Acne tarda (postadolescente acne) wordt onderverdeeld in persisterende acne
en late-onset acne. Persisterende acne begint in de adolescentie en houdt aan
tot ver in de volwassenheid, deze komt het meeste voor. Late-onset acne is een
eerste verschijning van
acne na het 25e levensjaar;
ook wel acne tarda genoemd.
1,2
De prevalentie van acne tarda is 3% onder mannen en 11-12% onder vrouwen. Deze
prevalentie neemt sterk af na het 45e levensjaar.
1
Etiologie:Een verhoogde hoeveelheid androgenen, hetzij
in het bloed of lokaal geproduceerd speelt een rol in het ontstaan van acne.
Anticonceptiva zoals levonorgestrel hebben ook een androgeen effect.
3
In de huid wordt testosteron omgezet in het meer androgene 5-alfa-dihydrotestosteron
door het enzym 5-alfa-reductase. Dit versterkt het androgene signaal waardoor
de talgproductie toeneemt. Zowel hogere hormoonproductie (bijvoorbeeld bij mannen)
als een familiaire predispositie (verhoogde gevoeligheid van het doelorgaan)
kunnen voor toename van acne zorgen. Er is geen duidelijke relatie tussen de
hoeveelheid androgeen in het serum en de ernst van de acne. Lokaal geproduceerde
androgenen en/of de gevoeligheid van het eindorgaan kunnen contribuerende factoren
zijn.
2
Afhankelijk van de gevoeligheid van het eindorgaan kan een relatief lage hormoonspiegel
al acne veroorzaken.
4
Klinisch beeld:Milde tot matige acne, vooral inflammatoir
met weinig comedonen. Gezicht, peri-orale regio, kin en kaaklijn. Vrouwen met
acne tarda hebben een hogere talg productie. 50% van de patiënten heeft een
eerste graad familielid met postadolescente acne. Tabak lijkt een predisponerende
factor te zijn. Reguliere antibiotica zijn vaak matig effectief.
1
Bij persisterende acne (acne sinds adolescentie) vooral papulonodulaire laesies
op de lagere delen van het gelaat en de hals. Vrijwel continu aanwezig met verergering
(pre)menstrueel.
5
Bij late-onset acne (ontstaan na de puberteit) meestal acne van de kin en rond
de mond, zelden comedonen, met premenstruele exacerbaties, postinflammatoire
kleurveranderingen en littekenvorming. Een andere vorm is “sporadic acne”, soms
voorafgegaan door algemeen ziek zijn of operatie. Dit type komt op onvoorspelbare
momenten op en kan op elke voorkeurslokalisatie voorkomen. Het uit zich met
papels en pustels meestal op één lokatie tegelijk.
1,2,6
![Acne tarda (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Acne tarda](../../../afbeeldingen/acne-tarda-1z.jpg) |
![Acne tarda (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Acne tarda](../../../afbeeldingen/acne-tarda-2z.jpg) |
acne tarda |
acne tarda |
![Acne tarda (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Acne tarda](../../../afbeeldingen/acne-tarda-3z.jpg) |
![Acne tarda (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Acne tarda](../../../afbeeldingen/acne-tarda-4z.jpg) |
acne tarda |
acne tarda |
DD: acne medicamentosa,
acneiforme eruptie nno, acne als gevolg van infectie, hyperandrogenisme, anabole
steroïden, of iatrogeen (corticosteroiden, neuropsychotherapeutische medicatie,
medicatie tegen tuberculose, immunomodulerende moleculen,
epidermal growth factor receptor remmers (EGFR-remmers).
7
Acneiforme eruptie wordt ook herkend als een bijwerking van progesteron, vooral
de methyltestosteron derivaten. Levonorgestrel valt hier ook onder.
4,6,8
Diagnostiek:Bij acne met hirsutisme en/of menstruatiestoornissen,
acne vόόr het 12e of na het 20e jaar ontstaan (acne tarda), of bij viriliserende
kenmerken (clitoris-vergroting, stemverlaging, verandering richting mannelijk
beharingspatroon) cave polycysteus ovariumsyndroom (PCO), adrenogenitaal syndroom,
tumor ovarium of bijnier, m. Cushing, bijnierschorshyperplasie, hyperprolactinaemie.
PCO komt vaak voor bij vrouwen met persisterende acne. Onderzoek: vrij testosteron
en DHEA-S, eventueel (of overlaten aan gynaecoloog) de LH/FSH ratio (norm 2:1),
Androsteendion, prolactine, nuchter cortisol. Bij PCO is meestal testosteron,
androsteendion, LH, of de LH/FSH ratio (>3) verhoogd. Bij verdenking consult
gynaecoloog voor aanvullende diagnostiek (lab, VT, echografie) en behandeling.
