|
Formula |
CAS |
|
|
|
CAS: Chemical Abstract Service Registry Number
Background
Arnica montana (Mountain tobacco) is a compositae plant that grows on praires and in mountainous lands in Europe, Asia. Tincture of arnica is used in trauma treatment. The major allergens are sesquiterpene lactones and appear to be helenalin and its esters.
Synonyms
Arnica Montana
Compositae
Mountain tobacco
Arnica tincture
Uses
Compositae
Cross-Reactions
Asteracea plants
Unusual Reactions
Productkenmerken (Summary in Dutch)
Arnica montana (valkruid of wolverlei) is een meerjarige plant, die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae). De plant komt van nature voor in de Alpen, Pyreneeën en in het oosten tot de Balkan en in het noorden tot Zuid-Scandinavië. De plant komt voor in het oosten van Nederland en in de Belgische Ardennen. Valkruid bloeit in juni en juli met oranje-gele, geurende bloemen. Valkruid komt voor op droge tot vochtige, matig arme grond in heidevelden, schraalgraslanden en op brandplekken in het bos. Alle delen van de plant zijn giftig door de aanwezigheid van helenaline en het blad kan huidirritatie opleveren, doordat het arnicine bevat.
Bloemen van valkruid bevatten etherische oliën, flavonoïden en sesquiterpeenlacton van het helenalinetype.
Valkruid wordt gebruikt in de fytotherapie en in natuurproducten tegen alopecia androgenetica. Verder komt het voor in tandpasta, haarwater en ander cosmetische producten. Contacteczeem door Arnica als plant wordt vooral aan de handen gezien, soms als een airborne dermatitis door stuifmeel. Daarnaast kan een eczeem op contactplaatsen van cosmetica waarin het extract verwerkt is (zalven, crèmes, tincturen, lotions, natuurwinkel producten, wondverzorgingsproducten).
Allergeen testsubstantie: Sesquiterpene Lactone Mix 0.1% Van der Bend E2459 (reeks: Europese standaardreeks)
Sesquiterpene
Lactone Mix 0.1% is het testallergeen waarmee een contacteczeem voor Arnica kan
worden opgespoord. Sesquiterpene lactonen zijn bestanddelen van planten, vooral
van composieten (asteraceae, compositae). Voorbeelden uit deze groep zijn Arnica,
Achillea millefolium (yarrow, duizendblad), Tanacetum vulgare (tansy,
boerenwormkruid, Chrysanthemum vulgare), Chrysanthemum
(Chrysanten), Chamomile (kamille), en Tanacetum parthenium (feverfew,
moederkruid).
De mix bevat alantolactone (CAS No. 546-43-0), costunolide (CAS No. 553-21-9),
en dehydrocostunolide (CAS No. 447-43-0).
References
|
1. |
Rudzki E, Grzywa Z. Dermatitis from Arnica montana. Contact Dermatitis 1977; 3(5):281-282. |
|
2. |
Hausen BM. Identification of the allergens of Arnica montana L. Contact Dermatitis 1978;4(5):308. |
|
3. |
Hausen, BM, Herrmann HD, Willuhn G. The sensitizing capacity of Compositae plants. I. Occupational contact dermatitis from Arnica longifolia Eaton. Contact Dermatitis 1978;4(1):3-10. |
|
4. |
Pirker C. et al. Cross-reactivity with Tagetes in Arnica contact eczema. Contact Dermatitis 1992;26(4):217-219. |
|
5. |
Paulsen E, Andersen KE, Hausen BM. Compositae dermatitis in a Danish dermatology department in one year (I). Results of routine patch testing with the sesquiterpene lactone mix supplemented with aimed patch testing with extracts and sesquiterpene lactones of Compositae plants. Contact Dermatitis 1993;29(1):6-10. |
03-06-2011
(JRM) - www.huidziekten.nl