Een
ductaal eccrien carcinoom (
ductal
eccrine carcinoma) is een zeldzaam carcinoom uitgaande van de
zweetklier (zie ook onder
adnextumoren). Zweetkliercarcinomen zijn
zeldzaam, en het ductaal eccrien carcinoma is nog zeldzamer. De indeling van
de zweetkliercarcinomen wordt niet overal uniform beschreven en er circuleren
vele synoniemen. Het ductaal eccrien carcinoma (DEC) is in oudere publicaties
ook beschreven als ductaal eccrien
adenocarcinoma. Andere synoniemen
zijn syringoid eccrine carcinoma, eccrine epithelioma, en malignant syringoma.
![Ductaal eccrien carcinoom (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Ductaal eccrien carcinoom](../../../afbeeldingen/ductaal-eccrien-carcinoom-1z.jpg) |
![Ductaal eccrien carcinoom (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Ductaal eccrien carcinoom](../../../afbeeldingen/ductaal-eccrien-carcinoom-2z.jpg) |
![Ductaal eccrien carcinoom (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Ductaal eccrien carcinoom](../../../afbeeldingen/ductaal-eccrien-carcinoom-3z.jpg) |
ductaal
eccrien carcinoom |
ductaal
eccrien carcinoom |
ductaal
eccrien carcinoom |
Klinisch beeld:Langzaam groeiende soms moeilijk
afgrensbare vast aanvoelende tumor of plaque. De laesies kunnen tot 10 cm groot
worden. Voorkeurslocalisatie is het hoofd en de nek / hals, maar het kan ook
op de romp of extremiteiten voorkomen. Het wordt gezien op middelbare en oudere
leeftijd, evenveel bij mannen als bij vrouwen.
Oorsprong: |
Maligne tumoren: |
eccrien |
porocarcinoma hidradenocarcinoma
spiradenocarcinoma maligne cylindroma syringoid carcinoma
microcysteus adnexcarcinoom mucinous carcinoma adenoid cysteus
carcinoma digital papillary adenocarcinoma |
apocrien |
syringocystadenocarcinoma apocrien carcinoma
extramammaire Paget |
eccrien en apocrien (gemengd) |
malignant mixed tumour of skin |
overige zweetkliercarcinomen |
eccrine ductal carcinoma
basaloid eccrine carcinoma clear cell eccrine carcinoma overige
zweetkliercarcinomen zns |
Soni A. et al. Ecancermedicalscience 2015;9:517.
PA:De laesie begint in de dermis en heeft een opvallend
infiltratieve groeiwijze, kan reiken tot in het subcutane vet. De tumor is opgebouwd
uit dunne strengen en nestjes van cuboïd epitheel, met verschillende gradaties
van klierdifferentiatie. Soms intracytoplasmatische lumina. Een geringe mitose-activiteit
en pleomorphisme komen voor. De tumor is omgeven door desmoplastisch stroma.
Vaak is er perineurale invasie en invasie in lymfbanen en bloedvaten. De cellen
zijn positief voor cytokeratinen CK7, CK8, CK19 en CK 19, en soms voor oestrogeen
en progesteron receptor, CEA, c-erbB-2, S-100, en GCDFP-15.
DD:
cutaan adenocarcinoom,
metastasen van
interne adenocarcinomen, vooral mammacarcinoom, primarily squamoid ductal eccrine
carcinoma, microcysteus adnexcarcinoom, overige eccriene
adnextumoren.
Therapie:Omdat een eccrien ductaal carcinoom zeldzaam
is bestaan er geen evidence based behandeladviezen. Geadviseerd word excisie
met een ruime marge (1 cm) indien mogelijk. Lokale recidieven komen vaak voor,
bij 70-80%. De tumor kan metastaseren naar lymfklieren en interne organen met
fatale afloop. Bij metastasen zijn de opties chemotherapie, lokale radiotherapie
en soms tamoxifen. De rapportages over de prognose zijn wisselend, sommige auteurs
beschrijven dat het zelden metastaseert en een goede prognose heeft, andere
beschrijven frequente metastasering (bij 50%) en een slechte afloop. Het is mogelijk
dat de publicaties
over eccrien ductaal carcinoom niet steeds dezelfde entiteit beschrijven, omdat
er geen consensus is over de juiste indeling van de zeldzame zweetkliertumoren.

Excisie
van de gehele laesie met een marge van 1 cm indien mogelijk.
R/ tamoxifen
bij oestrogeen-receptor gevoelige tumoren.
R/ chemotherapie.

Radiotherapie.
Referenties
1. |
Brito MHTS, Dionísio CSNM, Ferreira JCM,
Rosa MJMPMDC, Cunha FPBE, Garcia MMAPDS. Ductal eccrine carcinoma
of the axilla: a diagnostic pitfall. An Bras Dermatol 2017;92(2):239-242. |
2. |
Soni A, Bansal N, Kaushal V, Chauhan AK.
Current management approach to hidradenocarcinoma: a comprehensive
review of the literature. Ecancermedicalscience 2015;9:517. |
3. |
Frouin E, Vignon-Pennamen MD, Balme B, Cavelier-Balloy
B, Zimmermann U, Ortonne N, Carlotti A, Pinquier L, André J, Cribier
B. Anatomoclinical study of 30 cases of sclerosing sweat duct carcinomas
(microcystic adnexal carcinoma, syringomatous carcinoma and squamoid
eccrine ductal carcinoma). J Eur Acad Dermatol Venereol 2015;29(10):1978-1994. |
4. |
Sidiropoulos M, Sade S, Al-Habeeb A, Ghazarian
D. Syringoid eccrine carcinoma: a clinicopathological and immunohistochemical
study of four cases. J Clin Pathol 2011;64:788-792. |
5. |
Bindra A, Bhuva V, Jasani J, Chauhan S, Shukla
R, Darad D. Ductal eccrine carcinoma - a sweat gland carcinoma with
ductular differentiation - a case report. Int J Biol Med Res 2012;3:1862-1864.
|
6. |
Schröder U, Dries V, Klussmann JP, Wittekindt
C, Eckel HE. Successful adjuvant tamoxifen therapy for estrogen
receptor-positive metastasizing sweat gland adenocarcinoma: need
for a clinical trial? Ann Otol Rhinol Laryngol 2004;113:242-244. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.