ALLERGISCHE REACTIES OP PENICILLINE home ICD10: n.v.t.

Verschijnselen van een allergie voor penicilline en de daarvan afgeleide beta-lactam-antibiotica (w.o. ook de cefalosporines)
Van alle met penicillines behandelden krijgt 2% een systemische reactie, 4% urticaria en 0.2% een anafylactische shock met een fatale afloop bij 0,02%. Daarnaast zijn diverse andere reacties op penicillines mogelijk.

Allergische reacties
Bij een niet-gesensibiliseerd individu treden de verschijnselen pas op na 10 dagen (tot 4 weken na de laatste gift), bij een wel gesensibiliseerde individu afhankelijk van de soort allergie: zeer kort na toediening voor een IgE-gemedieerde type I reaktie tot 2-3 dagen bij een type IV-allergie
De klinische beelden zijn afhankelijk van het type allergie:
Bij een IgE-gemedieerde type I reaktie: binnen het uur optredende klachten variërend van pruritus, urticaria, angio-oedeem, larynx-oedeem, bronchospasmen, anafylaxie. Atopie zou geen risico-factor zijn.
Bij een (zeldzame) type II-reaktie: hemolytische anemie, trombocytopenie, neutropenie. Op injectieplaatsen ontstaat soms na 6-8 uur een Arthus-reaktie
Bij een (zeldzame) type III immuuncomplex-gemedieerde allergische reaktie: in 1 tot 72 uur optredende op serumziekte gelijkende beelden (koorts, urticaria, artralgieën, lymfklierzwelling)
Bij een type IV-reaktie: na 72 uur eczeem of een morbilliform exantheem. Hoewel er bij de maculopapuleuze exanthemen na (semi-)synthetische penicillines soms sprake is van een type IV-allergie, is dat vaker niet het geval.
Soms is er sprake van mengbeelden van type I en IV allergische reacties.
Er is ongeveer 10% kans op kruisreakties tussen penicillines en 1e en 2e generatie cefalosporines.

Na amoxicilline of ampicilline komt een maculopapuleus exantheem voor dat in de meerderheid van de (maar niet in alle!) gevallen (vooral in combinatie met EBV-infecties, leukemie) onschuldig is omdat het meestal niet berust op een type I penicilline-allergie. In de praktijk komen mengbeelden van klinische expressies voor, bv maculopapuleuze (morbilliforme) en scarlatiniforme exanthemen. Naast deze exanthemen worden vasculitis, vesicobulleuze reakties, EEM (syndroom van Stevens-Johnson), TEN (toxische epidermale necrolyse) en fixed drug erupties gezien. Ongewone reacties zijn oa. immunocytopenieën, interstitiële nefritis en longinfiltraten met eosinofilie.

Allergologisch onderzoek
Zie onder desensibilisatie bij penicilline allergie

Adviezen
Wanneer het onderzoek geen allergie voor penicilline aantoont, is het risico op een allergische (mn. anafylactische) reactie na het toedienen van een penicilline(-derivaat) gering. Ook is er dan geen bezwaar tegen cefalosporines. Geeft het onderzoek een positieve huidtest op PPL, MDM of penicilline wordt een geneesmiddelpaspoort uitgereikt. Bovendien is de kans op een allergische reactie op cefalosporines 10%. Deze kans is echter bij de derde generatie cefalosporines kleiner en bij de vierde generatie aanmerkelijk kleiner. Een negatieve huidtest met PPL en MDM sluit een de novo cefalosporine allergie niet uit. Bij een allergie voor amoxicilline vermijdde men cefadroxil, omdat beide verbindingen eenzelfde zijketen hebben. De minor determinants van de nieuwe carbapenems (imipenem) kruisreageren met die van penicilline. De minor determinants van de monobactams (aztreonam) doen dat niet en mogen dus bij een penicilline-allergie worden gebruikt. Theoretisch bestaat bij een penicilline-allergie de mogelijkheid tot hyposensibilisatie, alleen geïndiceerd als er geen alternatieven zijn. Soms is er in de praktijk onvoldoende tijd om de antibioticatherapie uit te stellen. Mogelijke alternatieven bij een (vermoede) penicilline-allergie kunnen gevonden worden bij monobactams (aztreonam), macroliden, quinolonen, tetracyclines en sulfapreparaten.


