Erythema nodosum migrans (synoniem: subacute nodular
migratory panniculitis, Vilanova disease, chronic erythema nodosum) is waarschijnlijk
een chronisch recidiverende variant van
erythema nodosum. Het is niet zeker
of dit een aparte entiteit genoemd moet worden. De aandoening is voor het eerst
beschreven in 1954, en later door Vilanova and Aguade in 1956. Het komt voornamelijk
voor bij vrouwen van 30-60 jaar. Het is net als bij erythema nodosum een panniculitis, vooral
gelokaliseerd aan de voorkant van de onderbenen. De oorzaak is onbekend. Het
kan gepaard gaan met keelpijn, malaise, koorts en gewrichtsklachten, een enkele
keer wordt een streptokok geïdentificeerd als oorzaak. De laesies kunnen uitbreiden
aan de randen en migreren in weken tot maanden, dit in tegenstelling tot erythema
nodosum, dat vaak weer verdwijnt.
DD:
erythema
nodosum,
erythema induratum,
panniculitis nno,
lupus panniculitis,
erythema nodosum leprosum,
vasculitis
nno,
abcessen en
furunkels, alpha1-antitrypsine deficiency-induced panniculitis.
Diagnostiek:BSE, algemeen bloedbeeld, keelkweek, AST
en anti-DNAse B, TSH, ANA, X-thorax. Zonodig een biopt. Zie verder onder
erythema
nodosum.
Therapie:Behandeling is niet altijd nodig.
Eventueel intralesionale corticosteroiden. Dapson en kaliumjodide worden ook
genoemd.
R/ Kalium jodide 3 dd 300-500 mg
R/ Dapson 1 dd 50-100 mg.
R/ Kenacort 40 intralesionaal eens in de 4-6 weken.
Referenties
1. |
Bafverstedt B. Erythema nodosum migrans.
Acta Derm Venereol 1954;34(3):181-193. |
2. |
Vilanova X, Pinol Aguade J. Subacute Nodular
Migratory Panniculitis. Br J Dermatol 1959;71(2):45-50. |
3. |
Ross M, White GM, Barr RJ. Erythematous plaque
on the leg. Vilanova's disease (subacute nodular migratory panniculitis).
Arch Dermatol 1992;128(12):1644-1645, 1647. |
4. |
Lee UH, Yang JH, Chun DK, Choi JC. Erythema
nodosum migrans. J Eur Acad Dermatol Venereol 2005;19(4):519-520. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.