ECZEMA ATOPICUM, CONSTITUTIONEEL ECZEEM BIJ KINDEREN home ICD10: L20.8

De diagnose atopisch eczeem kan gesteld worden op basis van klinische criteria (atopie criteria van Hanefin en Rajka). De diagnose wordt zeker als ook specifiek IgE tegen inhalatie allergenen kan worden aangetoond (RAST test, intracutane test). Op jonge leeftijd, vooral onder de 3 jaar kan het totaal IgE en atopeenspecifiek IgE echter nog normaal zijn. Daarom en ook omdat de interpretatie van de test niet altijd duidelijk is, is men terughoudend met het verrichten van bloedonderzoek onder de 3 jaar. Een negatieve test sluit atopisch eczeem niet uit. Anders dan bij volwassenen, kunnen voedingsallergieën (bijvoorbeeld voor koemelk) bij kleine kinderen wel een rol spelen in het ontstaan of verergeren van het eczeem en daar moet dus aandacht voor zijn.

Atopisch eczeem van de knieholten Atopisch eczeem elleboogplooien Atopisch eczeem van de knieholten
atopisch eczeem atopisch eczeem atopisch eczeem

Atopisch eczeem van de knieholten Atopisch eczeem elleboogplooien Atopisch eczeem van de knieholten
atopisch eczeem atopisch eczeem atopisch eczeem


Bij de behandeling van atopisch eczeem bij kleine kinderen is het zeer belangrijk dat de ouders goed voorgelicht zijn over de aard van de ziekte, het chronische karakter ervan en de behandelmogelijkheden. Op internet is veel informatie te vinden maar niet alles is even betrouwbaar.

De relatie tussen blootstelling aan bepaalde allergenen zoals huisstof en de ernst van het eczeem is niet altijd duidelijk. Eczeem gaat ook vanzelf op en neer in ernst, zonder dat een duidelijke verklaring te vinden is. Patiënten hebben meestal verhoogd IgE gericht tegen meerdere groepen allergenen (huisstof, graspollen, boompollen, honden, katten, etc.) waaronder allergenen die niet of moeilijk uit de omgeving te verwijderen zijn zoals pollen. Bij een duidelijke relatie met bepaalde allergenen gerichte maatregelen nemen. Ontbreekt relatie, dan wel adviezen met betrekking tot de toekomst verstrekken (bijv. indien geen huisdier aanwezig, dan ook niet aanschaffen, geen hoogpolig tapijt of donzen dekbed kopen). Omdat uit studies niet duidelijk blijkt dat een eenmaal aanwezig atopisch eczeem verbetert als de woning uitgebreid wordt gesaneerd, wordt dit niet meer zo rigoreus aangeraden zoals voorheen.

Onderdeel van het atopie syndroom is ook een droge huid, daarom is het belangrijk om altijd de huid goed vet te houden. Vooral na douchen / baden direct de huid insmeren. Contact met water is niet slecht voor atopisch eczeem, de huid wordt er juist goed door gehydrateerd, mits er maar direct er na een vetlaagje wordt aangebracht.

Atopisch eczeem elleboogplooien
DROGE HUID


Indifferente middelen voor de droge huid:
R/ badolie in bad (meerdere soorten, zie onder badoliën (balneotherapie)).
R/ paraffine perliquidum - vaseline album aa (vet, makkelijk smeerbaar)
R/ lanette crème - vaseline album aa.
R/ Lotions, crèmes en zalven voor de gevoelige huid en voor de baby huid van de betere cosmetica fabrikanten (Nivea, Zwitsal, etc.). Zie onder zalfkiezer en onder middelen voor de droge huid.

Specifieke behandeling eczeem: basis kiezen afhankelijk van fase eczeem:
Bij nattende huid beginnen met een crème. Bij droge huid een zalf.

Corticosteroiden:
Sommige ouders hebben ten onrechte een negatief beeld van de corticosteroïden en gebruiken het daarom niet of veel te weinig. Het woord hormoon geeft associaties met geslachtshormonen en het beeld dat de hormonale ontwikkeling gestoord gaat worden. Bij het ophalen van de zalven komen er nog de nodige ongevraagde adviezen van de apothekers(assistenten) bij om deze hormoonzalf vooral niet te lang te gebruiken en maar liever helemaal niet omdat de huid er zo dun van wordt. Deze angsten en beelden moeten met de ouders besproken worden. Bij ernstige steroïdfobie van de ouders is er nu ook de mogelijkheid om Elidel of Protopic voor te schrijven.

