Cryotherapie of
cryochirurgie is het bevriezen van benigne en maligne
huidaandoeningen d.m.v. vloeibare stikstof (N2 liq, kookpunt -195.6 °C).
Meestal wordt daarvoor een spuitbus gebruikt omdat dat het meest praktisch
en hygiënisch is. De stikstof in het reservoir wil verdampen en levert zelf
de druk waarmee de vloeistof naar buiten komt. De veel gebruikte Cryac
of CryoPro spuitbussen hebben verschillende opschroefbare openingen, van klein naar
groot. De hoeveelheid stikstof die er per tijdseenheid uitkomt hangt af van
de opening, hoever de hendel is ingedrukt, en de hoeveelheid stikstof in het
vat. Daarom is ook nooit in seconden aan te geven hoe lang er gevroren moet
worden. De enige manier om goed te vriezen is er voor zorgen dat er een
schijf of bal ijs ontstaat in de huid die precies zo groot en zo diep is als
nodig is om de laesie in zijn geheel te bevriezen. Deze schijf moet
vervolgens bevroren gehouden worden, door bij te vriezen, zacht of hard of
gepulseerd, op 1 punt of verdeeld over de plek, gedurende 10-20 seconden. De
effectiviteit van 20 seconden is uiteraard beter dan 10 seconden, maar de
kans op een litteken is groter bij lang vriezen. Vriestijd wordt gemeten
vanaf het moment dat de ijsbal of schijf gevormd is tot aan het begin van
het ontdooien. Na volledig ontdooien moet het nog een keer.
![Cryac cryotherapie apparatuur (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryac cryotherapie apparatuur](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-10w.jpg) |
![CryoPro cryotherapie apparatuur (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] CryoPro cryotherapie apparatuur](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-11w.jpg) |
Gesloten probeNaast de spray methode kan men
ook een gesloten probe gebruiken. Dit zijn koperen probes waar de stikstof
door heen wordt geleid en via een slang weer naar buiten. Met de probe
techniek duurt het iets langer om de huid bevroren te krijgen maar het
voordeel er van is dat de probes een hele kleine diameter hebben. Dit maakt
het mogelijk om heel precies een klein gebied te bevriezen. Bijvoorbeeld
tientallen 1-2 mm grote basaalcelcarcinomen bij het basaalcel naevus
syndroom. Met een spray is het veel moeilijker om een heel klein gebied te
bevriezen, de stikstof straal waaiert uit.
StikstofwatVroeger, en soms nog steeds
werden wratten en andere huidtumoren bevroren met een stikstofwat. Liefst
een houten stokje van 20 cm lang waar zelf met een pluk gewone watten een
wattenbol omheen werd gedraaid tot een perfecte punt. Deze werd in de
stikstofcontainer gedoopt. De wattenbol vult zich met stikstof, een groot
reservoir, en de vloeistof loopt naar de punt. Met deze wattenbol konden ook
heel nauwkeurig kleine laesies worden aangestipt. Het wordt minder vaak
gebruikt omdat het niet hygienisch is, stukjes weefsel met viraal materiaal
belanden via de wat in de stikstof container. Het kan nog steeds, maar dan
moet men de stikstof overgieten in een bakje en het restant weggooien
(minder praktisch).
Andere cryogenenEr kan ook worden gevroren met
koolzuursneeuw, solide CO2 of C02 gemengd met alcohol, ether of
aceton. Dit is minder effectief omdat de laagst bereikbare temperatuur -79 °C
is.
CryochirurgieCryochirurgie is eigenlijk ook
cryotherapie maar deze term wordt gebruikt als men bedoelt het op een
gecontroleerde manier bevriezen van maligne tumoren. Cryochirurgie wordt de laatste jaren minder vaak toegepast.
Cryochirurgie is eenvoudig en goed toepasbaar op structuren die intact
moeten blijven zoals de oorschelp, traanbuis, kraakbeen, oogleden. Het
nadeel is dat er witte littekens achterblijven, dat de genezingsduur langer
is, dat er geen histologische controle mogelijk is en dat het recidief
percentage hoger ligt dan bij excisie. In de hoogtijdagen van cryochirurgie
in de jaren 80 werden succespercentages behaald vergelijkbaar met excisie,
met een 5-jaarsoverleving van boven de 95%. Maar dit betrof wel de echte
cryochirurgie uitgevoerd door met de techniek ervaren dermatologen.
