Het
cold-induced sweating syndrome (CISS) is een autosomaal
recessief erfelijke aandoening met als hoofdsymptoom zweten in het bovenste
lichaamsdeel bij een lage omgevingstemperatuur. Het syndroom kan tevens
gepaard gaan met o.a. oververhitting bij hoge omgevingstemperatuur, dysmorfe
kenmerken en progressieve scoliose.
DD:Primaire hyperhidrosis
(hyperhidrosis axillaris, hyperhidrosis circumscripta, hyperhidrosis
palmaris, hyperhidrosis plantaris, bromhidrosis), fysiologische
hyperhidrosis (stress, angst, inspanning, warme omgeving), hyperthyreoïdie,
feochromocytoom, hypoglycemie/insulinoom, diabetes mellitus, carcinoïd,
lymfoom e.a. myeloproliferatieve aandoeningen, tuberculose, alcoholmisbruik,
methadongebruik, SSRI's (kan ook samenhangen met depressie zelf), menopauze,
secundaire hyperhidrosis na endoscopische transthoracale sympatectomie,
erythrodermische vormen van atopisch eczeem. Zie ook onder
hyperhidrosis.
Klinisch beeld:CISS is een autosomaal
recessief erfelijke aandoening. Een mutatie in het CRLF1-gen (90%) of
CLCF1-gen (10%) resulteert in CISS type 1, respectievelijk CISS type 2, met
grote variabiliteit in fenotype en ernst. De twee typen zijn klinisch niet
van elkaar te onderscheiden. CRLF1-mutatie is dezelfde als van het Crisponi
syndroom, wat bekend staat als de infantiele vorm van CISS.
Kenmerken als
baby: dysmorfe kenmerken (rond gezicht, matig ontwikkelde en lage neusbrug,
opstaande neus, lang filtrum, hoog palatum, micrognatie, laagstaande oren,
lagere gezichtszwakte, cubitus valgus, flexiecontracturen ellebogen,
gevuiste handen, camptodactylie, overrijdende vingers/tenen, dwarse
handplooien beiderzijds), moeite met zuigen en slikken, excessieve
schrikreacties (met opisthotonusachtige houding, gestrekte armen en gevuiste
handen), levensbedreigende ademhalingsproblemen, onverklaarde koorts,
convulsies en zelfs plotse dood.
Kenmerken als kind/volwassene: Tijdens
kou: hyperhidrosis, cyanose aan handen, vingers en eventueel onderarmen,
kippenvel, koud en stijf worden. Verder: hyperhidrosis bij angst,
nervositeit en sommige voedingssoorten (m.n. chocola), warmte-intolerantie
(weinig zweten, oververhit, geprikkeld, rode huid), progressieve
thoracolumbale kyfoscoliose, erythemateuze huiduitslag, milde dysmorfe
kenmerken (horizontale glimlach, verminderde mimiek, beperkte kaakopening,
hoog palatum, micrognatie, subtiele lage stand van de oren, subtiel nasale
spraak, lichte flexiecontracturen van ellebogen, dwarse handplooien
beiderzijds, gegeneraliseerde droge, schilferige huid, milde thoracale
scoliose), zelden verminderde perifere sensititeit voor pijn en
temperatuur.
Na de infantiele periode (Crisponi syndroom) is de
levensverwachting normaal.
![Cold-induced sweating syndrome (klik op foto voor vergroting) [bron: Gene Reviews - University of Washington, Seattle] Cold-induced sweating syndrome](../../../afbeeldingen/ciss-1z.jpg) |
CISS (dysmorf gelaat) |
Foto:
Gene Reviews - University of Washington, Seattle.
Diagnostiek:
De diagnose kan worden gesteld op basis van het klinische beeld en eventueel
genetisch onderzoek. Genmutaties in CRLF1 of CLCF1 zijn diagnostisch voor
CISS1 respectievelijk CISS2. Genetisch onderzoek kan alleen plaatsvinden in
Spanje. Eventueel kan materiaal opgestuurd worden.
Therapie:R/
Clonidine in doseringen in de range 1-4 dd 0.1 mg.
R/ Amitriptyline.
R/ Clonidine + amitriptyline.
R/ Moxonidine max 6 microgram/kg/dag.
Algemene maatregelen:- Sondevoeding voor ten minste één jaar bij
baby's.
- Monitoring van baby's in anticipatie op ademhalingsproblemen,
hyperthermie en convulsies. Zo nodig gebruik van zuurstof, koelelementen en
anti-epileptica.
- EEG monitoring tijdens de eerste paar weken indien
convulsies zijn geobserveerd.
- Vermijden van blootstelling aan hitte en
langdurige fysieke activiteit in een warme omgevingstemperatuur.
-
Controle en eventueel behandeling van scoliose.
- Correctie van vinger-
en handmisvormingen met behulp van braces en/of chirurgie.
- Testen van
familieleden die risico lopen.
Referenties
1. |
Hahn AF,
Boman H. Cold-induced sweating syndrome including Crisponi syndrome.
Gene Reviews 2011. |
2. |
Herholz J, Crisponi L, Mallick BN et al. Succesful treatment of
cold-induced sweating in Crisponi syndrome and its possible mechamism of
action. Developmental medicine and child neurology 2010; 52:494-497. |
3. |
Herholz J, Meloni A, Manongiu M et al. Differential secretion of the mutated
protein is a major component affecting phenotypic severity in
CRLF1-associated disorders. European journal of human genetics 2011;
19:525-533. |
4. |
Molecular diagnosis of cold-induced sweating syndrome
(CRLF1 and CLCF1 genes: entire coding sequence).
Orphanet 2012. |
Auteur(s):Anouk van Werkhooven. Co-assistent,
Amsterdam UMC.