CARNEY COMPLEX (Carney syndroom) home ICD10: L81.4

Het Carney syndroom (Carney complex) is een zeldzaam autosomaal dominant syndroom gekenmerkt door de combinatie van blue naevi, lentigines, en mucocutane myxomen. Er kunnen ook systemische afwijkingen bij voorkomen zoals cardiale myxomen, myxoide fibroadenomen in de mammae, groeihormoon producerende hypofyse tyumoren (acromegalie), feochromocytoom, Sertoli cell tumor in de testes, myxoide uterusleiomyomen, acousticus neurinoma, en Schwannomata. De huidafwijkingen kunnen voorafgaan aan de systemische afwijkingen en zijn een reden voor een grondig intern onderzoek. Ook het LAMB syndroom (Lentigines, Atrial myxomas, Mucocutaneous myxomas, Blue nevi) en het NAME syndroom (Nevi, Atrial myxomas, Myxoid neurofibroma, Ephelides) worden beschouwd als onderdeel van het Carney complex.

Lentigines bij Carney complex Myxoma cutis bij Carney complex Myxoma cutis bij Carney complex
lentigines bij Carney complex myxoma cutis bij Carney myxoma cutis bij Carney


Het Carney complex wordt veroorzaakt door mutaties in het PRKAR1A gen op chromosoom 17q22-24 dat codeert voor de regulatory subunit type I alpha van het protein kinase A (PKA) gen. Het is een autosomaal dominant syndroom, maar er komen ook veel de novo mutaties voor. Bij circa 70% van de patiënten komt het in de familie voor. Het Carney complex behoort tot de MEN (multiple endocrine neoplasia) syndromen. De klinische manifestaties zijn erg variabel (zie tabel). Gemiddeld wordt de diagnose pas rond het 20e jaar gesteld, soms veel vroeger (vanaf het 2e jaar) of veel later (rond de 50 jaar).


Orgaan: Aandoeningen die kunnen voorkomen bij het Carney complex:
huid lentigines, blue nevus, epitheliod blue nevus, cutane myxomen, café-au-lait vlekken, gedepigmenteerde maculae, Spitz naevus
hypofyse somatomammotrofe hyperplasie, verhoogd GH, IGF1, prolactine, GH-producerend adenoma met acromegalie
ogen lentigines op oogleden, myxomen op oogleden, gepigmenteerde laesies op caruncula of conjunctiva, gepigmenteerde schwannomen op de uvea
schildklier cysteuze of nodulaire afwijkingen, benigne schildklier adenomen, papillaire of folliculaire type schildkliercarcinoom
hart cardiale myxomen
pancreas acinar cell carcinoma, adenocarcinoma, intraductal pancreatic mucinous neoplasia (IPMN)
lever hepatocellulair adenoma
bijnier PPNAD (primary pigmented nodular adrenocortical disease), adrenocorticaal carcinoom
testes LCCSCT (large cell-calcifying Sertoli cell tumor), Leydig-cel tumor, adrenocortical rest tumor
ovarium ovarium cysten, sereus cystadenoma, cysteuze teratomen
borst myxomen borst en tepels, ductaal adenoma, myxoid fibroadenoma
uterus myxoide tumoren
botten osteochondromyxoma
zenuwen PMS (psammomatous melanotic schwannomas)
overige parathyroid mixed tumor, bronchogene cyste, colon en maagcarcinoom, peritoneale fibreuze histiocytomen


Huidafwijkingen
Meer dan 80% van de patiënten heeft huidafwijkingen in de vorm van lentigines, (epitheloïde) blue naevi, of cutane myxomen. Als één van deze 3 diagnosen gesteld wordt bij een patiënt dan is het verstandig om na te gaan of er sprake kan zijn van het Carney complex. Andere laesies die kunnen voorkomen zijn café au lait vlekken, gedepigmenteerde maculae, multipele compound naevi, en Spitz naevi. De lentigines ontstaan meestal voor de puberteit en nemen dan toe in aantal en worden donkerder. Ze kunnen overal op het lichaam voorkomen maar vooral in het gelaat, op de lippen, op de mucosa en in de genitale regio. De blue naevi zijn histologisch meestal van het epitheloïde subtype, dit is zeldzaam in de normale populatie maar typisch bij het Carney complex. Cutane myxomen komen voor bij 30-55% van de patiënten, de voorkeurslokalisaties zijn de oogleden, gehoorgang, tepels en genitaliën.