Echte
cryochirurgie is niet even een BCC ongecontroleerd aanvriezen met een Cryac
spuitbus, maar omvat de volgende stappen: 1) Aftekenen van de marge van 3-5
mm; 2) verdoven; 3) het te bevriezen gebied begrenzen met een neopreen conus
van de juiste maat; 4) een krachtige pulserende stikstof straal richten op
het centrum van de cirkel en 2 cycli met ontdooitijd er tussenin vriezen. De
vriestijd moet zodanig zijn dat zich geleidelijk een ijsbal vormt tot
minimaal aan de afgetekende marge. Alleen dan is er garantie dat de juiste
diepte behaald wordt. Deze behandeling werd uitgevoerd met de Frigitronics
stikstofapparatuur, die een krachtige en instelbare straal stikstof
produceert, pulserend. Deze apparatuur is niet meer leverbaar en in de
meeste dermatologische spreekkamers niet meer aanwezig. De Frigitronics cryo
apparatuur bevatte ook een aansluiting voor
thermokoppel naalden waarmee de temperatuur in de huid (sublesionaal/perilesionaal)
kon worden gemeten.
 |
 |
 |
 |
 |
cryotherapie |
ijsbal |
begrenzing met conus |
Cry-ac |
Frigitronics |
Uitvoering cryochirurgie:Het verdient de voorkeur om eerst de laesie te curetteren (met
uitzondering van de zeer oppervlakkige) om zodoende een betere indruk te
krijgen van de uitbreiding aan de randen en in de diepte. Gebruik een locaal
anaestheticum met een vasoconstrictor (geeft vertraagde ontdooiing). De
vrieswond éénmalig insmeren met Dermovate creme, daarna 1 dd dikke laag
Comfeel of Duoderm wondpasta aanbrengen, of een betadine jodium zalfgaas.
Criteria cryotherapie:Voor cryotherapie wordt
gekozen op basis van cruteria zoals groeiwijze, localisatie, afmeting en niveau van
invasie van de tumor, evenals patiënt-gebonden criteria zoals leeftijd,
en bijkomende algemene ziekten. Localisatie in het bijzonder geschikt voor
cryotherapie: oogleden en oorschelpen (tarsus, traankanalen en kraakbeen
zijn vrij resistent voor de nadelige invloed van bevriezing) evenals concave
huidgebieden zoals b.v. in het gebied van de neus, het oog, het oor en de
temporaalstreek (secundaire wondgenezing in deze huidgebieden is in het
algemeen cosmetisch fraai). Voor de oogleden cornea verdoven met
oxybuprocaïne 0.2%, en een neopreen oogkap aanbrengen ter bescherming.
Contra indicaties: I Relatief: afhankelijk van vakkundigheid en
ervaring
1. Localisaties met grotere recidiefkans: postauriculair;
anterior aspect van de tragus van het oor; nasolabiaal plooi; neusvleugel
2. Bovenlip nabij het lippenrood (retractie), convexe lokalisaties (b.v.
neuspunt)
3. Onder de knie (vertraagde wondgenezing)
4.
Grootte (afhankelijk van groeiwijze)
5. Invasiediepte (tot in
subcutis - fixatie aan onderliggend bot of kraakbeen)
6. Recidief
carcinoom
7. Sprieterig groeiend basaalcel carcinoom
II
Absoluut:
1. Koude intolerantie
2. Scleroserend
basaalcel carcinoom
Bij behandeling van benigne huidlesies is
undertreatment te prefereren in verband met cosmetisch eindresultaat,
zonodig kan het in meerdere behandelingszittingen geschieden.
![Cryochirurgie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryochirurgie](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-6z.jpg) |
![Cryochirurgie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryochirurgie](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-7z.jpg) |
cryochirurgie voor |
cryochirurgie na |
![Cryochirurgie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryochirurgie](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-8z.jpg) |
![Cryochirurgie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryochirurgie](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-9z.jpg) |
cryochirurgie voor |
cryochirurgie na |
![Cryochirurgie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryochirurgie](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-13z.jpg) |
![Cryochirurgie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cryochirurgie](../../../afbeeldingen/chirurgie/cryotherapie-14z.jpg) |
neopreen
beschermkap |
neopreen
beschermkap |
Indicaties voor cryotherapie: |
Benigne verruca vulgaris verruca plana verruca
digitata condyloma acuminatum molluscum contagiosum syringoma mucocèle hemangioom (seniel; fructuosum) verruca seborrhoica lentigo senilis keratoacanthoom keloid
granuloma teleangiectaticum acne
(inflammatoir-nodulocysteus) rhinophyma chondrodermatitis nod. helicis granuloma annulare granuloma faciale prurigo nodularis lichen planus mucosae cutane leishmaniasis
Premaligne actinische keratose
leukoplakie
Maligne lentigo maligna Ca basocellulare
Ca spinocellulare verruceus Ca M. Bowen |
Zie ook:
Elektrocoagulatie.
Referenties
1. |
Richtlijnen
Technische Commissies 1991, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en
Venereologie. |
2. |
Andrews MD. Cryosurgery forCommon Skin
Conditions. Am Fam Physician 2004;69:2365-72.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.