Een
eccrien poroom (poroma eccrinum, eccrine poroma)
is een benigne epitheliale tumor, uitgaande van de zweetklierafvoergang en kan
dus gerangschikt worden onder de
adnextumoren.
De meest voorkomende vorm van een eccrien poroom is een solitaire tumor onder
de voet. Histologisch kunnen buisstructuren worden aangetroffen, passend bij
de origine (distale deel zweetklier afvoergang), en zweet secernerende eccriene
cellen. Ook apocriene cellen kunnen voorkomen (
apocrien poroma).
Tumortjes uitgaande van de distale afvoergang worden ook wel
acrospiroma
genoemd. Eccrine poroma komt uit deze groep het meest voor. Het is niet bekend
waardoor poroma ontstaat. Er is geen familiaire factor. Het kan in een
naevus sebaceus ontstaan.
Acrospiromata:- poroma (eccrine poroma, apocrine poroma)
-
dermal duct tumor (dermaal gelegen
eccrien poroom)
-
hidroacanthoma simplex (intra-epidermaal gelegen eccrien
poroom)
- nodular
hidradenoma
Hidroacanthoma simplex oftewel intraepidermaal
poroma is een poroma met nestjes cuboide cellen met buisvormige differentiatie,
beperkt tot de epidermis, zonder betrokkenheid van de dermis. Een
dermal duct tumor (intradermal poroma) is een scherp begrensd
poroma, geheel in de dermis liggend.
Klinisch beeld eccrien poroom:
Huidkleurige nodi of papels, meestal < 2 cm, soms gepigmenteerd. De lesies
zitten meestal (60-70%) op de voetzolen, soms aan de zijkant van de voet, soms
op de handpalmen. Soms op andere plaatsen (nek, neus, gelaat, hoofdhuid, andere
plaatsen op het lichaam). Meestal vanaf 40 jaar. Een zeldzame variant is eccrine
poromatosis waarbij multipele (>100) papels aanwezig zijn. Een eccrine poroma
kan maligne ontaarden (malignant poroma,
porocarcinoom) en deze kunnen zelfs metastaseren,
maar dit is extreem zeldzaam. Poromata groeien langzaam en geven meestal geen
klachten, soms pijn. Omdat ze uitsteken boven de huid zijn ze soms door druk
beschadigd (erosies, ulceraties). Bij pijnklachten denken aan een porocarcinoom.
DD: naevi,
naevus sebaceus,
basaalcelcarcinoom,
plaveiselcelcarcinoom,
eccrien syringofibroadenoom,
porocarcinoom,
Merkel cell carcinoma,
leiomyoma,
granuloma pyogenicum,
verruca seborroica,
acraal fibrokeratoom,
Koenense tumor,
fibroma,
dermatofibroom,
clear cell acanthoma,
neurofibroom,
(
amelanotisch)
melanoma, andere
adnex tumortjes,
trichilemmoma, cysten, vaattumoren,
angioma,
Kaposi sarcoma,
verruca vulgaris,
callus,
clavus.
Therapie:Excisie van de laesie in toto, met een krappe
marge.
Referenties
1. |
Pinkus H, Rogin James R, Goldman P. Eccrine
poroma: tumors exhibiting features of epidermal sweat duct unit.
Arch Dermatol 1956;74:511-521. |
2. |
KakinumaH, MiyamotoR, IwasawaU, BabaS, SuzukiH.
Three subtypes of poroid neoplasia in a single lesion. Eccrine poroma,
hidroacanthoma simplex, and dermal duct tumor. Histologic, histochemical,
and ultrastructural findings. Am J Dermatopathol 1994;16:66-72. |
3. |
Goldmer R. Eccrine poromatosis. Arch Dermatol
1970;101:606-608. |
4. |
Wong MW, Tse GM. Eccrine poroma: a differential
diagnosis in chronic foot lesions. Foot Ankle Int 2003;24:789-792. |
5. |
Harvell JD, Kerschmann RL, LeBoit PE. Eccrine
or apocrine poroma? Six poromas with divergent adnexal differentiation.
Am J Dermatopathol 1996;18:1-9. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.