ANTIBIOTICA BIJ GEÏMPETIGINISEERD ATOPISCH ECZEEM home ICD10: L30.9

Impetiginisatie van atopisch eczeem
Staphylococcus aureus en/of Streptococcus pyogenes (ß-hemolytische streptokokken groep A)

R/ claritromycine 500 mg per dag; bij ernstige infecties 2 dd 500 mg. Kinderen zie tabel.
R/ flucloxacilline 3-4 dd 500 mg; bij ernstige infecties 3 dd 1000 mg. Kinderen zie tabel.
R/ amoxicilline / clavulaanzuur 3 dd 625 mg. Kinderen zie tabel.
R/ erytromycine 4 dd 250-500 mg (o.a. bij allergie voor penicilline). Clindamycine 3-4 dd 300 mg is ook mogelijk.

Claritromycine is een goede eerste keus omdat het makkelijk in te nemen is en weinig bijwerkingen geeft. Maar er is altijd kans op erytromycine/claritromycine resistente S. aureus, vooral bij de wat ernstige atopisch eczeem patiënten die vaker infecties hebben gehad. Bij ernstige infectie, waarbij de kweek en resistentie bepaling nog niet bekend is en waarbij men zeker moet zijn van een goede antibiotische werking is het beter om flucloxacilline of amoxicilline / clavulaanzuur voor te schrijven. Flucloxacilline is met name op S. aureus gericht maar is tevens, zeker in hoge dosering (3 dd 1000 mg) voldoende werkzaam tegen streptokokken. Ook amoxicilline/clavulaanzuur is tegen beide werkzaam. Gelijktijdig ook het eczeem behandelen.

Meer informatie (zakboektekst) - Terug naar overzicht antibiotica

Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

27-12-2021 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L30.9 Dermatitis, niet gespecificeerd: geïmpetiginiseerd eczeem
ICD10 L30.9 Dermatitis, unspecified: dermatitis with impetiginisation
SNOMED 400079002 Infected eczema
DBC 8 spacer Eczeem, overig

ICD10 L20.8 Atopisch eczeem, overige vormen: atopisch eczeem met impetiginisatie
ICD10 L20.8 Other atopic dermatitis: atopic dermatitis with impetiginisation
SNOMED 402201001 Impetiginized atopic dermatitis
DBC 5 spacer Eczeem, constitutioneel