ONDERZOEK BIJ URTICARIA home ICD10: L50.9

Bij urticaria wordt vaak geen oorzaak gevonden. In het verleden werden kostbare screeningsprogramma's losgelaten op alle patiënten met urticaria, met teleurstellend weinig relevante resultaten. Het huidige beleid is dat men bij acute urticaria (< 6 weken bestaand) een afwachtend beleid voert, en bij chronische urticaria (> 6 weken bestaand) een beperkt routine bloedonderzoek doet (Hb, leuko's + diff, BSE), plus een dermografie test (meest voorkomende vorm van fysische urticaria) plus aanvullende diagnostiek alleen op basis van concrete verdenkingen blijkend uit anamnese en onderzoek.

Voor de anamnese kan men gebruik maken van een gestructureerde vragenlijst:
- Urticaria vragenlijst (PDF)
- Toelichting op de vragenlijst voor patiënten (PDF)
- Toelichting op de vragenlijst voor artsen, interpretatie van de antwoorden (PDF)
- English version of the urticaria questionnaire (PDF)


ONDERZOEK BIJ ACUTE URTICARIA (KORTER DAN 6 WEKEN BESTAAND)
Meestal wordt deze patiëntengroep door de huisarts niet doorverwezen naar de dermatoloog, tenzij de reactie hevig is. Bij een korter dan 6 weken bestaande urticaria, zonder al te extreme klachten kan men besluiten (nog) geen bloedonderzoek te doen, of zeer beperkt (routinematig Hb, leuko's + diff, BSE, aanvullend onderzoek uitsluitend op basis van de anamnese). Geef wel de vragenlijst mee, leg uit dat de aandoening hoewel hinderlijk meestal onschuldig is, verbied alle analgetica, verstrek een antihistaminicum en maak een controle-afspraak. Vaak is namelijk geen laboratoriumonderzoek nodig, een uitgebreide anamnese geeft veel meer informatie. Bij hevige reacties kan het uiteraard wel zinvol zijn direct uitgebreide diagnostiek te doen, om snel geïnformeerd te raken over eventuele behandelbare oorzaken.


ONDERZOEK BIJ CHRONISCHE URTICARIA (LANGER DAN 6 WEKEN)
Het ongericht aanvragen van 'screenend' laboratoriumonderzoek bij chronische urticaria levert zelden meer op dan bevestiging van reeds uit de anamnese gebleken afwijkingen. Het is raadzaam het onderzoek te faseren en in eerste instantie te beperken tot de volgende routine bepalingen: Hb, Ht, leuko's + diff, eo's, een B.S.E., en het testen op dermografie (zonder antihistaminica). Eventueel leverfuncties (OT, PT, gamma-GT), totaal IgE en Phadiatop. Bij het tweede consult op grond van uitslagen het laboratoriumonderzoek uitbreiden, bv:
-BSE verhoogd: herhalen na 2-4 weken, verklaring zoeken.
-eosinofielen verhoogd: faeces op parasieten, IgE-RAST voedingsmiddelen-pakket, geneesmiddelen?
-OT, PT, gamma-GT hoog: alcohol? hepatitis? (HBsAg, anti-HBs).
-Hb, Ht verlaagd: onderzoek naar maligniteiten en interne ziekten.
-leukocytose: onderzoek naar infectieziekten.
-totaal IgE verhoogd: RAST-pakket A en specifieke antigenen (ter ondersteuning van uit anamnese gebleken allergie).

Indien gezien de duur, de hevigheid, de aard van de klachten (bijvoorbeeld angio-oedeem, artralgiën, koorts, syncope), de gevonden afwijkingen bij routine onderzoek, of gerezen verdenkingen het raadzaam wordt geacht een uitgebreider screeningsprogramma uit te voeren (zo veel mogelijk poliklinisch) kan een keuze gemaakt worden onderstaande lijst:


AANVULLEND, GERICHT ONDERZOEK BIJ CHRONISCHE URTICARIA
Niet zonder meer aanvragen bij elke patiënt, maar wel als er reëel aan gedacht wordt op grond van anamnese, symptomen, of eerder labonderzoek. Soms is ook een intern onderzoek zinvol.

Fysische urticaria
Provocatieproeven (zie afzonderlijke hoofdstukken).

Virale infecties
Hepatitis B (m.n.in prodromale fase urticaria; HBsAg, anti-HBs), EBV (m.n. in prodromale fase angio-oedeem), Mononucleosis infectiosa (monosticon), Coxsackie A9/B5 (blaasjesvocht, keeluitstrijk, faeces).

IgE-gemedieerde urticaria
RAST-pakket A en voedingsmiddelen-pakket, andere specifieke allergenen op grond van anamnese.

Bacteriële infecties
Tandwortelgranuloom (consult tandarts, X-gebit), streptokokken (?) (keeluitstrijk, AST), X-sinus. Abnormale darmflora (faeceskweek, SSYC). De relatie met chronische urticaria is gebaseerd op case reports, en kan ook indirect zijn (b.v. door gebruik pijnstillers bij kiespijn, keelpijn, of hoofdpijn). Uiteraard wel aanvragen bij hoofdpijn, kiespijn of andere concrete klachten, maar niet standaard bij iedereen.

