ZONLICHT OVERGEVOELIGHEID |
 |
INLEIDING
Er is sprake van
lichtovergevoeligheid als iemand een abnormale
huidreactie krijgt na een "normale"
blootstelling aan zonlicht of andere
lichtbronnen, zoals bijvoorbeeld een zonnebank
of gloeilampen. Er zijn verschillende ziekten
waarbij zonlichtovergevoeligheid een rol speelt.
Polymorfe lichteruptie
De
meest voorkomende van deze ziekten is de
"polymorfe lichteruptie" (afgekort: PLE) of
"zonne-allergie". Polymorf betekent "in
verscheidene gedaanten voorkomend". Eruptie
betekent huiduitslag. Onder PLE verstaat men dan
ook enkele abnormale huidreacties die optreden
na blootstelling aan (zon)licht. Deze informatie
zal voornamelijk over PLE gaan. Er wordt in deze
informatie niet ingegaan op de "normale"
huidreacties, die iedereen krijgt na (te)
langdurige blootstelling aan (zon)licht. Dit kan
zijn een zonnebrandreactie, bruin worden,
vervroegde veroudering van de huid en mogelijk
een aantal vormen van huidkanker. PLE komt
evenveel voor bij mannen als vrouwen ongeacht de
leeftijd. PLE ontstaat vaker bij patiënten met
een lichte huidskleur. Meestal begint het op
jong volwassen leeftijd.
Inwendige
ziekten
Inwendige ziekten gaan soms
gepaard met een overgevoeligheidsreactie van de
huid op zonlicht. Lupus erythematodes is het
bekendste voorbeeld. Er is een vorm van lupus
erythematodes met alleen huidafwijkingen en een
vorm met daarnaast klachten van andere organen
(vooral gewrichten). Bij porfyrie bevindt zich
in het bloed een teveel aan porfyrines. Dit zijn
de bouwstenen van het hemoglobine (het
bloedpigment in de rode bloedlichaampjes).Als er
iets schort aan de fabricage van het hemoglobine
dan kunnen de bouwstenen hiervan zich als het
ware in het bloed ophopen. Dit veroorzaakt een
zonlichtovergevoeligheid met blaren en een erg
dunne, kwetsbare huid in het gelaat en op de
handruggen.
Medicijnen
Bepaalde medicijnen kunnen de huid overgevoelig
maken voor zonlicht. Tetracycline is een bekend
voorbeeld. Bij sommige medicijnen ziet men een
geïrriteerde huid zoals bij een zonnebrand, bij
andere medicijnen een meer jeukende, allergische
reactie gelijkend op PLE.
Planten
Contact met planten kan ook een abnormale
zonlichtreactie geven. Het meest sprekende
voorbeeld is de reactie door de bereklauw. Als
na contact met de bereklauw de huid aan zonlicht
wordt blootgesteld, ontstaan er blaren.
Cosmetica en dergelijke
Cosmetica,
zalfjes, middelen tegen muggenbeten en zelfs
zonbeschermende middelen, kunnen
zonlichtovergevoeligheid veroorzaken. Ook
zalven, voorgeschreven door een arts, kunnen een
enkele maal zonlichtovergevoeligheid
veroorzaken.
HOE ONTSTAAT HET ?
PLE wordt door licht veroorzaakt. Of andere
factoren mede een rol spelen is momenteel
onbekend. Zonlicht bestaat behalve uit
zichtbaar licht, voor een deel uit ultraviolet
(afgekort: UV) licht dat wij niet kunnen zien.
UV-licht wordt onderverdeeld in (kortgolvig) UVB
en (langgolvig) UVA, welke beide voor een groot
deel de reeds eerder genoemde "normale"
huidreacties veroorzaken. Het UVA wordt
tegenwoordig beschouwd als de belangrijkste
veroorzaken van PLE.
WAT ZIJN DE
VERSCHIJNSELEN ?
De meest voorkomende
huidafwijkingen zijn sterk jeukende kleine
bobbeltjes op de aan licht blootgestelde delen
van de huid, zoals gelaat, nek, handruggen,
onderarmen en onderbenen. Ook worden wel
blaasjes, roodheid, zwelling en schilfering
gezien. De huidreacties kunnen zich uitbreiden
naar niet aan licht blootgestelde delen van de
huid. Een gering aantal patiënten heeft klachten
van jeuk die precies passen bij PLE, terwijl er
geen zichtbare huidreacties zijn. De
huidreacties kunnen op elk moment "zomaar"
ontstaan, terwijl men voorheen wel goed tegen de
zon kon. Ze ontstaan ongeveer een dag (soms tot
5 dagen) na de blootstelling aan (zon)licht en
worden veelal niet voorafgegaan door een
zonnebrandreactie. Zonder verdere blootstelling
aan zonlicht genezen de huidafwijkingen in 7 tot
10 dagen.
HOE WORDT DE DIAGNOSE
GESTELD ?
Of de reacties veroorzaakt
worden door UVB dan wel door UVA, is redelijk
goed vast te stellen door te antwoorden op de
volgende vragen. Ontstaan de huidreacties: -
ook achter glas - ook in de schaduw - ook
ondanks zonbeschermende middelen - ook
tijdens lichte bewolking
Viermaal ja
betekent dat het waarschijnlijk om UVA gaat.
Viermaal nee wijst op UVB.
