URETHRITIS home ICD10: N34.1

Urethritis is meestal een SOA (sexueel overdraagbare aandoening). Symptomen kunnen zijn: branderige mictie, pijn, écoulement. Soms is het asymptomatisch (vooral bij vrouwen).

Differentiële diagnose urethritis:
1. N. Gonorrhoea (Gonorrhoe, druiper, urethritis gonorroica), en post-gonokokken urethritis.
2. Chlamydia trachomatis (urethritis)
3. N.S.U. restgroep (oorzaak onbekend of oorzaak Mycoplasma hominis, Ureaplasma urealyticum, e.a.)
4. Trichomonas (urethritis, vaginitis, Trichomoniasis urethrae)
5. Candidiasis (urethritis, vulvo-vaginitis)
6. Morbus Reiter (Chlamydia trachomatis ?)
7. Herpes simplex virus (type 2)


Blinde therapie:
Als het niet mogelijk is om kweken af te nemen dan kan men bij een ongecompliceerde urethritis, zowel bij mannen als vrouwen, direct starten met antibiotica, gericht op zowel GO als Chlamydia:
R/ ceftriaxon 500 mg i.m. of ciprofloxacine éénmalig 500 mg p.o. in combinatie met azithromycine 1 g ineens, of doxycycline 2 dd 100 mg gedurende 7 dagen.
Eerst kweken heeft altijd de voorkeur. Het weten wat de verwekker is geeft voordelen: de diagnose is zeker; voorlichting over complicaties bij de patiënt en risico's voor partners is mogelijk; gerichte behandeling en resistentiebepaling is mogelijk; contactopsporing, epidemiologisch onderzoek, en aangifte bij de Inspectie Volksgezondheid is mogelijk.

Diagnostiek:
Kweek of PCR/NAAT op Chlamydia en Go, en Grampreparaat (of Dipquick, methyleenblauw) v.d. urethra-uitstrijk maken. Indien er geen écoulement is kan men de patiënt laten plassen (2 glazen proef, eerste portie opvangen), de urine centrifugeren, en het sediment bekijken (400x).

Gonorroe (druiper) Gonorroe (druiper)
gonorroe (druiper) intracellulaire diplococcen

Foto's: CDC - Wikimedia (Public Domain Images).


Beleid:
Indien er intracellulaire diplococcen zichtbaar zijn, en de patiënt heeft klachten, kan direct gestart worden met behandeling voor gonorroe. Omdat 10-50% tevens Chlamydia heeft, komt dat neer op dezelfde combinatie als bij blinde therapie: ceftriaxon 500 mg i.m., in combinatie met azithromycine 1 g ineens, of doxycycline 2 dd 100 mg gedurende 7 dagen. Zie verder onder gonorroe.

Indien er geen intracellulaire diplococcen te vinden zijn, maar wel > 10 leuko's per gezichtsveld (1000 x) in 3 niet aangrenzende velden, of > 10 leuko's per veld (400 x) in het urine sediment, dan gaat het waarschijnlijk om een Chlamydia of een niet specifieke urethritis, of om een in het direkt preparaat gemiste gonorroe. Bij klinische verdenking op GO (purulente afscheiding, snel klachten, risicogroep) ook de combinatietherapie geven. In andere gevallen kweken afwachten en therapie primair richten op Chlamydia en NSU:
R/ azithromycine 1 g ineens, of doxycycline 2 dd 100 mg gedurende 7 dagen. Zie verder onder Chlamydia en NSU.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 A54.0 Gonokokkeninfectie van onderste deel van tractus urogenitalis zonder periurethraal of accesory gland abces: gonokokken uretritis
ICD10 A54.0 Gonococcal infection of lower genitourinary tract without periurethral or accessory gland abscess: gonococcal urethritis
SNOMED 236682002 Gonococcal urethritis
DBC 21 spacer SOA

ICD10 A56.0 Chlamydia-infectie van onderste deel van urogenitaal stelsel: urethritis
ICD10 A56.0 Chlamydial infection of lower genitourinary tract: Chlamydial urethritis
SNOMED 236683007 Chlamydial urethritis
DBC 21 spacer SOA

ICD10 N34.1 Niet-specifieke urethritis
ICD10 N34.1 Nonspecific urethritis
SNOMED 84619001 Nongonococcal urethritis
DBC 21 spacer SOA

ICD10 N34.1 Niet-specifieke urethritis: Ureaplasma urealyticum
ICD10 N34.1 Nonspecific urethritis: Ureaplasma urealyticum
SNOMED 51105006 Nongonococcal urethritis due to Ureaplasma urealyticum
DBC 21 spacer SOA

ICD10 A59.0 Urogenitale trichomoniasis: Trichomonas urethritis
ICD10 A59.0 Urogenital trichomoniasis: Trichomonal urethritis
SNOMED 30116001 Trichomonal urethritis
DBC 21 spacer SOA

ICD10 B37.3 Candidiasis van vulva en vagina
ICD10 B37.3 Candidiasis of vulva and vagina
SNOMED 72605008 Candidal vulvovaginitis
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 M02.3 Reiter disease (reactieve artropathie): urethritis door ziekte van Reiter
ICD10 M02.3 Reiter disease: urethritis due to reactive arthritis triad
SNOMED 236690002 Urethritis due to reactive arthritis triad
DBC 21 spacer SOA

ICD10 A60.0 Herpesvirus-infectie van geslachtsorganen en overige delen van urogenitaal stelsel: herpes simplex genitalis type 2
ICD10 A60.0 Herpesviral infection of genitalia and urogenital tract: genital herpes simplex type 2
SNOMED 423391007 Genital herpes simplex type 2
DBC 21 spacer SOA