ABNORMAAL GRANULATIEWEEFSEL / HYPERGRANULATIE home ICD10: L92.9

Granulatieweefsel wordt tijdens het proces van wondgenezing aangemaakt om de wond te vullen. In eerste instantie wordt fibrine gevormd, uit fibrinogeen in het bloed. Fibrine vult het gat en droogt aan de bovenzijde uit tot een korst. De fibrinelaag daar onder dient als een matrix voor fibroblasten en endotheelcellen die samen het granulatieweefsel gaan vormen. Een deel van de fibroblasten differentieert tot myofibroblasten, zij veroorzaken wondcontractie. Granulatieweefselvorming is dus een normaal genezingsproces. Maar er kan ook abnormaal granulatieweefsel worden gevormd, onder te verdelen in granulatieweefsel dat abnormaal van aspect is (rood-livide, met ontstekingsverschijnselen) en hypergranulatieweefsel (teveel, uitstekend boven niveau omliggende huid). Bij abnormaal granulatieweefsel bedacht zijn op onderliggende infectieuze processen (kweken) of fistels. Hypergranulatie in wonden kan ontstaan door te lang doorgaan met hydrocolloïden of schuimverbanden.

Therapie: eventuele infectie bestrijden; hypergranulatieweefsel curetteren, wegsnijden tot in niveau huid, zomogelijk transplanteren, eventueel lokale steroïden klasse IV (Dermovate crème) of aanstippen met een zilvernitraatstift. Sterke corticosteroïden werken meestal heel goed, dit is een optie die onvoldoende bekend is.

Hypergranulatie weefsel Hypergranulatie weefsel Hypergranulatie weefsel
hypergranulatie weefsel hypergranulatie weefsel genezen na 1 week Dermovate

Zilvernitraat stift Zilvernitraat stift
zilvernitraat stiften voor aanstippen granulatieweefsel


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L92.9 Granulomateuze aandoening van huid en subcutis, niet gespecificeerd: hypergranulatie
ICD10 L92.9 Granulomatous disorder of skin and subcutaneous tissue, unspecified: hypergranulation
SNOMED 81155006 Hypertrophic granulation tissue
DBC 27 Diagnose niet nader omschreven