Verwekker: Parenteraal: Oraal:
Staphylococcus aureus 1e/2e generatie cefalosporine, vancomycine, teicoplanine macrolide, clindamycine, co-trimoxazol
Streptokokken 1e/2e generatie cefalosporine, vancomycine, teicoplanine macrolide, clindamycine, co-trimoxazol
Enterokokken vancomycine, teicoplanine fosfomycine
Neisseria sp.  2e generatie cefalosporine chinolonen
Clostridium sp. metronidazol, clindamycine metronidazol, clindamycine
Enterobacteriaceae 2e/3e generatie cefalosporine cefalosporine, chinolonen, co-trimoxazol
Pseudomonas aeruginosa ceftazidim, chinolonen chinolonen


Referenties
1. Patriarca G, D'Ambrosio C, Schiavino D, et al. Clinical usefulness of patch and challenge test in the diagnosis of cell-mediated allergy to betalactams. Ann Allergy Asthma Immunol 1999;83:257-266
2. Sullivan et al. Allergy Clin Immunol 1981;68:171-180
3. Sogn DD, Evans R, Sepherd GM, et al. Results of the National Institute of Allergy and Infectious Diseases Collaborative Clinical Trial to test the predictive value of skin testing with major and minor penicillin derivatives in hospitalized adults. Arch Intern Med 1992;152:1025-1032
4. Gadde et al. J.A.M.A. 1993;270:2456-2463
5. Romano A et al. Evaluation of adverse cutaneous reactions to aminopenicillines with emphasis on those manifested by maculopapular rashes. Allergy 1995;50:113-8
6. Romano A, Torres MJ, Fernandez J, et al. Allergic reactions to ampicillin. Studies on the specificity and selectivity in subjects with immediate reactions. Clin Exp Allergy 1997;27:1425-1431
7. Ketel WG van, Joost Th van, Smeenk G, Young E. Protocol allergologisch onderzoek bij patiënten met geneesmiddelerupties. Nieuwsbrief Contactdermatologie 1984;17:241-249
8. Vervloet D et al. Drug Allergy’ 1999:74-9 6c. Rijnders BJA et al. Beleid en antibioticakeuze bij patiënten met een allergie voor penicilline. Ned Tijdschr Geneeskd 1999:143:336-41
9. Smeenk G, Bruynzeel DP, Pavel S. Diagnostiek bij verdenking op penicilline-allergie. Nederl Tijdschr Dermatol Venereol 1999;9:389-390
10. Sullivan TJ, Yecies LD, Shatz GS et al. Desensitization of patients allergic to penicillin using orally administered beta-lactam antibiotics. J Allergy Clin Immunol 1982;69:275-282
11. Patterson R. Allergic diseases and management. 4th edition
12. Saxon A et al. Imipenem crossreactivity with penicillin in humans. J Allerg Clin Immunol 1988; 82:213.
13. Saxon A et al. Lack of crossreactivity between aztreonam, a monobactam antibiotic, and penicillin in penicillin-allergic subjects. J Infect Dis 1984;149:16.
14. Blanca M et al. Anaphylaxis to amoxycillin but good tolerance for benzylpenicillin. Allergy 1988;43:508-10.
15. Weltzien HE, Padovan E. Molecular features of penicillin allergy. J Invest Dermatol 1998;110:203-206.


Auteur(s):
dr. M.M.H. Meinardi. Dermatoloog, Maurits kliniek, Den Haag.

31-12-2012 (MMM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid