Autosomaal dominante blaarziekte (gen K5, K14), onvoldoende hechting van epidermis
aan dermis, bij mechanische belasting ontstaan blaren. Niveau van splijting
ligt intraepidermaal, in de basale keratinocyten.
![Epidermolysis bullosa simplex (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Epidermolysis bullosa simplex](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-simplex-1z.jpg) |
![Epidermolysis bullosa simplex (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Epidermolysis bullosa simplex](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-simplex-2z.jpg) |
Epidermolysis bullosa simplex |
Epidermolysis bullosa simplex |
EBS beperkt
tot handen en voeten (Weber-Cockayne type)
OMIM
131800
Begint meestal op kinderleeftijd, bij lopen, soms pas op latere leeftijd duidelijk
na forse belasting. Kleine blaren, tot 2 cm doorsnede, omgeven door erythemateuze
halo, op plaatsen van frictie of drukbelasting. Nagels meestal niet aangedaan.
![Epidermolysis bullosa simplex Weber-Cockayne type (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Epidermolysis bullosa simplex Weber-Cockayne type](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-simplex-weber-cockayne-1z.jpg) |
![Epidermolysis bullosa simplex Weber-Cockayne type (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Epidermolysis bullosa simplex Weber-Cockayne type](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-simplex-weber-cockayne-2z.jpg) |
EBS Weber-Cockayne type |
EBS Weber-Cockayne type |
Gegeneraliseerde EBS (Koebner type)
OMIM
131900
Vroeg begin, eerste maanden, soms al bij geboorte. Blaren en erosies op plaatsen
die tijdens de bevalling zijn blootgesteld aan trauma. Daarna minder, nieuwe
lesies op drukplaatsen, vooral in luierstreek. Later bij kruipen op knieen,
bij lopen op voetzolen en enkels, uiteindelijk vooral aan de handen. Bij warm
weer meer last. Zelden orale lesies of nagelafwijkingen. Weinig complicaties,
m.u.v. infecties. De lesies helen vanzelf zonder littekenvorming.
Herpetiforme EBS (Dowling-Meara type)
OMIM
131760
Grote variatie in ernst. Soms al uitgebreide blaarvorming bij neonaten, soms
lethaal. Blaren zijn groter, haemorrhagisch, genezen met achterlaten van milia.
Te warme omgevingstemperatuur luxeert het. Uiteindelijk vooral aan handen en
voetzolen, waarbij ook focale keratoderma ontstaat. De nagels zijn hyperkeratotisch.
In het gelaat, de nek en elders kunnen gegroepeerde, annulair gerangschikte
fijne blaartjes ontstaan, vandaar de naam herpetiform. Blaarvorming in de mondkeelholte
kan optreden (problemen met voeding, heesheid). Op oudere leeftijd wordt het
minder.
EBS + spierdystrofie
OMIM
226670
Uitgebreide blaarvorming, vroeg beginnend, met periunguale blaren, verlies van
nagels, atrofische littekens, verstoorde opbouw tandglazuur, en progressieve
spierdystrophie.
EBS superficialisOppervlakkige
variant (erosies, milia) waarbij niveau blaarvorming net onder stratum corneum
ligt.
![Epidermolysis bullosa simplex (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Epidermolysis bullosa simplex](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-simplex-3z.jpg) |
EBS
superficialis |
Kallin's syndroomWeber-Cockayne type
EBS plus tand en nagelafwijkingen, alopecia, en doofheid.
EBS + mottled pigmentationKoebner type EBS met gehypopigmenteerde
(soms ook gehyperpigmenteerde) 2-5 mm grote maculae op romp en proximale extremiteiten.
Vaak ook palmoplantaire keratosen (2-5 mm).
Therapie EBS: milde vormen: goed zacht schoeisel,
voldoende ruim, ventilerend. Blaren doorprikken, steriel, dak laten zitten.
Bestrijden eventuele infecties. Vermijden warme omgeving. Adviseren m.b.t. beschikbare
verbandmiddelen. Eventueel lokale antiseptica (betadinejodium, chloorhexidine
creme).
Mechanisch geinduceerde blaarvorming op niveau net onder lamina densa van basaalmembraan-zone.
Autosomaal dominant of recessief (ernstiger beeld), mutatie in het gen voor
collageen VII (component van anchoring fibrils). Grote variatie in verschijningsvormen.
