Antihistaminica worden voorgeschreven bij de volgende
indicaties:
- atopisch eczeem
- allergische rhinitis en conjunctivitis
- urticaria / angio-oedeem
- (urticariële) vasculitis
- voedselovergevoeligheid
- geneesmiddelenreacties
- mastocytose
- pruritus e.c.i.
- pruritus
bij diverse inflammatoire dermatosen, waaronder psoriasis, cutaan T-Cel lymfoom,
insectensteken
Voor de meeste indicaties hebben de
niet-sederende
antihistaminica de voorkeur. Bij atopisch eczeem worden de oudere
sederende antihistaminica nog steeds toegepast omdat de sederende bijwerking
een gunstig effect kan hebben op de nachtrust en het krabgedrag. Deze sederende
antihistaminica worden dan met name voor het slapen gaan voorgeschreven. Gebruik
van sederende antihistaminica bij kinderen jonger dan één jaar is echter gecontra-indiceerd
(
zie antihistaminica bij kinderen)
Bij
urticaria is het zinvol
om bij onvoldoende werking de dosering individueel te verhogen (dan kan wel
sedatie optreden), of te experimenteren met andere. De niet-sederende antihistaminica
kunnen een factor 4 worden overgedoseerd zonder problemen. Voor de oudere sederende
antihistaminica is dat niet uitgezocht. Het verhogen van de dosis is beter dan
het combineren met H2-blokkers.
Bij acute allergische reacties inclusief
shock wordt Tavegyl (snel werkend, zwak sederend) gegeven, bij voorkeur i.v.
Keuze verder baseren op neveneffecten en bijwerkingen, (vooral sedatie, zie
tabel), en plasma halfwaardetijd. Antihistaminica kunnen bij urticaria nooit
voor 100% alle symptomen onderdrukken omdat histamine niet de enige vasoactieve
stof is die vrijkomt bij mestcel-degranulatie, en omdat ook andere mediatoren,
vrijkomend via geheel andere mechanismen, jeuk of urticaria kunnen veroorzaken.
Het is belangrijk dit tevoren aan de patiënt uit te leggen. Sommige preparaten
claimen behalve een antihistamine werking ook een mestcel-stabiliserende werking,
een effect op SRS-A (slow reacting substance A), op eosinofielen migratie, op
TNF-alfa, of een antiserotonerge werking. De meeste hebben een anticholinerge
bijwerking (zie tabel). Sommige bevorderen de eetlust.
Streven naar zo min
mogelijk sedering, hoewel in sommige gevallen een antihistaminicum met centraal
depressieve eigenschappen (b.v. hydroxyzine) een uitkomst kan zijn, b.v. bij
patiënten waarbij emotionele factoren of jeuk het gebruik van een anxiolyticum
rechtvaardigen. De oudere, sterker sederende antihistaminica blijven waardevol,
o.a. bij atopisch eczeem en nachtelijk krabgedrag. Niet-sederende hebben weinig
effect op de jeuk bij atopisch eczeem, wel op begeleidende problemen zoals allergische
conjunctivitis en rhinitis. Atopisch eczeem patiënten krijgen daarom nog frequent
sterk sederende antihistaminica (promethazine) voorgeschreven voor de nacht,
soms in combinatie met niet-sederende antihistaminica overdag. Een aantal antihistaminica
wordt voor andere indicaties gebruikt, zoals vertigo (cinnarizine), reisziekte
(o.a. cyclizine), als anxiolyticum (hydroxyzine), of als premedicatie bij narcose
(promethazine).
