Coccidioidomycosis is een infectie met de schimmel
Coccidioides
immitis, die voorkomt in Californie, of
C. posadasii, die voorkomt is het
Zuidwesten van de VS, Mexico, en Centraal en Zuid-Amerika. In Nederland komt
het dus niet voor, een enkele keer als importziekte. De infectie wordt
overgebracht door het inhaleren van sporen die in de lucht zweven. Het
behoort tot de
diepe mycosen. Het kan
bij gezonden optreden, maar wordt vooral gezien bij personen met een slechte
afweer (HIV-infectie, immunosuppressiva gebruik, leukemie). De sporen van de
schimmel (arthroconidia) komen in de longen. Daar ontwikkelen ze zich tot
spherules die talloze endospores bevatten, die de mens kunnen infecteren. De
endosporen worden gefagocyteerd door macrofagen, er ontstaat een
granulomateus ontstekingsinfiltraat rondom. Bij een goede afweer met goede
T-lymfocyten functie kan de infectie worden opgeruimd.
Klinisch beeld:Begint als een infectie van de longen, meestal
asymptomatisch, soms een griepachtig beeld 1-4 weken na besmetting, met
koorts, keelpijn, hoofdpijn, malaise en pijn bij ademhalen. Gaat meestal
vanzelf weer over. Maar bij circa 0.5% ontstaat een gedissemineerde infectie
waarbij andere organen worden aangetast (huid, weke delen, gewrichten,
meningen, lever, nieren, ogen) en die fataal kan aflopen. De huidafwijkingen
kunnen zijn multiple papels, noduli, of verruceuze plaques, abcessen, of
pustels. De extrapulmonale variant kan ook worden overgebracht door infectie
via wondjes, na contact met b.v. aarde waar de schimmel in leeft of door een
splinter, of een bijt van een kat.
|
|
coccidioidomycosis |
coccidioidomycosis |
|
|
coccidioidomycosis |
coccidioidomycosis |
Foto: Yale Rosen - Wikimedia (Creative Commons License
2.0).
PA-Foto's:
Michael Bonert (Nephron) - Wikimedia (Creative Commons License
3.0).
DD:Blastomycosis,
paracoccidioidomycosis,
histoplasmosis,
sarcoidose, pneumonie, longabces,
TBC, longkanker, lymfoom.
Diagnostiek:X-thorax. Kweek
of PCR op sputum of BAL-materiaal. Bij huidafwijkingen een biopt.
Oriënterend bloedonderzoek, screening op HIV.
Therapie:
Behandeling is niet altijd nodig omdat het een self-limiting aandoening is.
Behandeling is wel nodig bij ernstige infectie, meer dan 10%
gewichtsverlies, meningitis, personen met een gestoorde afweer, diabetes,
zwangeren, ouderen. Amphotericin B is de standaard eerste keus, andere
antimycotica zijn vaak ook effectief en minder toxisch.
R/ amfotericine B i.v. 0.5-1.5 mg/kg/dag gedurende 2-3 maanden.
R/
Abelcet (amfotericine B lipidencomplex) i.v. 2-5 mg/kg/dag gedurende 2-3
maanden.
R/ itraconazol 2-3 dd 200 mg
gedurende 3-6 maanden.
R/ fluconazol 400-800 mg per dag
gedurende 3-6 maanden.
R/ posaconazol 400-800 mg per dag.
R/
voriconazol 2 dd 400 mg.
R/ caspofungine 50 mg per dag.
R/ ketoconazol 1 dd 400 mg. Vanwege de bijwerkingen niet meer
verkrijgbaar in Europa.
Referenties
1. |
Galgiani JN, Ampel NM, Blair
JE, Catanzaro A, Johnson RH, Stevens DA, et al. Coccidioidomycosis. Clin
Infect Dis 2005;41(9):1217-1223. |
2. |
Gaidici A, Saubolle MA.
Transmission of coccidioidomycosis to a human via a cat bite. J Clin
Microbiol 2009;47(2):505-506. |
3. |
Spinello IM, Johnson RH, Baqi S.
Coccidioidomycosis and pregnancy: a review. Ann N Y Acad Sci
2007;1111:358-364. |
4. |
Galgiani JN, Catanzaro A, Cloud GA, et al.
Comparison of oral fluconazole and itraconazole for progressive,
nonmeningeal coccidioidomycosis. A randomized, double-blind trial. Mycoses
Study Group. Ann Intern Med 2000;133(9):676-686. |
5. |
Anstead GM,
Corcoran G, Lewis J, Berg D, Graybill JR. Refractory coccidioidomycosis
treated with posaconazole. Clin Infect Dis 2005;40(12):1770-1776. |
6. |
Prabhu RM, Bonnell M, Currier BL, Orenstein R. Successful treatment of
disseminated nonmeningeal coccidioidomycosis with voriconazole. Clin Infect
Dis 2004;39(7):e74-77. |
7. |
Antony S. Use of the echinocandins
(caspofungin) in the treatment of disseminated coccidioidomycosis in a renal
transplant recipient. Clin Infect Dis 2004;39(6):879-880. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.