HAART / cART THERAPIE BIJ HIV home ICD10: B24

HAART (highly active anti-retroviral therapy) is een verzamelnaam voor combinatieschema's van antiretrovirale middelen. Een voorbeeld is de combinatie van twee reverse transcriptase remmers (de nucleoside analogen zidovudine en lamivudine) en een proteaseremmer. Tegenwoordig wordt de term cART gebruikt (combinatie-antiretrovirale-therapie). Meerdere combinatieschema's zijn mogelijk en de richtlijnen worden voortdurend aangepast. Voor replicatie van het HIV virus is omzetting van RNA naar DNA m.b.v. reverse transcriptase essentieel. Nucleoside analogen (lamivudine, abacavir, zidovudine, emtricitabine, tenofovirdisoproxil) worden door dit enzym ingebouwd in het DNA, waarna verdere replicatie stopt. Niet-nucleosiden (efavirenz, nevirapine, doravirine, etravirine, rilpivirine) binden direct aan reverse transcriptase en blokkeren het enzym. Proteaseremmers (atazanavir, darunavir, fosamprenavir, ritonavir, saquinavir) hechten zich aan een protease dat de aanvankelijk lange HIV-eiwitketens knipt in kortere moleculen die uiteindelijk het HIV virus vormen.

HAART (highly active anti-retroviral therapy)Bron figuur en verdere informatie: HIV Vereniging Nederland.

Reverse transcriptaseremmers:
nucleoside & nucleotide analogen:
stofnaam:
lamivudine
abacavir
zidovudine
zidovudine + lamivudine
emtricitabine
tenofovirdisoproxil
abacavir + lamivudine + zidovudine
merknaam:
Epivir, Zeffix
Ziagen
Retrovir
Combivir
Emtriva
Viread
Trizivir
Reverse transcriptaseremmers:
niet-nucleosiden:
stofnaam:
efavirenz
nevirapine
doravirine
etravirine
rilpivirine
merknaam:
Stocrin
Viramune
Pifeltro
Intelence
Edurant, Rekambys
Integraseremmers:
stofnaam:
bictegravir
dolutegravir
merknaam:
Biktarvy (combinatie)
Tivicaye
Proteaseremmers:
stofnaam:
atazanavir
darunavir
fosamprenavir
ritonavir
saquinavir
merknaam:
Reyatas
Prezista
Telzir
Norvir
Invirase


Eerste keus in de behandeling van therapie-naïeve volwassen patiënten met een HIV-1-infectie is meestal een tripeltherapie. Deze bestaat uit twee nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NRTI’s) in combinatie met een derde actief antiretroviraal middel uit een van de volgende drie klassen: bij voorkeur een integraseremmer (INSTI) met een hoge barrière tot resistentie (bictegravir of dolutegravir), en in specifieke situaties met een non-nucleoside reverse-transcriptaseremmer (NNRTI), of een proteaseremmer (PI) met een farmacokinetische booster (cobicistat of ritonavir). Bij de meeste personen met HIV is ook een behandelregime bestaande uit twee middelen mogelijk, meestal dolutegravir/lamivudine (een INSTI met één NRTI), na uitsluiting van enkele exclusiecriteria. De keuze voor een combinatie van antiretrovirale middelen is afhankelijk van diverse factoren, en dient te worden gemaakt op geleide van het resistentieprofiel.

Biktarvy Bictegravir/emtricitabine/tenofoviralafenamide
Triumeq Dolutegravir/abacavir/lamivudine
diversen Emtricitabine/tenofovirdisoproxil/efavirenz
Delstrigo Doravirine/lamivudine/tenofovirdisoproxil
Odefsey Emtricitabine/tenofoviralafenamide/rilpivirine
Eviplera Emtricitabine/tenofovirdisoproxil/rilpivirine
Symtuza Darunavir/cobicistat/emtricitabine/tenofoviralafenamide
Genvoya Emtricitabine/tenofoviralafenamide/elvitegravir/cobicistat
Stribild Emtricitabine/tenofovirdisoproxil/elvitegravir/cobicistat
Dovato Dolutegravir/lamivudine


Bij het starten van cART kunnen AIDS gerelateerde huidziekten zoals infecties en Kaposi sarcoom spontaan verdwijnen. Er kunnen ook geneesmiddelenreacties optreden waaronder toxicodermie, SJS en TEN. Soms ontstaan huidreacties door het herstel van de immuniteit. Seborroisch eczeem of psoriasis bijvoorbeeld, ook atopisch eczeem, sarcoïdose, vitiligo, en contactallergieën. Maar ook reacties op micro-organismen die opeens weer herkend worden door het immuunsysteem. Dit wordt Immune Reconstitution Disease (IRD) of Immune Restoration Inflammatory Syndrome (IRIS) genoemd. IRIS ontstaat bij 10-25% van de AIDS patiënten die met HAART beginnen, meestal binnen de eerste 3 maanden. Het gaat vaak vanzelf weer over. Cutane manifestaties van IRD/IRIS moeten wel behandeld worden.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

19-10-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 B24 HIV infectie, niet gespecificeerd: AIDS (acquired immune deficiency syndrome)
ICD10 B24 Unspecified human immunodeficiency virus [HIV] disease: acquired immunodeficiency syndrome [AIDS]
SNOMED 62479008 Acquired immune deficiency syndrome (AIDS)
DBC 21 SOA