R/ Hydrocortisonzalf 1% FNA
R/ Hydrocortison 1% in paraffine perliquidum - vaseline album aa.
R/ Triamcinolonzalf 0.1% FNA
R/ Triamcinolon acetonide 0.1%, propyleenglycol 10%, in paraffine perliquidum - vaseline album aa.
R/ Hydrocortisonacetaat 1% of triamcinolonacetonide 0.1%, aqua 20%, in ung lanette.
In ernstige gevallen of voor bepaalde hardnekkige gebieden een klasse III steroïd (derde lijns zorg):
R/ Cutivate (fluticasonpropionaat) crème of zalf, tube à 30/100 g.

Sederende antihistaminica:
Bij slechte nachtrust sederende antihistaminica per os proberen. Zie voor meer details en doseringen onder antihistaminica bij kinderen.

Sederende antihistaminica bij kinderen < 1 jaar
druppels / drank
R/ Zaditen (ketotifen) stroop (suikervrij) 0.2 mg/ml; 200 ml. Vanaf 6 maanden. 6 maanden tot 3 jaar 1-2 dd 2.5 ml (0.5 mg), maximaal 1 mg per dag

Sederende antihistaminica bij kinderen > 1 jaar
druppels / drank
R/ Promethazine (promethazinehydrochloride) stroop 1 mg/ml; flacon 300 ml, 1000 ml. Vanaf 1 jaar. Dosering: 2-4 dd 0,2 mg/kg lichaamsgewicht. 1-3 jaar (10-15 kg): 2-4 dd 2-3 ml. 3-6 jaar (15-20 kg): 2-4 dd 3-4 ml. 6-10 jaar (20-30 kg): 2-4 dd 4-6 ml. 10-15 jaar (30-50 kg): 2-4 dd 6-10 ml.
R/ Zaditen (ketotifen) stroop (suikervrij) 0.2 mg/ml; 200 ml. Vanaf 6 maanden. 6 maanden tot 3 jaar 1-2 dd 2.5 ml (0.5 mg), maximaal 1 mg per dag. 3-5 jaar: 2 dd 2.5 ml (0.5 mg), maximaal 2 mg per dag. > 6 jaar: 2 dd 5 ml (1 mg), zonodig 2 dd 2 mg.
R/ Polaramine (dexchloorfeniramine) stroop 0,4 mg/ml; 120 ml. Vanaf 2 jaar. 2-6 jaar: 3-4 dd 1.25 ml (0,5 mg), maximaal 7.5 ml (3 mg) per dag. 6-12 jaar: 3-4 dd 2.5 ml (1 mg), maximaal 15 ml (6 mg) per dag. > 12 jaar: 3-4 dd 5 ml (2 mg), maximaal 12 mg per dag

tabletten
R/ Zaditen (ketotifen) tab 1 mg. Vanaf 6 maanden. 3-5 jaar: 2 dd ½ tab (0.5 mg), of 1 dd 1 tab à 1 mg, maximaal 2 mg per dag. > 6 jaar: 2 dd 1 mg, zonodig 2 dd 2 mg
R/ hydroxyzine tab 10 mg / 25 mg / 100 mg. 6 jaar (20 kg): 40 mg per dag, b.v. 4 dd 10 mg. 10 jaar (30 kg): 60 mg per dag, b.v. 3 dd 20 mg of 2 dd 25 mg. 12 jaar (40 kg): 80 mg per dag, b.v. 4 dd 20 mg of 3 dd 25 mg. Maximaal 100 mg per dag. > 12 jaar 1-4 dd 25 mg. Maximaal 100 mg per dag.
R/ Tavegyl (clemastine) tab 1 mg. Kinderen vanaf 1 jaar: 0.025 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 giften. 6-12 jaar: 2 dd 0.5-1 mg tweemaal per dag. > 12 jaar: 2 dd 1 mg, max. 6 mg per dag.

