PRURITUS ANI home ICD10: L29.0

Pruritus ani betekent formeel jeuk rond of in de anus zonder huidafwijkingen, maar wordt in de praktijk ook gebruikt voor perianale jeuk secundair aan andere aandoeningen, bijvoorbeeld perianaal eczeem of psoriasis inversa. De jeuk kan zich uitbreiden tot het hele perianale gebied. Door chronisch krabben kan er een gelichenificeerde dermatitis ontstaan, met verergering van de jeuk. Het kan een chronisch recidiverende aandoening zijn. De incidentie van pruritus ani is circa 1 per 1000 patiënten per jaar in de huisartsenpraktijk (60% mannen, 40% vrouwen, vooral tussen de 45 en 64 jaar).

Peri-anaal eczeem, eczema ani
perianaal eczeem

Bij een kwart van de patiënten wordt geen oorzaak gevonden. Door jeuk en krabben ontstaat rond de anus een chronisch geirriteerde, beschadigde, ontstoken en gelichenificeerde huid. Een dergelijke huid met niet intacte hoornlaag wordt vaak nattend. Een vochtige huid kan door maceratie de irritatie bevorderen en verhoogt de kans op infecties (Candida, S. aureus, streptokokken). Bij kinderen is Enterobius vermicularis de meest voorkomende oorzaak (vooral ’s nachts en bij defecatie jeuk); ook bij volwassenen komt Enterobiasis voor. Bij volwassenen is mycose (candida) een belangrijke oorzaak. Jeuk komt ook voor bij hemorroïden, fissura ani, fistels, lokale irritatie door feces, zeep, (vochtig) toiletpapier, tissues, fluor vaginalis en urine-incontinentie. Irritatie door faeces komt voor bij diarree, incontinentie bij ouderen, ontoereikende anale hygiëne (o.a. bij personen met verstandelijke beperking). Minder frequente oorzaken zijn atopisch eczeem en seborroïsch eczeem, psoriasis invers, en contacteczeem. Zelden voorkomende oorzaken zijn proctitis, inflammatoire darmziekten, seksueel overdraagbare aandoeningen (scabiës, pediculosis, Chlamydia, GO, grote condylomen), andere infecties (o.a. perianale streptokokkeninfectie, Strongyloides stercoralis), erythrasma, lichen sclerosus, diabetes mellitus, ziekte van Paget, tumoren. Warmte, transpiratie en lang zitten kunnen (vooral bij adipositas) de klachten verergeren. Voedingsmiddelen zijn vrijwel nooit de oorzaak van pruritus ani. Lokaal gebruik van corticosteroïden rond de anus kan atrofie en maceratie veroorzaken en pruritus ani veroorzaken of verergeren.

Oorzaken van perianale jeuk:
- eczeem (endogeen: atopisch, seborroisch) en exogeen: orthoergisch t.g.v. irritatie door faecaliën en enzymen daarin (soiling), contactallergisch, of intertrigineus (bacteriën, schimmels, viraal, parasieten). Soms zijn er geen zichtbare afwijkingen en mag de diagnose eczeem formeel niet gesteld worden, terwijl het toch duidelijk om b.v. een contacteczeem kan gaan. Therapie bestaat uit onderzoek (zonodig afspraak proctologisch onderzoek) naar en behandeling van oorzakelijke factoren (zie verder onder perianaal eczeem).
- gist- en schimmelinfecties: Candida (cave diabetes mellitus).
- fluor vaginalis, verhoogde vaginale afscheiding door diverse oorzaken, waaronder Candida albicans en Gardnerella vaginalis (zie onder fluor vaginalis).
- parasitaire infecties: oxyuriasis, Strongyloides stercoralis, Giardia.
- viraal: postherpetisch, HPV.
- neuropathische pruritus
- huidafwijkingen: eczeem, psoriasis inversa, lichen planus, lichen simplex, lichen sclerosus, m. Bowen, m. Paget, plaveiselcelcarcinoom.
- proctologische oorzaak: hemorroïden, obstipatie, soling, fissura ani, prolaps, trechteranus, proctitis, peri-anale trombose, fistula ani, cryptitis.
- inflammatoire darmziekten: m. Crohn, colitis ulcerosa, en diarree n.n.o.
- overgewicht en zittend beroep (maceratie door broeien en zweten, intertrigo).
- psychogeen, stress (par exclusionem diagnose).


Diagnostiek:
Anamnese: duur en ernst van de jeuk; obstipatie, diarree, soiling; bloed of slijm bij de ontlasting; pijnklachten (fissura ani), bloedverlies (hemorroïden, fissura ani, proctitis); verhoogde afscheiding; anale hygiene, gebruik van reinigingsdoekjes, geparfumeerde toiletartikelen of drogisterijartikelen voor anale problemen, laxantia; geneesmiddelgebruik; SOA anamnese, anale sex; overgewicht, zweten, zittend werk, diabetes; inflammatoire darmziekten.
Onderzoek: inspectie in zijligging; huidafwijkingen, vocht, slijm, bloed, pus, faeces, oxyuren, hemorroïden, anale fissuren en fistels. Eventueel rectaal toucher en/of proctologisch onderzoek. KOH preparaat of kweek. Plakbandtest ter uitsluiting Enterobius vermicularis. Contactallergologisch onderzoek bij verdenking op contacteczeem. Faeces op worm(eieren) en cysten.