Weinig sederend: |
Dosering: |
Neveneffecten: |
acrivastine (Semprex) |
3 dd 1 tab 8 mg |
|
cetirizine (Zyrtec) |
1 dd 1 tab 10 mg |
|
desloratadine (Aerius) |
1 dd 1 tab 5 mg |
|
ebastine (Kestine) |
1-2 dd 1 tab 10 mg |
|
fexofenadine (Telfast) |
1 dd 1 tab 120/180 mg |
|
levocetirizine (Xyzal) |
1 dd 1 tab 5 mg |
|
loratadine (Claritine) |
1 dd 1 tab 10 mg |
|
mizolastine (Mizollen) |
1 dd 1 tab 10 mg |
|
rupatadine (Rupafin) |
1 dd 1 tab 10 mg |
anti-TNF-alfa en PAF remmer |
Licht tot matig sederend: |
Dosering: |
Neveneffecten: |
clemastine (Tavegyl) |
2 dd 1 tab/sir 1 mg |
zwak anticholinerg |
Sederend: |
Dosering: |
Neveneffecten: |
dimetindeen (Fenistil) |
3 dd 1-2 tab 1 mg |
zwak anticholinerg |
hydroxyzine |
1-4 dd 1 tab 25 mg |
centraal depressief, anti-emetisch, anxiolytisch, spasmolytisch |
ketotifen (Zaditen) |
2 dd 1-2 tab 1 mg |
zwak anticholinerg, SRS-A remmend, mestcel stabiliserend |
Sterk sederend: |
Dosering: |
Neveneffecten: |
promethazine (Phenergan) |
1-3 dd 1-2 tab 25 mg |
sterk anticholinerg, sterk anti-emetisch |
Zie voor kinderdosering onder
antihistaminica bij kinderen.
Sommige antihistaminica zijn ook in de zwangerschap toepasbaar,
zie
antihistaminica in
de zwangerschap en
tijdens
lactatie.
Overzicht werkingsduur antihistaminica:
Een snelle werkingsduur is nodig bij
anafylactische
shock. Een lange werkingsduur is handig omdat dan maar 1 x daags gedoseerd
hoeft te worden. Een te lange werkingsduur kan een probleem zijn bij het verrichten
van intracutane tests. De nieuwe generatie antihistaminica dringt niet of nauwelijks
door in het centraal zenuwstelsel. Op dit moment zijn er 9 antihistaminica geregistreerd
in Nederland (acrivastine, cetirizine, desloratadine, ebastine, fexofenadine,
loratadine, levocetirizine, mizolastine, en rupatadine), welke in de aanbevolen
dosering bij volwassenen de rijvaardigheid niet aantoonbaar beïnvloeden en waarbij
op de bijsluiter niet de sederende bijwerking wordt vermeld. Deze zijn in onderstaande
tabel in
groen aangegeven.
Antihistaminicum: |
Effect na: |
T-Max: |
T- ½: |
Werkingsduur: |
acrivastine (Semprex) |
1 uur |
1½ uur |
1½ - 2.3 uur |
8 - 16 uur |
cetririzine (Zyrtec) |
30 min - 1 uur |
1 - 1½ uur |
10 uur |
24 uur |
clemastine (Tavegyl) |
10-15 min |
5 - 7 uur |
|
12 uur |
desloratadine (Aerius) |
30 min - 1 uur |
3 uur |
27 uur |
24 - 48 uur |
dexchloorfeniramine (Polaramine)* |
30 min - 1 uur |
|
20 uur |
12 - 24 uur |
dimetindeen (Fenistil) |
30 min - 1 uur |
2 - 2½ uur |
6 uur |
12 uur |
ebastine (Kestine) |
1 uur |
|
15 - 19 uur |
> 48 uur |
fexofenadine (Telfast) |
1 uur |
1 - 3 uur |
11 - 15 uur |
24 uur |
hydroxyzine |
30 min - 1 uur |
2 uur |
4-6 uur |
7 - 20 uur |
ketotifen (Zaditen) |
30 min - 1 uur |
2 - 4 uur |
22 uur |
12 - 24 uur |
loratadine (Claritine) |
30 min - 1 uur |
1 - 2 uur |
12 - 20 uur |
12 - 48 uur |
levocetirizine (Xyzal) |
30 min - 1 uur |
1 uur |
6 - 10 uur |
24 - 48 uur |
mizolastine (Mizollen) |
30 min - 1 uur |
1½ uur |
13 uur |
24 uur |
promethazine |
20 min |
|
6-12 uur |
10 - 14 uur |
rupatadine (Rupafin) |
20 min |
30-45 min |
6-9 uur |
24 uur |
Voor Semprex (acrivastine) en promethazine moet worden bijbetaald.
* Dexchloorfeniramine is uit de handel in Nederland.
Referenties
1. |
Mekkes JR, Sillevis Smitt JH. Therapie bij
acute en chronische urticaria. Patient Care, 1990;16:10-16. |
2. |
Farmacotherapeutisch Kompas. College voor Zorgverzekeringen,
2021. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.