Niet-sederende antihistaminica bij kinderen < 1 jaar
druppels / drank
R/ Zyrtec (cetirizine) drank 1 mg/ml; 200 ml. Dosering: 1 dd 0.2 mg/kg tot 2 dd 0.25 mg/kg. Niet geregistreerd gebruik (verantwoordelijkheid arts). 2 mnd (5 kg): 1-2 dd 1 ml (1 mg). 6 mnd (7.5 kg): 1-2 dd 1.5 ml (1.5 mg). 12 mnd (10 kg): 1-2 dd 2 ml (2 mg).
R/ Claritine (loratadine) stroop 1 mg/ml; 60 ml. Dosering 1 dd 0.2 mg/kg. Niet geregistreerd gebruik (verantwoordelijkheid arts). 2 mnd (5 kg): 1 dd 1 ml (1 mg). 6 mnd (7.5 kg): 1 dd 1.5 ml (1.5 mg). 12 mnd (10 kg): 1 dd 2 ml (2 mg)

Niet-sederende antihistaminica bij kinderen > 1 jaar
druppels / drank
R/ Zyrtec (cetirizine) drank 1 mg/ml; 200 ml. Vanaf 2 jaar. Over de veiligheid bij jongere kinderen worden geen uitspraken gedaan. 2-6 jaar: 2 dd 2.5 ml (1.25 mg). 6-12 jaar < 30 kg: 1 dd 5 ml (2.5 mg). 6-12 jaar > 30 kg: 1 dd 10 ml (5 mg) of 2 dd 5 ml (2.5 mg)
R/ Claritine (loratadine) stroop 1 mg/ml; 60 ml / 120 ml. Vanaf 2 jaar. Over de veiligheid bij jongere kinderen worden geen uitspraken gedaan. 2-12 jaar < 30 kg: 1 dd 5 ml (5 mg). 2-12 jaar > 30 kg: 1 dd 10 ml (10 mg). > 12 jaar: 1 dd 10 ml (10 mg)
R/ Xyzal (levocetirizine) drank 0.5 mg/ml; 200 ml. Vanaf 2 jaar. Over de veiligheid bij jongere kinderen worden geen uitspraken gedaan. 2-6 jaar: 2 dd 2.5 ml (1.25 mg). > 6 jaar: 1 dd 10 ml (5 mg).
R/ Aerius (desloratadine) stroop 0.5 mg/ml; 60 ml, 150 ml. Vanaf 1 jaar. Over de veiligheid bij jongere kinderen worden geen uitspraken gedaan. 1-5 jaar: 2 dd 2.5 ml (1.25 mg) stroop. 6-11 jaar: 1 dd 5 ml (2.5 mg) stroop. > 12 jaar 1 dd 10 ml (5 mg) stroop of 1 dd 5 mg tablet

tabletten
R/ Zyrtec (cetirizine) tab 10 mg. Vanaf 6 jaar. 6-12 jaar < 30 kg: 1 dd ½ tab (5 mg). 6-12 jaar > 30 kg: 1 dd 10 mg
R/ Xyzal (levocetirizine) tab 5 mg. Vanaf 6 jaar. > 6 jaar: 1 dd 5 mg.
R/ Claritine (loratadine) tab 10 mg. Vanaf 2 jaar. Over de veiligheid bij jongere kinderen worden geen uitspraken gedaan. 2-12 jaar < 30 kg: 1 dd ½ tab (5 mg). 2-12 jaar > 30 kg: 1 dd 10 mg. > 12 jaar: 1 dd 10 mg
R/ Aerius (desloratadine) tablet, omhuld 5 mg. Vanaf 12 jaar (niet deelbare tablet). > 12 jaar 1 dd 5 mg tablet
R/ Telfast (fexofenadine) tablet 120 mg / 180 mg; tablet junior 30 mg. Vanaf 6 jaar. Jongere leeftijdsgroep is niet onderzocht. 6-12 jaar: 2 dd 30 mg. > 12 jaar: 1 dd 120 of 180 mg.

Protopic en Elidel:
Omdat er geen studies bij jongere kinderen zijn uitgevoerd, geldt een leeftijdsgrens van 2 jaar.
R/ Protopic (tacrolimus) 0.03% zalf, tube à 30 of 60 g
R/ Protopic (tacrolimus) 0.1% zalf, tube à 30 of 60 g
R/ Elidel (pimecrolimus 10 mg/g) crème, tube à 30 of 60 g

