FISSURA ANI |
|
INLEIDING
Hier vindt u een globaal
overzicht van de klachten en oorzaak van een
fissura ani en de meest gebruikelijke
behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te
realiseren dat bij het vaststellen van een
aandoening de situatie voor iedereen weer anders
ligt.
WAT IS EEN FISSURA ANI ?
Een fissuur is een kloofje; een fissura ani is
een pijnlijk kloofje in de anus. Het verloopt in
de lengterichting van de anus en is
gelokaliseerd in de middellijn aan de voor-
en/of achterkant van de anus. Het komt meestal
op jonge en middelbare leeftijd voor, maar kan
zich ook zeker voordoen bij baby's, kleuters en
ouderen.
|
fissura
ani |
Foto: Bernardo Gui - Wikimedia (Creative Commons License 1.0
- Public Domain Image).
WAT IS DE OORZAAK ?
Waarom het kloofje ontstaat en waarom juist op
bepaalde voorkeursplaatsen in de anus, is nog
niet precies duidelijk. Mogelijk heeft het te
maken met een verhoogde spanning, een soort
kramp van een deel van de kringspier en een
daardoor verstoorde bloedvoorziening. Onbewust
wordt door de pijn en de verhoogde spanning van
een deel van de sluitspier de ontlasting
opgehouden. Dat heeft tot gevolg dat de
ontlasting hard wordt. Bij de volgende stoelgang
scheurt het kloofje dan weer open en blijft op
die manier hardnekkig bestaan.
WAT
VOOR KLACHTEN GEEFT EEN FISSURA ANI ?
Een
fissura ani geeft meestal klachten in de vorm
van een scherpe pijn tijdens of na de stoelgang,
vaak met wat bloedverlies.
ZIJN ER
NOG ONDERZOEKEN NODIG ?
Meestal zijn de
klachten zo duidelijk, dat nader onderzoek -
behalve het lichamelijk onderzoek - niet of
nauwelijks nodig is. Bij het lichamelijk
onderzoek zal de arts de anus inspecteren en zal
hij de anus wat spreiden om een eventueel
kloofje te kunnen ontdekken.
WAT
ZIJN DE BEHANDELINGSMOGELIJKHEDEN ?
Meestal reageert een fissura ani op eenvoudige
maatregelen. In de eerste plaats zal de
stoelgang zacht gehouden moeten worden. Daarvoor
is het eten van voldoende plantaardige vezels
(zemelen, bruinbrood, et cetera) en het drinken
van veel water nodig. Een zekere regelmaat in
het ontlastingspatroon voorkomt dat de
ontlasting onnodig lang opgehouden moet worden
en te hard wordt. Voorts kan het regelmatig
nemen van een warm bad de verhoogde spanning in
een deel van de sluitspier wegnemen.
Medicijnen in de vorm van zalfjes en zetpillen
kunnen ook helpen. Om de stoelgang zacht te
houden kan de arts u medicijnen voorschrijven,
bijvoorbeeld poeders van plantaardige vezels of
een drankje.
WANNEER IS
CHIRURGISCHE BEHANDELING NODIG ?
Wanneer
de klachten niet op eenvoudige maatregelen
reageren en het kloofje blijft bestaan kan een
kortdurende operatie verlichting geven. Er zijn
twee chirurgische behandelingstechnieken, die
beide tot doel hebben de verhoogde spanning in
een deel van de sluitspier te doorbreken. De
behandelend arts zal met u de keuze van
behandeling bespreken en of deze behandeling
poliklinisch, in dagbehandeling of tijdens een
kortdurende opname zal plaatsvinden.
Bij
de ene methode (LIS = laterale interne
sfincterotomie) wordt via een klein
operatiewondje naast de anus het binnenste deel
van de sluitspier aan de zijkant ingeknipt. Dat
kan onder regionale anesthesie (verdoving van
een deel van het lichaam), onder algehele
narcose, maar ook heel goed onder plaatselijke
verdoving.
Bij de andere methode (de
Lord procedure) wordt de sluitspier door de
chirurg wat opgerekt. Deze methode kan absoluut
niet onder plaatselijke verdoving en met u zal
besproken worden of deze ingreep onder regionale
verdoving of onder algehele narcose zal worden
uitgevoerd.
MOGELIJKE COMPLICATIES
VAN DE OPERATIEVE BEHANDELING
Geen
enkele ingreep is vrij van de kans op
complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie
de normale risico's op complicaties van een
operatie, zoals trombose, longontsteking,
nabloeding, wondinfectie. De ingrepen vinden
plaats in een bloedvaatrijk gebied (de anus).
Daarom kan na de behandeling wat bloedverlies
optreden, in het bijzonder na een LIS. Bij
een LIS wordt meestal het operatiewondje open
gelaten om het risico van infectie zo klein
mogelijk te houden.
Bij deze ingrepen
wordt geopereerd aan een deel van de sluitspier
om de verhoogde spanning erin te doorbreken. De
vraag doet zich daarom voor of dit gevaar op kan
leveren voor de continentie. Onder continentie
van de anus verstaan we het vermogen om de
passage van lucht (winden), vocht (slijm,
diarree) en ontlasting onder controle te houden.
In het begin kan er zeker sprake zijn van enig
verlies van controle van de sluitspier met name
op winden, maar mogelijk ook op vocht. Dat wil
zeggen, dat wanneer men een windje of wat vocht
voelt aankomen, men de kringspier bewust moet
aanspannen, terwijl dat voorheen moeiteloos en
bijna onbewust ging. Men moet dus de continentie
wat meer bewust gaan beheersen. Meestal is dit
van tijdelijke aard. Helaas kan echter in een
klein aantal gevallen (circa 5%) het verlies van
deze controle blijvend zijn. Vooral het verlies
van wat vocht (verlies van anaal slijm met of
zonder ontlastingsvezels, soiling genoemd) kan
dan hinderlijk zijn.
NA DE
BEHANDELING
Opvallend is dat de
pijnklachten meestal sterk verminderd of zelfs
direct verdwenen kunnen zijn. Na de ingreep zal
de stoelgang zacht gehouden moeten worden en
meestal krijgt u daarvoor een recept voor
medicijnen mee naar huis.
Na de
behandeling zal de anus bedekt zijn met een
gaasje en meestal krijgt u een recept voor
gaasjes thuis mee.
Het is verstandig het
anaal gebied goed schoon te houden, met name na
de stoelgang, maar ook tussendoor. Twee keer per
dag is meestal voldoende. Met de douche kunt u
het gebied gemakkelijk schoon spoelen.
Bij pijn is het innemen van een eenvoudige
pijnstiller meestal voldoende.
|