Therapie:
Onderliggende oorzaken (b.v. diarree, incontinentie, infectie, fluor vaginalis) bestrijden. Voorzichtig gebruik van zacht ongekleurd toiletpapier of liever goed spoelen (douche, bidet, Indische fles) met water na iedere stoelgang. Proberen niet te krabben. Eventueel lauwe zitbaden. Droogdeppen met zachte handdoek. Terughoudendheid met zeepgebruik. Niet-strakzittend goed absorberend katoenen ondergoed. Sederende antihistaminica voor het slapen gaan. Maatregelen bij aambeien: vezelrijke voeding: volkoren producten, zilvervliesrijst, peulvruchten, groenten, rauwkost, vers fruit, voldoende water drinken, voldoende lichaamsbeweging. Behandeling van hemorroïden.

Lokale therapie:
R/ Vaselinecetomacrogolcrème FNA.
R/ Zinksulfaatvaselinecrème FNA (cremor zinci sulfati vaselini FNA).
R/ Hydrocortisonvaselinecrème FNA.
R/ Hydrocortisonvaselinecrème FNA afgewisseld met vaselinecetomacrogolcrème of zinksulfaatvaselinecrème.
R/ hydrocortison 1% of triamcinolon 0.1% crème FNA.
R/ hydrocortison 1% of triamcinolon 0.1% in zinksulfaat vaseline crème FNA.
R/ Zinkoxidesmeersel FNA.
R/ hydrocortison 1% of triamcinolon 0.1% in zinkoxide smeersel.
R/ hydrocortison 1% of triamcinolon 0.1%, miconazol 2%, in zinkoxide smeersel.
R/ zinkoxidesmeersel-vaseline aa.
R/ Daktacort, bij verdenking op schimmelinfectie.
R/ fusidinecrème of antibiotica bij verdenking op bacteriële superinfectie
R/ hydrocortison 1% of triamcinolon 0.1% in miconazolnitraat 2% crème.
R/ hydrocortison 1% of triamcinolon 0.05%, zinkoxide 10%, in ketoconazol crème.
R/ Topicorte lotion of andere klasse II-III corticosteroïden bij ernstige klachten. Lokale corticosteroïden perianaal terughoudend gebruiken in verband met kans op atrofie.
R/ Protopic (tacrolimus) zalf of Elidel (pimecrolimus) crème.
R/ Unguentum Lidocaïni 5% FNA. N.B. Lokale preparaten waarin andere anaesthetica of anti-histaminica zijn verwerkt dienen vanwege het sensibiliserend vermogen zoveel mogelijk te worden vermeden.
R/ lidocaïne 2-5% in zinkoxidesmeersel FNA.
R/ capsaïcine 0.006% crème. Deze lage concentratie (niet verkrijgbaar in Nederland) zou effectief zijn. Capsaïcine is meestal te branderig voor de perianale huid.

De magistrale bereidingen met meerdere componenten hebben vaak een goed effect, vanwege de multifactoriële oorzaak. De meeste zijn kant-en-klaar te bestellen bij de groothandel en niet duur. Maar sommige apothekers brengen ten onrechte een hoog tarief in rekening voor dit soort doorleveringen, dit wordt door de zorgverzekeraars niet vergoed. Sommige zorgverzekeraars vergoeden niet meer alle magistrale receptuur.


patientenfolder


Referenties
1. Al-Ghnaniem R, Short K, Pullen A, Fuller LC, Rennie JA, Leather AJ. 1% hydrocortisone ointment is an effective treatment of pruritus ani: a pilot randomized controlled crossover trial. Int J Colorectal Dis 2007;22:1463-1467.
2. Weichert GE. An approach to the treatment of anogenital pruritus. Dermatol Ther 2004;17:129-133.
3. Daniel GL, Longo WE, Vernava AM III. Pruritus ani: Causes and concerns. Dis Colon Rectum 1994;37:670-674.
4. Dasan S, Neill SM, Donaldson DR, Scott HJ. Treatment of persistent pruritus ani in a combined colorectal and dermatological clinic. Br J Surg 1999;86:1337-1340.
5. Harrington CI, Lewis FM, McDonagh AJ, Gawkrodger DJ. Dermatological causes of pruritus ani. BMJ 1992;305:955.
6. Kränke B, Trummer M, Brabek E, Komericki P, Turek TD, Aberer W. Etiologic and causative factors in perianal dermatitis: results of a prospective study in 126 patients. Wien Klin Wochenschr 2006;118:90-94.
7. Lysy J, Sistiery-Ittah M, Israelit Y, Shmueli A, Strauss-Liviatan N, Mindrul V, et al. Topical capsaicin - a novel and effective treatment for idiopathic intractable pruritus ani: a randomised, placebo controlled, crossover study. Gut 2003;52:1323-1326.
8. NHG Standaard pruritus ani.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L29.0 Pruritus ani
ICD10 L29.0 Pruritus ani
SNOMED 90446007 Pruritus ani
DBC 19 Pruritus/Prurigo