Cardiale afwijkingen
De meest voorkomende afwijking is het cardiale myxoma. Dit begint meestal rond het 20e levensjaar en het kan overal in het hart voorkomen. De myxomen kunnen obstructies veroorzaken en stolsels die in de circulatie komen en zijn verantwoordelijk voor de helft van de sterfgevallen ten gevolge van Carney complex. Daarom is het belangrijk om hier onderzoek naar te doen d.m.v. een echocardiografie of CT-scan of MRI. Cardiale myxomen kunnen ook zonder relatie met Carney complex voorkomen, vooral in het linker atrium, met name bij vrouwen op oudere leeftijd.

Hypofyse
Vaak is er een overproductie van groeihormoon (GH), insulin-like growth factor1 (IGF1) of prolactine. Er kan acromegalie ontstaan. Vanaf circa 30 jaar kunnen gebieden van hormonaal productief weefsel ontstaan die op grond van de histologie somatomammotrophic hyperplasia (SH) worden genoemd, en een soort voorloper zijn van een GH-producerend adenoom. Ook prolactinomen kunnen voorkomen (zeldzaam).

Bijnierschors
Bij circa 25-60% van de patiënten met Carney complex komt primary pigmented nodular adrenocortical disease (PPNAD) voor. Bij deze aandoening zijn er multipele kleine gepigmenteerde nodi aanwezig in de bijnierschors, omgeven door een atrofische cortex. Hierbij is er overproductie van cortisol. Er kan een Cushing syndroom door ontstaan. Ook maligniteiten uitgaande van bijnierschors kunnen voorkomen.

Schildklier
Bij circa 60% komen nodi in de schildklier voor, dit kunnen zijn benigne schildklieradenomen, cysten, maar ook schildkliercarcinoom.

Psammomatous melanotic schwannomas
Psammomatous melanotic schwannoma (PMS) is een zeldzame tumor uitgaande van de zenuwschede (nerve sheat) die bij circa 10% van de patiënten voorkomt. Het zijn gepigmenteerde en vaak verkalkte schwannomen die overal in het centraal of perifeer zenuwstelsel kunnen voorkomen. Meestal zijn ze gelokaliseerd in de tractus digestivus (oesofagus, maag, lever, rectum) of in het verloop van de parasympathicus, of in de thoraxwand. Deze tumoren kunnen pijn en radiculopathie veroorzaken en in zeldzame gevallen maligne ontaarden.

Testes
Bij meer dan 75% van de mannen ontstaan large cell calcifying Sertoli cell tumors (LCCSCT) in de testes, unilateraal of bilateraal. De laesies zijn zichtbaar op een echo als microcalcificaties. Meestal veroorzaken ze geen klachten, soms fertiliteitsproblemen en in zeldzame gevallen maligne ontaarding. Ook Leydig-cel tumoren en adrenocortical rest tumors kunnen voorkomen.

Mammae
Vanaf de puberteit kunnen myxomen ontstaan in de borsten, vaak ook op de tepels. Ook ductale adenomen en myxoid fibroadenoma zijn beschreven. Ovarium In het ovarium kunnen cysten en tumoren ontstaan, waaronder sereus cystadenoma en cysteus teratoma.

Botten
In de botten kan een osteochondromyxoma ontstaan, vooral in de sinus nasalis en in de lange pijpbeenderen van de extremiteiten. Dit begint meesta vroeg, voor het tweede levensjaar.

Overige organen
Diverse tumoren zijn beschreven zoals hepatocellulair adenoma, myxoide uterustumoren, pancreas tumoren, acinar cell carcinoma, adenocarcinoma, intraductal pancreatic mucinous neoplasia, parathyroid mixed tumor, bronchogene cysten, colon en maag carcinoom, peritoneaal fibreus histiocytoma.


Diagnostische criteria Carney Complex:
Major criteria
1.   Spotty skin pigmentation with typical distribution (lips, conjunctiva and inner or outer canthi, vaginal and penile mucosa)
2.   Myxoma (cutaneous and mucosal) or cardiac myxoma
3.   Breast myxomatosis or fat-suppressed magnetic resonance imaging findings suggestive of this diagnosis
4.   PPNAD or paradoxical positive response of urinary glucocorticosteroid excretion to dexamethasone administration during Liddle’s test
5.   Acromegaly as a result of growth hormone (GH)-producing adenoma
6.   LCCSCT or characteristic calcification on testicular ultrasound
7.   Thyroid carcinoma (at any age) or multiple hypoechoic nodules on thyroid ultrasound in prepubertal child
8.   Psammomatous melanotic schwannomas (PMS)
9.   Blue nevus, epithelioid blue nevus (multiple)
10.   Breast ductal adenoma (multiple)
11.   Osteochondromyxoma

Supplemental criteria:
1.   Affected first-degree relative
2.   Activating pathogenic variants of PRKACA (single base substitutions and copy number variation) and PRKACB
3.   Inactivating mutation of the PRKAR1A gene

