HOOIKOORTS |
|
WAT IS HOOIKOORTS ?
Hooikoorts
(pollinosis) heeft, in tegenstelling tot wat de
naam laat vermoeden, niets met hooi en niets met
koorts te maken. Het gaat hier immers om een
overgevoeligheid voor stuifmeelkorrels (ook
pollen genoemd). Zowel stuifmeel van grassen als
van bomen en van onkruid kan klachten
veroorzaken. De seizoenvariatie van de klachten
volgt de bloeiperiode: Bomen bloeien vroeg in
het jaar: de wilg en de hazelaar in
februari-maart, de berk in april-mei. Onkruid
kan van april tot september klachten geven.
De bloeiperiode van grassen is meestal tussen
half-mei en midden-september.
Het stuifmeel van grassen vormt in onze
streken de voornaamste bron van pollinosis. De
symptomen van hooikoorts zijn het hevigst als de
concentratie van stuifmeelkorrels in de lucht
het grootst is. Dit is op warme en winderige
dagen. Graspollen is uiterst licht en kan
zodoende door de wind eenvoudig over grote
afstanden worden meegevoerd. Vandaar dat
graspollen ook last kan geven op plaatsen waar
men wellicht niet zou verwachten (in de
binnenstad bijvoorbeeld).
KLACHTEN
De klachten kunnen van verschillende aard zijn:
Neus: Jeuk, pijn, niezen, neusloop
(helder, later vaak gekleurd), verstopping
Mond, keel, oren: Jeuk, pijn en soms zwelling
van de slijm vliezen met drukgevoel
Longen: Hoesten, piepende ademhaling (astma
en/of bronchitis) gepaard gaande met een gevoel
van benauwdheid
Ogen:
Jeuk, pijn en
brandend gevoel, tranenvloed, roodheid van het
oogwit, zwelling van het oogvlies en oogleden en
soms irritatie
Huid: Jeuk, roodheid
en zwelling (netelroos), ontstaan en toenemen
van huiduitslag
Algemeen:
Moeheid,
hoofdpijn, lusteloosheid
De beste
methode om overgevoeligheidsverschijnselen te
voorkomen is elk contact met de
verantwoordelijke stoffen (deze noemt men
"allergenen") te vermijden. Dit is niet
eenvoudig en in bepaalde gevallen is dit zelfs
onmogelijk.
BEHANDELING
Een
bewezen overgevoeligheid voor stuifmeelkorrels
kan op verschillende wijzen worden behandeld:
- Behandeling met geneesmiddelen. -
Specifieke hyposensibilisatie. Dit is een
behandeling d.m.v. een reeks onderhuidse
injecties met allergeen-extract waardoor de
overgevoeligheid voor stuifmeelkorrels in de
loop van enkele jaren vermindert. Bij de
behandeling wordt, door het inspuiten van kleine
hoeveelheden allergeen, het afweersysteem van
het lichaam geactiveerd. Er worden antistoffen
aangemaakt, waardoor men gedurende de periode
van stuifmeelvorming minder of geen klachten
meer heeft. - Een combinatie van
geneesmiddelen en specifieke hyposensibilisatie
is ook mogelijk. De te volgen behandeling is
individueel van patiënt tot patiënt en dient met
de behandelende arts te worden besproken.
ADVIEZEN
Gedurende de periode van
stuifmeelvorming moet het contact met de
stuifmeelkorrels zoveel mogelijk worden
vermeden. Op droge, zonnige en winderige
dagen blijft men het best zoveel mogelijk
binnenshuis en houdt men de deuren en de
vensters dicht (ook tijdens de nacht). Grassen
en takken van bomen en struiken waarvoor men
overgevoelig is, mogen zeker niet in huis worden
genomen. Een wandeling in de "vrije natuur" is
zeker af te raden. Men reist bij voorkeur op
regenachtige dagen ofwel kiest men een vlieg- of
bootreis. Bij het rijden met de wagen moeten de
vensters en het dak gesloten blijven. Bij het
kiezen van een vakantie laat men zijn/haar keuze
het best vallen op plaatsen waar weinig
stuifmeel voorkomt (aan de kust, het strand, de
zee, grote meren of in het gebergte). Men kan
ook een plaats kiezen waar op het moment van
verblijf geen bloeiperiode is, ofwel een andere
periode in het jaar kiezen (b.v. winter) om
vakantie te nemen. Bij de keuze van een beroep
of van een hobby dient men rekening te houden
met een eventuele overgevoeligheid voor bepaalde
stoffen en kist men niet voor die vakken waar
frequent contact met stuifmeel mogelijk is.
Tijdens de periode van stuifmeelvorming moeten
enkele leefregels goed worden gevolgd: - Een
regelmatig leven leiden met gezonde voeding en
goed slapen (=goede weerstand). - De ramen
worden alleen geopend bij regenweer en aan de
zijde van het huis die van de wind af is. -
Het contact met niet specifieke prikkels
(temperatuurwisselingen, afkoeling, tocht,
chemicaliën zoals chloor en ammoniak, parfums,
tabaksrook, enz.) moet zoveel mogelijk worden
vermeden.
|