Bullosis diabeticorum (diabetic bullae) is een blaarziekte die bij circa 0.5% van de patiënten met diabetes voorkomt. Er ontstaan spontaan blaren, meestal op de voeten (vooral tenen), soms handen of onderbenen. Ze hebben een steriele inhoud, soms hemorrhagisch. De pathogenese is onduidelijk. De blaren kunnen rond alle tenen zitten; er is geen duidelijke relatie met druk. Ze genezen meestal spontaan binnen 2-6 weken. Er bestaan ernstige diepe varianten van, en ook secundaire infectie en necrose komt voor, en soms ernstige schade, met name als er een slechte arteriële doorbloeding is.



DD: bulleuze toxicodermie (m.n. diuretica), bulleus pemphigoid, druk blaren, ischemie, epidermolysis bullosa acquisita, porphyria cutanea tarda, pseudoporfyrie, infectieus (infectie in de diepte), impetigo bullosa, erysipelas bullosa.

Diagnostiek:
Op indicatie biopt (HE en IF). Kweek als de inhoud purulent is. Evaluatie van de arteriële circulatie. Medicatie nalopen op middelen die pseudoporfyrie kunnen veroorzaken.

Therapie:
Expectatief beleid. Eventueel blaren leegzuigen met steriele naald en spuit. Blaren geheel verwijderen als er infectie in is gekomen. Open defecten verbinden met betadine jodium zalfgazen. Zonodig antibiotica (Augmentin, flucloxacilline, clindamycine).




Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.