Findings suggestive of or possibly associated with CNC, but not diagnostic for the disease (minor criteria):
1.   Intense freckling (without darkly pigmented spots or typical distribution)
2.   Blue nevus, common type (if multiple)
3.   Café-au-lait spots or other ‘birthmarks’
4.   Elevated IGFI levels, abnormal glucose tolerance test (GTT), or paradoxical GH response to thyrotropin-releasing hormone (TRH)
testing in the absence of clinical acromegaly
5.   Cardiomyopathy
6.   History of Cushing’s syndrome, acromegaly or sudden death in extended family
7.   Pilonidal sinus
8.   Colonic polyps (usually in association with acromegaly)
9.   Multiple skin tags or other skin lesions; lipomas
10.   Hyperprolactinemia (usually mild and almost always combined with clinical or subclinical acromegaly)
11.   Single, benign thyroid nodule in a child younger than age 18 years; multiple thyroid nodules in an individual older than age
18 years (detected on ultrasound examination)
12.   Family history of carcinoma, in particular of the thyroid, colon, pancreas and ovary; other multiple benign or malignant tumors


De diagnose kan worden gesteld bij bewezen aanwezigheid van 2 major criteria of 1 major criterium en 1 supplemental criterium

Bron tabel: Correa R, Salpea P, Stratakis CA. Carney complex: an update. Eur J Endocrinol 2015;173(4):M85-97.


Diagnostiek:
Biopt of excisie van eventuele blue naevi, myxomen, Spitz naevi. Aanvullend onderzoek bij verdenking op het Carney complex (zie tabel). Dit betekent meestal meerdere consulten: cardioloog, endocrinoloog, uroloog of gynaecoloog, klinisch geneticus, op indicatie MDL-arts, neuroloog. Als de diagnose bevestigd is ook eerstegraads familieleden onderzoeken.


Diagnostiek:
1. Jaarlijks echocardiogram, vanaf de kinderleeftijd. Als er myxomen zijn gevonden zo nodig 2 x per jaar.
2. Regelmatig onderzoek van de huid.
3. Bloedonderzoek: GH (groeihormoon), prolactine, IGF1, vrij cortisol in urine vanaf jong-volwassen leeftijd.
4. Lichamelijk onderzoek van de schildklier en echo schildklier op indicatie.
5. Afbeeldend onderzoek: CT bijnieren (PPNAD), MRI hypofyse, MRI hersenen, wervelkolom, borst, buik, retroperitoneaal (PMS).
6. Mannen: jaarlijks echo testes (LCCSCT).
7. Vrouwen: transabdominale echo ovaria, zonodig te herhalen.
8. Kinderen die nog niet in puberteit zijn: bijhouden groeispurt en puberteitsontwikkeling.
9. Consult klinisch geneticus.

PPNAD: primary pigmented nodular adrenocortical disease
PMS: psammomatous melanotic schwannomas
LCCSCT: large cell calcifying Sertoli cell tumor



Referenties
1. Correa R, Salpea P, Stratakis CA. Carney complex: an update. Eur J Endocrinol 2015;173(4):M85-97.
2. Sandru F, Dumitrascu MC, Petca A, Carsote M, Petca RC, Paun DL. Dermatological and endocrine elements in Carney complex (Review). Exp Ther Med 2021;22(5):1313.
3. Lanjewar DN, Bhatia VO, Lanjewar SD, Carney JA. Cutaneous myxoma: an important clue to Carney complex. Indian J Pathol Microbiol 2014;57(3):460-462.
4. Bilkhu AS, Sunderesan R. Newborn infant with congenital lentigines as a manifestation of Carney Complex. BMJ Case Rep 2021;14(1):e239259.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L81.4 Overige vormen van hyperpigmentatie door melanine: Carney complex
ICD10 L81.4 Other melanin hyperpigmentation: Carney complex
SNOMED 733491005 Carney complex
DBC 15 Naevi (alle vormen)

ICD10 L81.4 Overige vormen van hyperpigmentatie door melanine: NAME syndrome
ICD10 L81.4 Other melanin hyperpigmentation: NAME syndrome
SNOMED 239132009 Atrial myxoma with lentigines
DBC 15 Naevi (alle vormen)

ICD10 D44.8 Neoplasma met onzeker of onbekend beloop uitgaande van endocriene klieren; polyglandulaire betrokkenheid: Carney complex
ICD10 D44.8 Neoplasm of uncertain or unknown behaviour of endocrine glands; pluriglandular involvement: Carney complex
SNOMED 733491005 Carney complex
DBC 15 Naevi (alle vormen)