart gemaakt (zie
PDF
bestand).
R/ Spevigo (spesolimab) 450 mg per flacon van 7.5 ml, 900
mg iv éénmalig, zo nodig herhalen na 1 week. Spesolimab is geregistreerd
voor acute flares van
psoriasis
pustulosa generalisata.
R/
Sotyktu (deucravactinib) 1 dd 1 tab à 6 mg.
Biologicals voor psoriasis: |
Naam |
Dosis |
Kosten per jaar |
Benepali (etanercept) |
2 x per week 25 mg 2 x per week 50 mg |
€ 8.226 € 16.453 |
Bimzelx (bimekizumab) |
320 mg per 8 weken |
€ 18.034 |
Cimzia (certolizumab pegol) |
1 x per 2 weken 200 mg |
€ 15.448 |
Cosentyx (secukinumab) |
300 mg per maand |
€ 19.844 |
Enbrel (etanercept) |
2 x per week 25 mg 2 x per week 50 mg |
€ 10.393 € 17.090 |
Erelzi (etanercept) |
2 x per week 25 mg 2 x per week 50 mg |
€ 10.985 € 19.530 |
Flixabi (infliximab) |
5 mg/kg per 2 maanden |
€ 13.082 |
Humira (adalimumab) |
1 x per 2 weken 40 mg 1 x per week 40 mg |
€ 9.919 € 19.838 |
Ilumetri (tildrakizumab) |
1 x per 12 weken 100 mg |
€ 19.615 |
Inflectra (infliximab) |
5 mg/kg per 2 maanden |
€ 13.024 |
Kyntheum (brodalumab) |
1 x per 2 weken 210 mg |
€ 17.913 |
Otezla (apremilast) |
2 dd 30 mg |
€ 8.563 |
Remicade (infliximab) |
5 mg/kg per 2 maanden |
€ 13.143 |
Remsima (infliximab) |
5 mg/kg per 2 maanden |
€ 12.179 |
Skyrizi (risankizumab) |
1 x per 12 weken 150 mg |
€ 19.995 |
Spevigo (spesolimab) |
900 mg iv éénmalig zo nodig herhalen na 1 wk |
€ 16.500 € 33.000 |
Stelara (ustekinumab) |
45 mg per 3 maanden 90 mg per 3 maanden |
€ 15.844 € 15.844 |
Taltz (ixekizumab) |
1 x per 4 weken 80 mg |
€ 20.284 |
Tremfya (guselkumab) |
1 x per 8 weken 100 mg |
€ 18.063 |
Zessly (infliximab) |
5 mg/kg per 2 maanden |
€ 13.082 |
grijs: biosimilars van middelen waarvan het
patent verlopen is
Prijzen (inclusief eventuele oplaaddosis)
zoals genoemd in het Farmacotherapeutisch Kompas. De werkelijke prijzen
kunnen veel lager zijn als gevolg van de onderhandelingen tussen de
inkopers van het ziekenhuis en de farmaceutische industrie. Deze prijzen
worden meestal niet bekend gemaakt.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.
Mary-Ann el Sharouni. Co-assistent, UMC Utrecht.
Norbert A. Ipenburg.
Co-assistent, UMC Utrecht.
Prof. dr. Marijke R. van Dijk. Patholoog, UMC
Utrecht.