Teerpreparaten:
Teerpreparaten hebben een lichte anti-inflammatoire werking, daarnaast blijken ze de huidbarrière te kunnen herstellen, zo blijkt uit recent onderzoek. Teerpreparaten worden vooral gebruikt bij kinderen met atopisch eczeem, bij psoriasis in een dagbehandelingsetting, bij chronisch handeczeem, bij eczema nummulare, en nog wat bijzondere indicaties. Teerpreparaten kunnen ook worden gecombineerd met corticosteroïden. Vanwege ARBO regels is het aantal preparaten dat nog op de markt beschikbaar is beperkt (zie overzicht teerpreparaten). Teer preparaten worden steeds minder gebruikt, ook omdat er andere niet-steroidale middelen beschikbaar zijn gekomen die vanaf 2 jaar mogen worden gebruikt (Protopic en Elidel).
R/ koolteer oplossing (LCD) 10% in lanettecrème FNA.
R/ koolteer oplossing (LCD) 10 of 20% in lanettezalf FNA.
R/ koolteer oplossing (LCD) 5, 10, 15 of 20% in vaselinelanettecrème FNA.
R/ koolteer oplossing (LCD) 10% in zinkzalf.
R/ koolteer oplossing (LCD) 10%, triamcinolon 0.1% in vaselinelanettecrème FNA.

Bij grote schade door krabgedrag 's nachts:
Schrijf verbandhandschoenen voor of een speciaal verbandpakje (pyama, coater) voor kinderen met atopisch eczeem.
R/ Lohman verbandhandschoen voor zuigelingen (nr. 24746) of kleuters (nr. 24747). Zie ook onder verbandhandschoenen
Aanvullende tips: kamer saneren, temperatuur laag houden, niet zonder (dunne) kleertjes slapen, pyama iets te groot kopen en de mouwen dichtnaaien.

Geimpetiginiseerd eczeem:
Bij ernstige bacteriële superinfectie/kolonisatie kweken afnemen voor resistentie bepaling en orale antibiotica starten. Indien vaker antibiotica gegeven zijn wordt de kans op aanwezigheid van resistente stafylococcen (ongevoelig voor claritromycine, erytromycine of clindamycine) groter. In dat geval biedt Augmentin of flucloxacilline meer zekerheid. Bij milde contaminatie kan een lokaal antibacterieel middel of een combinatie van steroid met antibacterieel worden voorgeschreven.

Antibiotica:
R/ claritromycine 125 suspensie, flacon à 60/120 ml; 25 mg/ml (doseringen zie tabel).
R/ claritromycine 250 suspensie, flacon à 60/120 ml; 50 mg/ml (doseringen zie tabel).
R/ amoxicilline/clavulaanzuur druppels 100/12.5 mg/ml, flacon à 30 ml (doseringen zie tabel).
R/ amoxicilline/clavulaanzuur suspensie 25/6.25 mg/ml, flacon à 100 ml (doseringen zie tabel).
R/ amoxicilline/clavulaanzuur suspensie 50/12.5 mg/ml (forte), flacon à 100 ml (doseringen zie tabel).
R/ flucloxacilline siroop 25 mg/ml, flacon à 100 ml (doseringen zie tabel).
R/ erytromycine suspensie 25 mg/ml, flacon à 100 ml; 25 mg/ml (doseringen zie tabel).
R/ erytromycine suspensie 50 mg/ml, flacon à 100 ml; 25 mg/ml (doseringen zie tabel).

Combinaties van topicale corticosteroïden en antimicrobiële middelen:
R/ Hydrocortisonacetaat 1% in chloorhexidine digluconaat 1% crème FNA, chloorhexidine digluconaat 1% in hydrocortisonzalf 1% FNA (zie tabel).
R/ triamcinolonacetonide 0.1% in chloorhexidine digluconaat 1% crème FNA, chloorhexidine digluconaat 1% in triamcinolonzalf 0.1% FNA.
R/ Hydrocortisontetracyclinecrème FNA, hydrocortisontetracyclinezalf FNA, triamcinolontetracycline crème FNA.
R/ hydrocortisonfusidinecrème of zalf, triamcinolonfusidinecrème of zalf.

Groeicurve:
Bij chronisch toepassen van grote hoeveelheden lokale corticosteroïden een groeicurve bijhouden, eventueel getallen consultatiebureau noteren zolang kind daar wordt vervolgd. In status opschrijven welke hoeveelheden corticosteroïden worden voorgeschreven. Het komt overigens niet vaak voor dat er groeiachterstand ontstaat ten gevolge van lokale corticosteroïden, en als het voorkomt vind later ook weer inhaalgroei plaats. Zie: groeicurve jongens en groeicurve meisjes.


patientenfolder

patientenfolder


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

21-03-2024 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L20.8 Atopisch eczeem, overige vormen: atopisch eczeem bij kinderen
ICD10 L20.8 Other atopic dermatitis: childhood atopic dermatitis
SNOMED 402196005 Childhood atopic dermatitis
DBC 5 Eczeem, constitutioneel