Bij mannen kan acne tarda worden veroorzaakt door een testistumor. Dit is
zeer zeldzaam maar wel beschreven. Diagnostiek: βhCG, α-1-foetoproteïne,
echo testes.
Oorzaak: |
Onderzoek: |
iatrogeen |
anamnese, geneesmiddelen, spiraal |
polycysteus ovarium syndroom |
testosteron, LH/FSH |
congenitale bijnierschorshyperplasie |
DHEAS, 17α-hydroxyprogesteron |
Cushing syndroom |
dexamethason suppressietest |
ovarium of bijnier tumoren |
testosteron, DHEAS |
Acne tarda door Mirena spiraal:De Mirena spiraal
(IUD, IUS, levonorgestrel-releasing IUD, levonorgestrel intrauterine system/device,
LNG-IUS/IUD) kan systemische effecten hebben en een verhoogde concentratie levonorgestrel
in het bloed veroorzaken. Tot wel 60% van de vrouwen laten hun Mirena spiraal
vroegtijdig verwijderen wegens bijwerkingen. Progestagene bijwerkingen worden
in 24%-61% genoemd waarbij gedacht moet worden aan een vette huid, acne, maar
ook depressie, stemmingswisselingen, gevoelige borsten, gewichtstoename, opgeblazen
gevoel, hoofdpijn, excessieve haargroei, en verminderde seksuele interesse.
9,10
De incidentie van hoofdpijn en acne is significant hoger bij vrouwen met de
Mirena spiraal ten opzichte van de koper spiraal.
11
Gemiddeld 35.2% van de vrouwen met een spiraal heeft last van acne.
12
Er moet specifiek worden geïnformeerd naar een IUD of subcutaan implantaat bij
acne.
4
Indien er geen andere oorzaak aan te wijzen is voor nieuw ontstane acne bij
vrouwen in de reproductieve leeftijd, dan moet de Mirena spiraal als oorzaak
worden beschouwd.
8
Dermatologen, gynaecologen, huisartsen en vrouwen moeten bewust zijn van deze
mogelijke bijwerkingen bij het overwegen van een Mirena spiraal.
13
Bij hinderlijke acne tarda moet sterk worden overwogen de Mirena spiraal te
verwijderen. Er zijn een aantal case series die de relatie tussen het verwijderen
van de spiraal en snelle afname van acne beschrijven.
4,8,13
Het verwijderen van de Mirena spiraal is vaak niet afdoende om de reactie van
de huid in remissie te brengen.
8
Gollnick et al. beschrijft de effectiviteit van oraal cyproteronacetaat in combinatie
met ethinylestradiol.
14
Cyproteron is een anti-androgeen met sterke progestagene activiteit en heeft
een talgproductie reducerende werking. Ethinylestradiol is een oestrogeen dat
de talgklieren verkleint met daardoor indirect een talgproductie verlagende
dosering. Over het algemeen wordt het ook goed verdragen; slechts 4.9% vertoonde
een exacerbatie van acne tarda in het gezicht.
4
![Acne tarda (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Acne tarda](../../../afbeeldingen/acne-tarda-door-mirena-spiraal-1z.jpg) |
![Acne tarda (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Acne tarda](../../../afbeeldingen/acne-tarda-door-mirena-spiraal-2z.jpg) |
acne tarda
bij Mirena spiraal |
acne tarda
bij Mirena spiraal |
Therapie:
R/ tretinoïne crèmes of oplossing (gel):
cremor tretinoini 0.02 of 0.05% FNA of Acid A Vit (tretinoïne 0.05%) crème (20
g) bij milde vormen.
Eventueel combineren met benzoylperoxide hydrogel 5-10%
FNA in de ochtend, of met een combinatie preparaat zoals Duac acne gel (clindamycine
1% in benzoylperoxide 5% gel, 25 g).
R/ minocycline of andere antibiotische
therapie (doxycycline): 80% van de vrouwen reageert traag/niet op systemische
antibiotische therapie.
5
Eventueel combineren met benzoylperoxide hydrogel 5-10% FNA in de ochtend en
tretinoïne crème 's avonds.
R/ Hormonale therapie (cyproteronacetaat in combinatie
met ethinylestradiol).
8
Deze combinatie zit in de Diane pil. Cyproteron kan ook nog in hogere doseringen
(10-50 mg) worden toegevoegd gedurende de eerste 10-15 dagen van de cyclus.
