Psoriasis pustulosa generalisata (
generalized
pustular psoriasis,
ziekte van von Zumbusch)
is een ernstige, zeldzame pustuleuze variant van
psoriasis. Velden van kleine
steriele pustels of felrode ondergrond, die later conflueren, gevolgd door desquamatie.
Soms met koorts, tachycardie en tachypneu, malaise, koude rillingen, gewrichtsklachten,
hoofdpijn, misselijkheid. Er is een gegeneraliseerde variant die snel uitbreidt
over een groot oppervlak, en een annulaire variant met velden van pustels aan
de periferie die trager uitbreidt. Uiteindelijk is vaak de gehele huid aangedaan
(erytrodermie); er kan een tweede golf over het lichaam trekken.
Het
mechanisme is niet precies bekend, wel is duidelijk dat leukocyten massaal naar
de oppervlakkige epidermis migreren onder invloed van cytokinen geproduceerd
door keratinocyten. Zumbusch kan ontstaan na (acuut) staken van systemische
therapie, vooral na systemische (corticosteroïden). Vanwege de kans op Zumbusch
of op het erger worden van psoriasis na staken (
rebound fenomeen)
worden systemische steroïden liever niet voorgeschreven bij psoriasis. Soms
geluxeerd door medicatie (lithium, beta-blokkers, antimalariamiddelen, jodiumpreparaten,
diltiazem, antibiotica). Als uitlokkende factor worden ook genoemd irriterende
lokale therapeutica (teer, dithranol, zinkpyrithon shampoo), steroïden onder
occlusie, verbranding door zon of lichttherapie, infecties (streptokokken),
cholestasis, hypocalciëmie. Psoriasis pustulosa generalisata kan ook in de zwangerschap
ontstaan, dit wordt
impetigo herpetiformis
genoemd.
Kan onbehandeld ernstig verlopen, opname indicatie. Behalve
alle problemen die bij erytrodermie horen (vocht en eiwitverlies, verstoorde
huidbarrière, gestoorde temperatuursregulatie, energie verlies) kunnen er momenten
zijn met een leukopenie omdat alle leukocyten naar de epidermis worden getrokken.
De combinatie leukopenie, verstoorde huidbarrière, en de immunosuppressieve
therapie die vaak gegeven wordt kan een sepsis veroorzaken. Andere verschijnselen
naast infecties kunnen zijn haarverlies, nagelafwijkingen, tong afwijkingen
(
lingua geographica), hypo-albuminemie
en hypocalciëmie, tubulus necrose of lever beschadiging bij uitdroging, ondervoeding,
shock. Op langere termijn kan haaruitval volgen (telogeen effluvium).
DD: candida,
pustuleuze toxicodermie,
pyodermie,
geïmpetiginiseerd eczeem,
gegeneraliseerde herpes simplex,
AGEP,
Sneddon-Wilkinson.
Diagnostiek:De diagnose kan
worden gesteld op anamnese en klinisch beeld. Eventueel een biopt. Lab: leukocytose,
soms leukopenie, lymfocytopenie, verhoogde BSE en CRP, bij uitdroging verhoogd
ureum en kreatinine. Albumine en totaal eiwit kan verlaagd zijn (zie ook onder
erytrodermie).
Therapie:
In acute stadium opvangen met intensieve lokale therapie (opname) met klasse
III-IV corticosteroïden.
Alert zijn op secundaire infecties, sepsis bij
leukopenie, uitdroging, eiwitverlies,
elektrolytstoornissen en onderkoeling. In de meeste gevallen lukt het om de
acute aanval op te vangen met alleen maar lokale steroïden waarna een systemische
therapie het voor de langere termijn moet overnemen. Als eerste keus wordt daarvoor
specifiek Neotigason (acitretine) genoemd.
Gevolgd door ciclosporine, infliximab, adalimumab, en methotrexaat. In afwachting
van de werking van het systemische middel de lokale steroïd behandeling continueren.
Uit ervaringen van de laatste jaren is gebleken dat de veiligste aanpak intensieve
lokale therapie is, en wachten met het starten van immunosuppressiva tot de
golven van pustels voorbij zijn. Van de nieuwere biologicals worden specifiek
als effectief genoemd ixekizumab (anti-IL-17), risankizumab (anti-IL23) en spesolimab
(anti-IL-36). Spesolimab (Spevigo) is geregistreerd voor psoriasis pustulosa
generalisata.
R/ Dermovate zalf 1-2 dd plus indifferente
therapie (b.v. paraffine-vaseline).
