Polymorfe licht eruptie (PMLE; synoniemen: chronic
polymorphous light eruption, prurigo aestivalis, eczema solare) is een jeukende
uitslag die ontstaat door blootstelling aan zonlicht, vooral UVA, maar ook UVB
en zelfs zichtbaar licht en UVC. Het is de meest voorkomende fotodermatose.
Het wordt vooral gezien in het voorjaar, bij de eerste zonnestralen, op zon-beschenen
plaatsen (coeur, gelaat, hals, armen en onderbenen). Het komt vaker voor (2-3x)
bij vrouwen dan bij mannen. Het kan familiair voorkomen.
|
|
|
polymorfe
lichteruptie |
polymorfe
lichteruptie |
polymorfe
lichteruptie |
|
|
|
polymorfe
lichteruptie |
polymorfe
lichteruptie |
polymorfe
lichteruptie |
Klinisch beeld:Variabel (polymorf), meestal
erythemateuze papeltjes, soms alleen erytheem, soms papulovesikels of plaques,
of op erythema multiforme of urticaria lijkende laesies. Niet vluchtig. Jeukend
of branderig. Het begint vrij plotseling, enkele uren tot dagen na de blootstelling
aan zon, in een fotodistributie, vooral op plekken die daarvoor niet veel zonlicht
kregen (coeur, armen, benen). Het trekt na enkele dagen tot een week weer weg,
zonder littekenvorming. Een half uur tot enkele uren blootstelling aan de zon
is voldoende om de reactie uit te lokken. Het kan uitbreiden naar niet zon-beschenen
plekken. De uitslag begint vaak in het voorjaar en neemt in de loop van de zomer
af, als de huid went aan blootstelling aan zonlicht. Het komt ook voor bij hoge
UV blootstelling in de winter (wintersport) of op grote hoogte. Het komt zeer
vaak voor, naar schatting bij 10-20% van de vrouwen in Westerse landen. Het
komt ook vaak voor bij de gepigmenteerde huid (soms een variant met fijne papeltjes
of lichenoïde plaques). Gemiddeld begint het rond 30-40 jaar.
Etiologie:De oorzaak is onbekend. Histologisch
is er een lymfocytair infiltraat, aanvankelijk CD4, later CD8 T-cellen.
DD:
SLE,
butterfly erythema, subacute LE,
CDLE,
rosacea,
urticaria solaris,
fotoallergische
en fototoxische reacties,
zonnebrand,
hydroa vacciniforme,
chronische actinische dermatitis
/
actinisch reticuloïd, actinische
prurigo,
porfyrie,
erythropoiëtische protoporfyrie,
lupus erythematodes tumidus, REM (
reticulaire
erythemateuze mucinosis), lymphocytic infiltration of the skin (
Jessner,
EMAP),
sarcoïdose,
granuloma annulare, T-cel lymfoom,
dermatomyositis,
phytophotodermatitis, contacteczeem sunscreens,
contacteczeem planten, airborne contactallergie,
actinische lichen planus,
cheilitis actinica.
Diagnostiek:De diagnostiek kan gesteld worden
op het klinisch beeld, maar soms is een biopt (HE + IF) nodig en aanvullend
onderzoek om andere afwijkingen uit te sluiten. Bijvoorbeeld ANA, anti-ds-DNA,
anti-Ro (SS-A), anti-La (SS-B), porfyrines in urine, bloed of ontlasting. De
diagnose kan worden bevestigd met fototesten met UVA, UVB en zichtbaar licht,
maar de reactie is niet zo eenvoudig op te roepen. Grote velden moeten langdurig
worden belicht. Bijvoorbeeld UVA (40-100 J/cm2), testveld 5 x 8 cm, aflezen
na 24,48 en 72 uur. Een negatieve fototest sluit PMLE niet uit. Voor de DD met
fotoallergische reacties kunnen fotopatch-tests worden verricht: de meest voorkomende
fotoallergenen worden in tweevoud geplakt en na 24 uur wordt 1 reeks belicht
met UVA of breedspectrum licht en na 2 dagen afgelezen.
Histologie:
Dicht perivasculair lymfocytair infiltraat en oedeem hoog in de dermis, een
enkele keer met bijmenging leukocyten en eosinofielen. Soms spongiose, vacuolisatie
van de basale laag en dyskeratotische keratinocyten.