Er zijn 4 subtypen van de dominante EB: DEB-1 (gelocaliseerde vorm (vnl. acraal)),
DEB-pr (prurigineuze vorm (pruritus en nodulaire gelichenificeerde laesies)),
DEB-pt (pretibiale vorm), en nagel-DEB. Blaarvorming ontstaat op alle plaatsen
waar de huid blootstaat aan stoten, druk, frictie, of trekkrachten (pleisters).
Geneest met littekenvorming en atrofie; vaak milia zichtbaar; ernstige contracturen
en vergroeiingen kunnen ontstaan aan handen en voeten. Worden vaak al met blaren
geboren. Lesies genezen redelijk snel, maar recidiveren. Jeuk en krabben speelt
daarbij ook een rol. In de loop der jaren verbetering, door beter omgaan met
ziekte en vermijden van trauma. Plaveiselcarcinoom kan ontstaan in de chronisch
ulceratieve gebieden. Vaak subunguale blaarvorming, nageldystrofie en verlies
van nagels. Blaarvorming in de mondkeelholte en oesophagus veroorzaakt pijn,
eetproblemen, contracturen van de mond, fixatie van de tong, caries, oesofagus
hypomobiliteit en stricturen, en reflux. Verder: obstipatie door fissura ani
en verkeerd voedingspatroon, progressieve caries, erosies conjuntiva en cornea,
symblepharon, phimosis, urethrastricturen, postinfectieuze glomerulonefritis,
anemie, malnutritie, groeistoornis.
Therapie: trauma vermijden. Neonaten
voorzichting oppakken, omrollen. Nooit een kind onder de schouders oppakken.
Verbinden met zachte en makkelijk te verwijderen materialen (vaseline gazen,
Mepitel siliconendressing, evt met Aquacel op nattende lesies er onder, Mesoft,
fixeren met zachte tubulaire fixatieverbanden (Tubifast), en beschermende zachte
kleren. Geen adhesieve verbanden gebruiken. Op peuter en kleuterleeftijd beschermen
tegen stoten, m.n. ellebogen en knieen (Foam dressings zoals lyofoam, gefixeerd
met Tubifast, of Tubipad; stootkussens in kleren innaaien). Zacht, soepel, ventilerend
schoeisel. Blaren open knippen en blaardak in situ laten. Bij ontvelling vingers
apart inpakken om vergroeiing te voorkomen. Bij infectie: ligbad met chloorwater,
azijnzuur 1% in water compressen bij pseudomonas, Fucidin (fusidinezuur) crème
of zalf, tetracycline 3% in oculentum simplex, Bactroban (mupirocine) zalf,
chloorhexidine 0.1% mondspoeling. Zalfresten verwijderen met arachide olie.
Bij voedingsproblemen suppletie van vitaminen en ijzer, eventueel maagsonde.
Bij obstipathie lactulose stroop en/of Microlax.
![Dystrofische epidermolysis bullosa (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Dystrofische epidermolysis bullosa](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-dystrophica-2z.jpg) |
![Dystrofische epidermolysis bullosa (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Dystrofische epidermolysis bullosa](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-dystrophica-3z.jpg) |
dystrofische
EB |
dystrofische
EB |
Zie ook
www.debra.nl
Defect in gen voor 3, 3, of 2 subketens van laminine. Splijtingsniveau in lamina
lucida basaalcelmembraanzone. Onder te verdelen in het Herlitz type (lethal
type), meestal leidend tot de dood in de eerste 2 levensjaar, en het benigne
type. Het Herlitz type is aanwezig bij geboorte of ontstaat in eerste dagen.
Aanvankelijk moeilijk te onderscheiden van dystrophica type. Later ontstaan
chronische ulceraties, ook in het gelaat, rond de mond, met hypergranulatie,
en op het hoofd. Mondkeelholte en slokdarm eveneens erosief (pijn, heesheid,
malnutritie, anemie, ademhalings belemmering). Het benigne type begint hetzelfde
maar zonder de hypergranulerende ulcera, malnutritie en anemie. Blaarvorming
wordt geleidelijk minder maar blijft tot op hoge leeftijd bestaan. Verder kunnen
nageldystrofie, alopecia, en afwijkingen aan tanden, ogen, blaas en urethra
optreden.
![Junctional epidermolysis bullosa (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Junctional epidermolysis bullosa](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-junctional-1z.jpg) |
![Junctional epidermolysis bullosa (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Junctional epidermolysis bullosa](../../../afbeeldingen/epidermolysis-bullosa-junctional-2z.jpg) |
junctional
EB |
junctional
EB |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.