Mogelijke reactietypen: Bijwerkingen op intraveneus gammaglobuline komen weinig
voor en worden verdeeld in 3 groepen:
• |
onmiddelijke optredende reacties (tijdens de infusie) |
|
- type I (IgE-gemedieerde) allergische reactie |
|
- pseudo-allergische reactie: op een anafylaxie lijkend reactiepatroon
30-60 min. na begin van de intraveneuze toediening als gevolg van direkte
histaminerelease. Deze reactie treedt m.n. op in patiënten met een hypoglobulinaemie
of agammaglobulinaemie |
• |
delayed adverse effects (those that occur hours to days after initiation
of the infusion) |
|
- type III circulerende immuuncomplexen. 3 dagen na het infuus kunnen
optreden misselijkheid, diarree, buikpijn, koorts met koude rillingen,
gewrichtsontsteking |
|
- type IV cellulaire reactie op onderdelen van het oplosmiddel (conserveringsmiddel
thiomersal). In 1-2 dagen kunnen ontstaan klachten als koorts, een gegeneraliseerd
erytheem, oedeem van de oogleden |
|
- renal, pulmonary, dermatological adverse effects, hyperviscosity,
aseptic meningitis, arthritis, cerebral infarction, hemolysis and leucopenia); |
• |
late adverse effects (e.g. transmission of infectious agents). |
Onderzoek: Gezien het risico op ernstige reacties bij patiënten met antilichamen
tegen IgA wordt een onderzoek hierop geadviseerd.
Adviezen: Relatieve contraindicaties
zijn recente vaccinaties (mazelen-, bof- en varicella-vaccinaties worden verzwakt
door de gamma-globuline behandeling) en overgevoeligheid voor bloedprodukten.
Er zijn geen schadelijke effecten bekend op de foetus. Bij mensen met klachten
als hoofdpijn en spierpijn infuussnelheid verlagen van 4 naar 2 ml/min. Zo nodig
andere batch of ander merk proberen. Bij mensen die een pseudo-allergische reactie
hebben doorgemaakt gelden de volgende suggesties: voldoende tevoren antihistaminicum-scherm
starten. Een meta-analyse bij toedienen van radiocontrast middelen (Wittbrodt &
Spinler. Ann. Pharmacotherapy 1994; 28:236-41) komt tot de conclusie dat difenhydramine
(antihistaminicum) 50 mg i.m./p.o. 1 uur tevoren, in combinatie met prednison
50 mg p.o. 13, 7 en 1 uur tevoren het beste schema is, al dan niet gecombineerd
met cimetidine en/of efedrine. (zie ook Greenberger et al. Arch Int Med 1985;145:2197-2200).
Difenhydramine kan vervangen worden door clemastine 2 mg i.v. kort voor de procedure
(is zelfs sterker) en cimetidine door ranitidine (50 mg i.v.). infuus met gamma-globuline
extreem langzaam laten inlopen en (daardoor) verdelen over twee of meer dagen
monitoren van bloeddruk, hartritme, huidafwijkingen, subjectieve belevingen.
Referenties
1. |
Hachimi-Idrissi S, de Schepper J, de Waele M,
et al. Type III allergic reaction after infusion of immunoglobulins.
Lancet 1990;336:55 Hunt AF, Reed MI. Anti-IgA screening and the
use of IVIG. Lancet 1990;336:1197. |
2. |
Mackenzie DL, Vlahcevic ZR. Adverse reaction
to gamma globulin due to hypersensitivity to thimerosal. N Engl J Med
1974;290:749. |
3. |
McCluskey DR, Boyd NAM. Anafylaxis with intravenous
gammaglobulin. Lancet 1990;336:874. |
4. |
Nydegger UE. Sturzenegger M. Adverse effects
of intravenous immunoglobulin therapy. Drug Safety 1999;1(3)171-185. |
Auteur(s):dr. M.M.H. Meinardi. Dermatoloog, Maurits
kliniek, Den Haag.