Lokale corticosteroïden kunnen bijwerkingen
hebben. De belangrijkste is
steroïd-atrofie. Andere bijwerkingen zijn
infecties,
pustels,
dermatitis perioralis en cataract.
De absorptie en navenant ook de bijwerkingen neemt sterk toe bij een
gelaedeerde huid. Bij de lokale behandeling met klasse IV-III van pemphigus,
waarbij de huid plaatselijk erosief is, treedt bijvoorbeeld een aanzienlijk systemisch
effect op, met bijnierschorsdepressie (nuchter cortisol < 0.05 µmol/L). Bij
langdurige voortzetting kan bijnierschorsinsufficiëntie optreden. Aantal
grammen per week waarbij dit optreedt:
Klasse: |
Volwassenen: |
Kinderen: |
I |
geen suppressie |
100 g |
II |
100 g |
40 g |
III |
60 g |
25 g |
IV |
40 g |
12.5 g |
![striae als bijwerking van lokale corticosteroiden (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] striae als bijwerking van lokale corticosteroiden](../../../afbeeldingen/striae-tgv-locale-corticosteroiden-1z.jpg) |
![Atrophia cutis senilis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Atrophia cutis senilis](../../../afbeeldingen/atrophia-cutis-2z.jpg) |
steroïd
atrofie |
steroïd
atrofie |
CORTICOSTEROIDEN, DOSERING
Over het algemeen is
1 keer smeren per dag voldoende. Twee keer per dag smeren geeft een iets
beter resultaat maar ook de bijwerkingen nemen toe en de therapie trouw
neemt af. Het effect blijft
lang doorwerken (cellen zijn snel en langdurig verzadigd, de hoornlaag
(indien gezond !) vormt een reservoir, gedurende 5 dagen zijn
uitscheidings-produkten in de urine aantoonbaar). Hierdoor is er geen
significant verschil aangetoond qua werking tussen een interval therapie (3
dagen per week niet of met alleen basis smeren) en continue therapie. Voor
het effekt is continu smeren dus niet nodig. Volgens aanhangers van de
intervalbehandeling zijn de lokale bijwerkingen echter minder, en de
systemische misschien ook, in ieder geval is er een economisch voordeel. Er
is uberhaupt weinig onderzoek gedaan naar applicatie schema's. Mogelijk
passen veel patiënten zelf al 'intervaltherapie' toe: onregelmatig smeren,
gebrekkige therapietrouw. Uit studies is gebleken dat de therapie trouw zeer
teleurstellend is, soms wordt maar 10-20% van de aanbevolen hoeveelheid
gebruikt. Sommige patiënten smeren enkele dagen de huid 1 of 2 keer in en
geven het dan op, een aanzienlijk percentage haalt zelfs het recept niet op.
Maar verklaart wel bij het controle bezoek dat het niet werkt.
De hoeveelheid aan te brengen zalf varieert nogal, indien dit aan de patiënt
wordt overgelaten (van 8 tot 114 g voor 1 keer gehele lichaam). Voor een
laag van 0.1 mm is 30-60 g nodig. Meer smeren dan 10 g crème of zalf
(dikkere lagen dan 0.03 mm) is zinloos, omdat dit de penetratie niet
bevordert. Wel is er risico op het onbedoeld verplaatsen van de zalf naar
huidgebieden, waardoor het penetratieoppervlak vergroot wordt.
Geef aan volwassenen
voor 2 weken niet meer mee dan de volgende hoeveelheden:
Locatie: |
Crème of zalf: |
Lotion: |
Gezicht |
5-15 g |
100 ml |
Beide handen |
25-50 g |
200 ml |
Behaarde hoofd |
50-100 g |
200 ml |
Armen en benen |
100-200 g |
200 ml |
Gehele lichaam |
200g |
500 ml |
Liezen en genitalia |
15-25 g |
100 ml |
Referenties
1. |
Polano MK. Topical
skin therapeutics. Churchill Livingstone, Edinburgh 1984. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.