Epididymitis is een acute of chronische ontsteking
van de epididymis met (eenzijdige) zwelling, scrotale roodheid, pijn en soms
gepaard gaande met pyurie of urethritis. Wordt (bij jonge mannen) vaak door
Chlamydia veroorzaakt (ICD10 A56.1), of door
gonorroe (ICD10 A54.21). Zie ook onder
chlamydia en
gonorroe. Het kan voorkomen als complicatie
bij urethritis; bij bacteriurie; bij systemische infecties, t.g.v. traumata
en soms t.g.v. medicatie (o.a. amiodarone). Bij chronische epididymitis: cave
onderliggend lijden, b.v. chronische prostatitis. Complicaties: abcesvorming
en infarcering v.d. testis resulterend in gangreen. Infertiliteit bij dubbelzijdige
epididymitis.
Meest voorkomende verwekkers: |
Prepubertale mannen: Coliformen,
Pseudomonas aeruginosa, M. tuberculosis en idiopatisch.
Cave anatomische anomaliën en hematogene verspreiding van infecties
van andere origine.
Puberteit tot 35 jaar:
Chlamydia trachomatis, N. gonorrhoea, soms coliformen,
Pseudomonas aeruginosa, Mycobacteriën. Predisponerende
factoren: SOA.
Mannen > 35 jaar:
Coliformen, Pseudomonas aeruginosa, soms Chlamydia, gonorroe,
Mycobacteriën, H. influenza. Predisponerende factoren:
chronische prostatitis (coliformen, Pseudomonas aeruginosa)
en urogenitale pathologie.
Zeldzamere verwekkers:
TBC (vaak dubbelzijdige epididymitis), verder S. pneumoniae,
Brucella, N. menigitidis, T. pallidum
en vele anderen. Ook Histoplasma, coccidiomycose en cryptococcosis.
Mogelijk zou Trichomonas vaginalis nog een rol kunnen spelen. |
DD: Torsio testis (cave na 4 uur infarcering!), testiscarcinoom,
hydrocèle, spermatocèle, varicocèle en hernia.
Therapie:
Bij verdenking op epididymitis ICC urologie. Indien dat niet op korte termijn
mogelijk is, na afname van materiaal voor SOA-onderzoek blind starten met antibiotica:
R/ ceftriaxon 250 mg i.m., gevolgd door doxycycline 2 dd 100 mg gedurende
10 dagen.
R/ cotrimoxazol 2 dd 960 mg (2 dd 2x480 mg), i.v.m. mogelijke gonorroe
eerste 3 dagen dubbel doseren. Eventueel nog 1 week langer continueren.
Ondersteunende
maatregelen: bedrust, koelcompressen, suspensoir. Eventueel corticosteroïden
oraal (bij dreigende afsluiting zaadleiders), antiflogistica, analgetica. Bij
pyurie en koorts tobramycine i.v.
Partner: behandelen op geleide van SOA-onderzoek.
Controle: op geleide klinisch beeld; controlekweken.
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.