De
aarsmade (
Enterobius vermicularis) is
een kleine witte tot geelwitte worm (ca. 5-10 mm) die parasitair voorkomt in
de darmen van de mens. De aarsmade behoort tot de rondwormen en is in Nederland
de meeste voorkomende worminfectie, 60% van de kinderen en 20% van de volwassenen
is ermee besmet. Met name schoolgaande kinderen lopen ze nogal eens op, bv.
in crèches of kleuterscholen. Besmetting vindt plaats van mens tot mens, bij
huisdieren kunnen ze niet overleven.
Aarsmaden leven in onderste deel van de dikke darm en in de blinde darm.
Ze leven ongeveer 8 weken, en leggen hun eitjes op de huid rond de anus. Buiten
het lichaam kunnen de eitjes lang in leven blijven (10-14 dagen), zodat ze via
onder andere speelgoed, meubels, kleding, beddengoed, gebruiksvoorwerpen of
handen weer een andere mens besmetten. De aarsmaden komen vooral 's nachts naar
buiten om eitjes te leggen. Ze veroorzaken dan jeuk rond de anus en schaamlippen.
Ze kunnen ook in de ontlasting worden aangetroffen. Bij hevige infecties komen
ze ook in de vagina voor, waar ze zich echter niet kunnen voortplanten. De wormpjes
zijn onschuldig en veroorzaken alleen jeuk en wat vage darm- en buikklachten.
Wel kan de jeuk sommige mensen uit hun slaap houden. Het krabben kan ontstekingen
en een kapotte huid veroorzaken. De eitjes kunnen worden aangetoond door 's
ochtends voor het douchen een stuk plakband een paar keer op de perianale huid
te plakken en weer los te trekken en vervolgens op een objectglas plakken en
onder de microscoop zoeken naar eitjes.
Therapie:De behandeling bestaat uit eenmalig mebendazol,
wel het hele gezin behandelen. Goede hygiëne is uiteraard ook uit preventief
oogpunt van het grootste belang. Adviezen: handen vaak wassen, vooral na toiletbezoek,
nagels kort knippen. Kleding en wasgoed wassen bij 60 °C, beddengoed luchten,
dagelijks stofzuigen/schoonmaken. Orofaecaal contact via handen voorkomen (kinderen
gesloten pyjama of nauwsluitend ondergoed aantrekken).
R/ mebendazol
1 tab à 100 mg ineens (volwassenen en kinderen), na 14 dagen herhalen.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.