Doorgaans kan
de dermatoloog de diagnose PLE stellen op grond
van het verhaal van de patiënt en de waargenomen
huidreacties. Een enkele maal is het nodig om
met behulp van lichttesten na te gaan of UVA,
UVB dan wel zichtbaar licht de huidreacties
veroorzaakt. Er bestaat echter geen test waarmee
de diagnose PLE met zekerheid kan worden
gesteld. Met deze lichttests kunnen ook andere
door licht veroorzaakte huidaandoeningen worden
aangetoond. Tevens kan worden onderzocht of
bepaalde stoffen (cosmetica, medicijnen, e.d.)
in combinatie met licht een
overgevoeligheidsreactie veroorzaken
(fotoplakproeven). Bovendien kan
laboratoriumonderzoek worden verricht op bloed,
ontlasting, urine en/of een stukje huid (biopt)
met als doel bepaalde ziekten, zoals lupus
erythematodes en porfyrie, uit te sluiten.
WAT IS DE BESTE BEHANDELING ?
Lichtgewenning
Bij niet ernstige vormen
van PLE is het voldoende om in het voorjaar de
huid geleidelijk aan zonlicht te laten wennen.
Dit kan goed door rekening te houden met wanneer
en waar de invloed van zonlicht groot is.
Zodoende is er sprake van een geleidelijke
lichtgewenning. Hierbij kan men tijdens de
eerste weken gebruik maken van een goed
zonbeschermend middel (zonnebrandmiddel). Dit
moet een hoge beschermingsfactor hebben.
Zonnebrandmiddelen
Bij ernstige vormen
van PLE hebben zonnebrandmiddelen een beperkte
waarde, omdat de meeste alleen tegen UVB
beschermen. Zelfs zogenaamde zonblokkerende
middelen beschermen waarschijnlijk slechts ten
dele tegen UVA. Terwijl bij PLE juist UVA zo
belangrijk is. Er zou zelfs een verslechtering
kunnen optreden, doordat tijdens het gebruik van
zonnebrandmiddelen de normale zonnebrandreactie
door UVB nauwelijks optreedt, waardoor men
langer in de zon blijft en zodoende juist extra
blootstaat aan UVA.
PUVA-therapie
en UVB-therapie
De huidarts kan een
geleidelijke lichtgewenning teweegbrengen door
een vorm van lichttherapie (PUVA-therapie of
UVB-therapie) toe te passen. Hierbij wordt ieder
voorjaar of voorafgaand aan een vakantie
gedurende een aantal weken, 2 à 3 maal per week,
de huid aan een speciale kunstlichtbron
blootgesteld. Bij PUVA-therapie moet een patiënt
2 uur voor iedere bestraling bepaalde medicijnen
(psoralenen) innemen, die de huid gevoeliger
maken voor licht. PUVA betekent dan ook
psoralenen plus UVA. In verband met bescherming
van de ogen moet men op de dag van de bestraling
een bril dragen. Bij UVB-behandeling behoeven
geen medicijnen ingenomen te worden.
Antimalaria-middelen
Een andere
behandelingsmogelijkheid bestaat uit het innemen
van antimalaria-middelen. Dit zijn medicijnen
die het eerst zijn gebruikt bij malaria, maar nu
ook toegepast worden bij een aantal huidziekten
waarbij lichtovergevoeligheid een rol speelt,
zoals PLE.
Andere
behandelingsvormen
Er wordt bij PLE ook
wel een bèta-caroteen gebruikt. Het effect
daarvan is echter twijfelachtig.
WAT KAN MEN ZELF NOG DOEN ?
- Uit de zon
blijven; vooral tussen 11.00 en 15.00 uur
wanneer de zon het felst is. - Het dragen van
wijde kleding met lange mouwen en een breed
gerande hoed of pet beschermt goed tegen de zon.
- Houd er rekening mee dat de wind verkoelend
werkt, waardoor men minder van de zon merkt.
- Bij stilzitten of liggen is het effect van de
zon groter dan bij bewegen. - Een natte huid
is gevoeliger voor zonlicht. - Sneeuw en zand
reflecteren veel zonlicht; water en gras weinig.
- Ook onder de parasol bereikt veel zonlicht
(m.n. UVA) de huid. - Achter glas bereikt UVA
de huid wel en UVB juist niet. - Ook bij een
uitgebreide bewolking bereikt veel zonlicht de
aarde. - In het hooggebergte bereikt meer
zonlicht (m.n. UVB) de aarde. -
Zonnebrandmiddelen of beter zonbeschermende
middelen beschermen voornamelijk tegen UVB en
weinig tegen UVA. Bij een zeer gevoelige huid
dient een middel met hoge beschermingsfactor
gebruikt te worden.
WAT ZIJN DE
VOORUITZICHTEN ?
Bij 30% tot 50% van de
patiënten beginnen de klachten ieder voorjaar en
verdwijnen ze bij herhaalde blootstelling aan
zonlicht in de loop van de zomer. Dit wordt
lichtgewenning genoemd. Het gewend zijn aan
(zon)licht verdwijnt weer in de winter. In
ernstige gevallen blijven reacties ontstaan na
iedere blootstelling aan (zon)licht. Over het
algemeen blijft PLE jarenlang bestaan. Soms
verergert het in de loop van de jaren, soms
treedt spontaan een verbetering op.
|