Parasitaire infecties
Ascaris, Ancylostoma, Trichomonas, Schistosoma (urine), Enterobius (plakbandmethode), Plasmodium falciparum (dikke druppel), Trichinella, Toxocara en Toxoplasmose (serologie), Ecchinococcus (serologie), Fasciola hepatica (faeces, serologie), Strongyloides, Blastocystis hominis (faeces op wormeieren en cysten, serologie). Zie onder parasitaire infecties.

Immuuncomplexen, vasculitis
Circulerende immuuncomplexen, (C1q bindingstest), IgG, IgA, IgM verhoogd. Gefaseerd complementprofiel (C4, CH50, C3d) (C3, C5) verlaagd. Cryoglobulinen. LE- en reuma-serologie (zeker bij gewrichtsklachten):
ANA, anti-dsDNA, AST, (CRP), reumafactor. Urine op eiwit, Hb, sediment. Serum op Na, K, kreat, ureum. IF-biopt huidlaesie: depositie van IgM, IgG, IgA, C1q, C4, C3, fibrinogeen

Auto-immuunthyreoiditis
TSH, T3, T4 etc, antimicrosomale antistoffen.

Maligniteiten
Lymfomen, Hodgkin, acute leukemieën (AML), lymfosarcoom, reticulosarcoom (Hb, HT, leukodiff, AF, biopten, beeldvormend onderzoek, beenmerg-punktie, etc.), coloncarcinoom (faeces benzidine, CEA, AFP).

Koude urticaria
Cryoglobulinen, cryofibrinogeen, koude hemolysinen, alfa-1-antitrypsine (laag), lues serologie, monosticon, leuko's (hoog), ANF, agarelektroforese serum.

Paraproteinen
(Immuno-)elektroforese serum (M-proteine screening), eiwit in urine, IgG,A,M (hoog), Hb (laag).

Urticaria solaris (voor de Diff. Diagnose:)
LE-serologie, porphyrinen in 24 uurs urine, fototesten.

Polymyositis
CPK, aldolase, ALAT, ASAT, LDH (hoog), BSE (hoog), myoglobine in urine (hoog), LE- en reuma-serologie.

Druk urticaria
BSE (hoog), leuko's (hoog), IgE (hoog)

Sarcoidose
BSE (hoog), AF (hoog), ALAT/ASAT (soms hoog), Ca (hoog) IgG (hoog), ACE (hoog), lysozym (hoog), recall antigenen test (negatief), röntgenfoto, galliumscan.

Hereditair angio-oedeem
C4, en indien dat lager dan 37% is: C1-inhibitor.

Amyloidose (syndr.v. Muckle and Wells)
AF, biopten, eiwit in urine, elektroforese serum en urine. Zie ook onder Muckle-Wells syndroom.

Mastocytose
AF, Ca, fosfaat, Hb, Ht, Leuko's + diff, handdiff, huidbiopt, serumtryptase, (zie onder urticaria pigmentosa). Onderzoeken op hepatosplenomegalie. Zonodig echo lever, leverenzymen, PTT, cholesterol, triglyceriden. Bij verdenking op systemische vorm skeletfoto's, in overleg met hematoloog beenmergpunctie, evt endoscopie.

Chronische idiopathische urticaria
Autoloog serum huidtest, antistoffen tegen de IgE receptor.


patientenfolder


Referenties
1. Mekkes JR, Bos JD. Urticaria en erythemen. In: van Vloten WA, et al. Dermatologie en Venereologie. Utrecht 1992, Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge. Pagina 124-89.
2. Kozel MM, Mekkes JR, Bossuyt PM, Bos JD. Natural course of physical and chronic urticaria and angioedema in 220 patients. J Am Acad Dermatol 2001;45:387-391.
3. Kozel MMA, Chloé Ansari Moein M, Mekkes JR, Meinardi MMHM, Bossuyt PMM, Bos JD. Evaluation of a clinical guideline for the diagnosis of physical and chronic urticaria and angioedema. Acta Derm Venereol 2002;82:270-274.
4. Kozel MM, Bossuyt PM, Mekkes JR, Bos JD. Laboratory tests and identified diagnoses in patients with physical and chronic urticaria and angioedema: A systematic review. J Am Acad Dermatol 2003;48:409-416.
5. Kozel MMA, Mekkes JR, Bossuyt PMM, Bos JD. Diagnostisch beleid bij patiënten met chronische urticaria. Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2000;10:220-225.
6. Kozel MMA, Mekkes JR, Bossuyt PMM, Bos JD. Urticaria: een zinvolle benadering. Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2000;10:344-346.
7. NVDV Richtlijn chronische urticaria 2015. (PDF)


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L50.9 Urticaria, niet gespecificeerd
ICD10 L50.9 Urticaria, unspecified
SNOMED 126485001 Urticaria
DBC 23 Urticaria