Echter in 2020 is er een waarschuwing uitgegaan over een verhoogd risico op
meningeomen bij gebruik van doseringen van 10 mg of hoger; dit efffect is afhankelijk
van dosis en cumulatieve dosis.
R/ isotretinoine in lagere dosering (10-20
mg per dag) of intermitterend (0.5 mg/kg/dag voor 7 dagen per 4 weken voor 6
opeenvolgende maanden). Er is echter wel 39% terugval na staken therapie. Onderhoudsbehandeling
met topicale retinoïden kan worden overwogen om recidief te voorkomen. Lage
intermitterende doseringen van orale isotretinoine (tweemaal per week 20-30
mg isotretinoine) zijn nuttig bij patiënten die onvoldoende op topicale retinoïden
reageren.
Algemene adviezen:Huid schoon houden maar
niet te vaak of te heet wassen. Droog deppen i.p.v. wrijven. Beperkt gebruik
maken van zepen, uitdrogende lotions, vette bodymilk of make-up. Voeding is
niet van invloed.
Adjuvante behandelingen:R/ Intralaesionale
corticosteroiden: 1-2 mg/ml triamcinolon acetonide, elke 3 weken, max 3-4 maal
(bij nodulaire of cysteuze laesies met als doel vermindering van pijn en inflammatie
en tevens verkleinen van het risico op littekenvorming).
R/ Topicale retinoïden
ter vermindering van post inflammatoire hyperpigmentatie.
R/ Peeling bij
macrocomedonen.

Overzicht combinatietherapieën bij acne tarda. Uit: Williams C, Layton AM. Persistent
Acne in Women. Implications for the Patiënt and for Therapy. Am J Clin Dermatol
2006;7(5):281-290.
Referenties
1. |
Rivera R, Guerra A. Management of Acne in
Women Over 25 Years of Age. Actas Dermosifiliogr 2009;100:33-37. |
2. |
Williams C, Layton AM. Persistent Acne in
Women. Implications for the Patiënt and for Therapy. Am J Clin Dermatol
2006;7(5):281-290. |
3. |
Sitruk-Ware R. Pharmacological profile of
progestins. Maturitas 2004;47:277-283. |
4. |
Cohen EB, Rossen NN. Acne vulgaris in connection
with the use of progestagens in a hormonal IUD or a subcutaneous
implant. Ned Tijdschr Geneeskd 2003;147:2137-2139. |
5. |
Shaw JC, White LE. Persistent acne in adult
women. Arch Dermatol 2001;137:1252-1253. |
6. |
Marks R. Acne and its management beyond the
age of 35 years. Am J Clin Dermatol 2004;5:459-462. |
7. |
Du-Thanh A, Kluger N, Bensalleh H, Guillot
B. Drug-induced Acneiform Eruption. American Journal of Clinical
Dermatology 2011;12:233-245. |
8. |
Kelekci KH, Kelekci S. Acneiform eruption
caused by levonorgestrel intrauterine system: a case report. Journal
of Pakistan Association of Dermatologists 2012;22:76-78. |
9. |
Andersson K, Odlind V, Rybo G. Levonorgestrel-releasing
and copper-releasing (Nova T) IUDs during five years of use: a randomized
comparative trial. Contraception 1994;49:56-72. |
10. |
Ewies AA. Levonorgestrel-releasing intrauterine
system - the discontinuing story. Gynecological Endocrinology 2009;25(10):668-673. |
11. |
Sivin I, Stern J. Health during prolonged
use of levonorgestrel 20 micrograms/d and the copper TCu 380Ag intrauterine
contraceptive devices: a multicenter study. International Committee
for Contraception Research (ICCR). Fertil Steril 1994;61:70-77. |
12. |
Backman T, Huhtala S, Blom T, Luoto R, Rauramo
I, Koskenvuo M. Length of use and symptoms associated with premature
removal of the levonorgestrel intrauterine system: a nation-wide
study of 17,360 users. British Journal of Obstetrics and Gynaecology
2000;107:335-339. |
13. |
Ilse JR, Greenberg HL, Bennett DD. Levonorgestrel-releasing
intrauterine system and new-onset acne. Cutis 2008;82:158. |
14. |
Gollnick H, Albring M, Brill K. The effectiveness
of oral cyproterone acetate in combination with Ethinylestradiol
in acne tarda of the facial type. Annales d’endocrinologie 1999;60:157-166. |
Auteur(s):Britt N. van Pelt. Arts-assistent dermatologie,
Catharina Ziekenhuis, Eindhoven.