Therapie:
De meeste patiënten bezoeken geen arts maar mijden zelf de zon wat meer en bouwen
het vervolgens geleidelijk op. Het vermijden van te grote blootstelling aan
zon is de belangrijkste therapie (zonwerende kleding, sunscreens, niet te lang
in felle zon blijven). Sunscreens met een hoge SPF zijn niet altijd effectief
omdat ze minder beschermen tegen UVA, dat vaak PMLE veroorzaakt. Het wennen
aan licht in het voorjaar met UVA, UVA1, PUVA of UVB is effectief; PUVA werkt
beter dan UVB. Een andere optie is blootstellen aan een dagelijkse dosis UVB
d.m.v. het aanbrengen in de douche van een licht unit (Sunshower Medical) die
5 minuten belicht. De dosis is gemaximeerd en blijft onder de veilige grens.
Een unit kost circa 2500 euro + 200 euro montagekosten. Wordt doorgaans niet
vergoed, patiënten kunnen wel proberen om bij hun zorgverzekeraar of bij de
gemeente een tegemoetkoming in de aanschafkosten te krijgen.
R/ UVA1,
PUVA, UVA, UVB, solarium, Sunshower Medical, gedurende enkele weken in het voorjaar.
R/ sunscreens met een hoge UVA beschermingsfactor, hoog beginnen, daarna lagere
factor gebruiken
R/ calcipotriol.
R/ corticosteroïd crèmes
R/ corticosteroïden
systemisch (prednison 20-30 mg, of eenmalig 40 mg Depomedrol (1 ampul à 1 ml
= 40 mg) i.m. vlak voor de vakantie.
R/ antihistaminica.
R/ Plaquenil
(hydroxychloroquine) of Nivaquine (chloroquine).
R/ beta-caroteen (Carotaben
caps à 25 mg), 1 dd 100 mg (50-200) mg.
R/ nicotinamide 3 g per dag gedurende
2 weken.
R/ azathioprine.
R/ thalidomide 50-200 mg per dag of lenalidomide
(Revlimid).
Referenties
1. |
Hönigsmann H. Polymorphous light eruption.
Photodermatol Photoimmunol Photomed 2008;24(3):155-161. |
2. |
Guarrera M, Cardo P, Rebora AE, Schena D,
Calzavara-Pinton P, Venturini M, et al. Polymorphous light eruption
and benign summer light eruption in Italy. Photodermatol Photoimmunol
Photomed 2011;1:35-39. |
3. |
Aubin F. Why is polymorphous light eruption
so common in young women?. Arch Dermatol Res 2004;296(5):240-241. |
4. |
Schmutz JL, Trechot P. Polymorphous light
eruption caused by ultraviolet C light. Ann Dermatol Venereol 2011;138(8-9):639. |
5. |
Fourtanier A, Moyal D, Seite S. Sunscreens
containing the broad-spectrum UVA absorber, Mexoryl SX, prevent
the cutaneous detrimental effects of UV exposure: a review of clinical
study results. Photodermatol Photoimmunol Photomed 2008;24(4):164-174. |
6. |
Bilsland D, George SA, Gibbs NK, Aitchison
T, Johnson BE, Ferguson J. A comparison of narrow band phototherapy
(TL-01) and photochemotherapy (PUVA) in the management of polymorphic
light eruption. Br J Dermatol 1993;129(6):708-712. |
7. |
Gruber-Wackernagel A, Bambach I, Legat FJ,
et al. Randomized double-blinded placebo-controlled intra-individual
trial on topical treatment with a 1,25-dihydroxyvitamin D(3) analogue
in polymorphic light eruption. Br J Dermatol 2011;165(1):152-163. |
8. |
Jansen CT. Oral carotenoid treatment in polymorphous
light eruption: a cross-over comparison with oxychloroquine and
placebo. Photodermatol 1985;2(3):166-169. |
9. |
Neumann R, Rappold E, Pohl-Markl H. Treatment
of polymorphous light eruption with nicotinamide: a pilot study.
Br J Dermatol 1986;115(1):77-80. |
10 |
Norris PG, Hawk JL. Successful treatment
of severe polymorphous light eruption with azathioprine. Arch Dermatol
1989;125(10):1377-1379. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.