R/ Dermovate 1:1 mengen met paraffine-vaseline (eventueel zelf te
mengen).
R/
Betnelan of Diprosone zalf 1-2 dd plus indifferente therapie.
Na de acute
fase overgaan op een (andere) systemische therapie geschikt voor ernstige psoriasis,
zolang als nodig is gecombineerd met lokale steroïden.
R/ Neotigason (acitretine)
1 mg/kg, geleidelijk afbouwen na 3 weken tot 0.5 mg/kg.
Werkt echter niet snel, en niet bij iedereen even effectief. Bij vrouwen in
vruchtbare leeftijd is isotretinoïne (0.5-1 mg/kg) een goed alternatief (kortere
teratogeniciteits periode, 1 maand i.p.v. 2 jaar).
R/ ciclosporine 3-5 mg/kg.
R/ infliximab 5 mg/kg op week 0, 2, 6 en daarna om de 8 weken.
R/ adalimumab 80-160 mg gevolgd door 40 mg om de week.
R/ Taltz (ixekizumab) 2 x 80 mg in week 0, 80 mg in week 2,4,6,8,10,12, daarna
80 mg per 4 weken.
R/ Spevigo (spesolimab) 450 mg per flacon van 7.5 ml,
900 mg iv éénmalig, zo nodig herhalen na 1 week.
R/ methotrexaat 15 mg per week. NB: methotrexaat kan een leukopenie veroorzaken
of verergeren, niet starten in de acute fase waarin de leukocyten massaal naar
de epidermis migreren, en de dosering langzaam opbouwen (5, 7.5, 10, 12.5, 15
mg per week).
R/ PUVA therapie of Re-PUVA (Neotigason 0.2-0.5 mg/kg/dag, na een week PUVA
therapie er aan toevoegen) of UVB. In de acute fase verdragen de patiënten lichttherapie
niet goed, de confluerende pustels laten een dunne en hoornlaagloze epidermis
achter, plaatselijk erosief en gevoelig voor verbranding.
R/ calcipotriol
(niet meer leverbaar in Nederland, alleen nog in combinatie met betamethason).
R/ etanercept, met de kanttekening dat etanercept langzamer werkt, waardoor
de andere TNF-remmers de voorkeur hebben bij psoriasis pustulosa generalisata.
R/ hydroxyureum.
R/ Cellcept (mycofenolaat mofetil) of Imuran (azathioprine).
R/ dapson 1 dd 100 mg.
R/ colchicine 0.5 mg 3-4 dd, matig effect.
R/ prednison 40-80 mg per dag. Alleen ter overbrugging naar andere lange termijn
therapie, berucht vanwege rebound fenomeen, waarbij psoriasis ernstiger terugkomt
dan voorheen.
Referenties
1. |
Lebwohl M, Heymann WR, Berth-Jones J, Coulson
I. Treatment of skin disease - Comprehensive therapeutic strategies.
Saunders - Elsevier, New York, Third edition 2010. |
2. |
Brenner M, Molin S, Ruebsam K, Weisenseel
P, Ruzicka T, Prinz JC. Generalized pustular psoriasis induced by
systemic glucocorticosteroids: four cases and recommendations for
treatment. Br J Dermatol 2009;161(4):964-966. |
3. |
Lee CS, Koo J. A review of acitretin, a systemic
retinoid for the treatment of psoriasis. Expert Opin Pharmacother
2005;6(10):1725-1734. |
4. |
Hazarika D. Generalized pustular psoriasis
of pregnancy successfully treated with cyclosporine. Indian J Dermatol
Venereol Leprol 2009;75(6):638. |
5. |
Megna M, Abategiovanni L, Annunziata A,
Torta G, Peduto T, Fabbrocini G, Lauro W. Generalized pustular
psoriasis rapidly and successfully treated with ixekizumab in a
Caucasian patient. Dermatol Ther 2022;35(5):e15382. |
6. |
Heyer S, Seiringer P, Eyerich S, Pilz AC, Steimle-Grauer SA, Eyerich K, Biedermann T, Böhner A. Acute generalized pustular psoriasis successfully treated with the IL-23p19 antibody risankizumab. J Dtsch Dermatol Ges 2022 Sep 6. Epub ahead of print. PMID: 36067528. |
7. |
Baum P, Visvanathan S, Garcet S, Roy J, Schmid R, Bossert S, Lang B, Bachelez H, Bissonnette R, Thoma C, Krueger JG. Pustular psoriasis: Molecular pathways and effects of spesolimab in generalized pustular psoriasis. J Allergy Clin Immunol 2022;149(4):1402-1412. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.