ECZEMA VACCINATUM home ICD10: T88.1

Eczema vaccinatum is een complicatie van vaccinatie met het verzwakte maar levende vaccinia vaccin. Na het uitroeien van de pokken (smallpox, variola) wereldwijd is deze vaccinatie uit het inenting programma gehaald, hierdoor kwam eczema vaccinatum niet meer voor. In de VS worden sinds 2002 toch weer militairen ingeënt tegen pokken met vaccinia vaccin ACAM2000, uit angst voor het gebruik van het echte pokkenvirus (variola) als biologische oorlogsvoering, en sindsdien is het weer beschreven, bij een militair. Het virus verspreidt zich over de huid, vooral bij patiënten met atopisch eczeem, waarbij de huidbarrière niet intact is en de afweer verstoord. Net als bij eczema herpeticum. Er ontstaan echte pokken, die uitbreiden over de huid vanuit de injectie plaats. Het kan zeer uitgebreid worden. Het kan ook ontstaan door besmetting van een atopisch eczeem patiënt door een contact met een ander persoon (relatie, familielid) die net gevaccineerd is. Vroeger, toen iedereen werd ingeënt tegen pokken was het beleid patiënten met (ernstig) atopisch eczeem niet te vaccineren vanwege deze mogelijke complicatie. In de VS is inmiddels een ander, nog meer verzwakt pokken vaccin ontwikkeld (2-dose IMVAMUNE vaccine) dat wel gebruikt kan worden bij atopisch eczeem.

Naast eczema vaccinatum kan ook ontstaan gegeneraliseerde vaccinia infectie (meestal milde infectie, voorbijgaand exantheem), progressieve vaccinia bij personen met een echte afweer stoornis, heftige lokale reacties op de vaccinatie plaats (vaccinia gangrenosum, vaccinia necrosum), en ooginfecties. Een zeldzame complicatie is post-vaccinial encephalitis. Zie ook onder vaccinia.

Niet alleen bij atopisch eczeem kan eczema vaccinatum optreden, ook bij syndromen zoals het Hyper-IgE syndroom (Job’s syndroom), Netherton syndroom, Wiskott-Aldrich syndrome, en bij andere huidaandoeningen met een verstoorde barrière zoals seborroisch eczeem, Darier, Hailey-Hailey, icthyosiform erythroderma, ichthyosis vulgaris, pemphigus vulgaris, pemphigus foliaceus, en bij alle dermatosen met huidbeschadigingen of wonden.

Therapie:
Preventie: bij atopisch eczeem niet vaccineren met ACAM2000 maar met verzwakt IMVAMUNE vaccin. Contact met gevaccineerden vermijden.
Er zijn inmiddels behandelingen mogelijk met immunoglobulinen en met nieuwe antivirale middelen (overleg met de viroloog).


Referenties
1. Beachkofsky TM, Carrizales SC, Bidinger JJ, Hrncir DE, Whittemore DE, Hivnor CM. Adverse events following smallpox vaccination with ACAM2000 in a military population. Arch Dermatol 2010;146:656-661.
2. Bray M, Wright ME. Progressive vaccinia. Clin Infect Dis 2003;36:766-774.
3. Bray M. Pathogenesis and potential antiviral therapy of complications of smallpox vaccination. Antiviral Res 2003;58:101-114.
4. Boguniewicz M, Leung DY. Atopic dermatitis: a disease of altered skin barrier and immune dysregulation. Immunol Rev 2011;242:233-246.
5. Vora S, Damon I, Fulginiti V, et al. Severe eczema vaccinatum in a household contact of a smallpox vaccinee. Clin Infect Dis 2008;46:1555-1561.
6. Reed JL, Scott DE, Bray M. Eczema Vaccinatum. Clin Infect Dis 2012:54(6):832-840.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 T88.1 Overige complicaties na immunisatie, niet elders geclassificeerd: eczema vaccinatum
ICD10 T88.1 Other complications following immunization, not elsewhere classified: eczema vaccinatum
SNOMED 238368001 Eczema vaccinatum
DBC 4 Dermatosen door micro-organismen