Een
furunkel is een acute necrotiserende pijnlijke
ontsteking uitgaande van een haarfollikel. Meestal veroorzaakt door
S. aureus,
bij uitzondering ook
S. epidermis. Een furunkel is een enkelvoudige
laesie, is het gedissemineerd dan heet het
furunculosis
en als er twee of meer samenvloeien tot 1 grote ontsteking maar met separate
puskopjes dan heet het een
karbunkel (carbuncle,
negenoog). Meestal ontstaat er centraal necrose (necrotische prop) en verweking
waarna het abces openbarst. Een incisie op het juiste moment kan de pijn verlichten.
Door autoinoculatie kunnen andere haarfollikels betrokken raken.
Men
spreekt van
furunculose bij meer dan 4 furunkels tegelijk
of meer dan 4 furunkels per jaar. Bij recidiverende furunculose onderzoek doen
naar de algehele conditie en naar factoren die de weerstand kunnen verslechteren
(HIV, hematologische aandoeningen met leukopenie of leukocytendysfunctie, diabetes,
anemie, ijzergebrek, obesitas, ondervoeding, deficiënties, SLE, immuunsuppressie,
congenitale immuundeficiënties, atopisch eczeem, nierinsufficiëntie, etc). Maatregelen
gericht op het reduceren van de hoeveelheid stafylokokken op de huid zijn zinvol.
Patiënten met overgewicht hebben een verhoogd risico op furunculose; vooral
in de plooien. Hyperhidrosis en slechte hygiëne verhogen het risico op infecties.
Soms ontstaat een beeld dat lijkt op hidradenitis suppurativa. Een deel van
de patiënten waarbij de diagnose hidradenitis suppurativa, subtype met multipele
abcessen (Hurley I) wordt gesteld heeft in feite furunculosis bij overgewicht.
Bij recidiverende infecties eventueel onderzoek op
Stafylokokken dragerschap
(kweken afnemen van neus, keel en perineum) en proberen dit te behandelen. Bij
veel recidieven ook de familieleden onderzoeken en behandelen, en de thuissituatie
inventariseren.
|
|
furunculosis |
furunkel |
|
|
furunkel |
karbunkel |
Therapie:Laten rijpen, zonodig incisie of necrotische
prop verwijderen. Lokale hygiënische maatregelen, eventueel antiseptische middelen
(Betadine jodium scrub, wassen met antiseptische zeep, na incisie huid beschermen
met fusidine zalf of jodiumzalf).
R/ Fucidin crème, zalf of gazen.
R/
Chloorhexidine crème 1% FNA.
R/ Betadine jodium scrub of Hibiscrub.
R/
Unicura antiseptische zeep.
R/ Bactroban (mupirocine) neuszalf (3 g).
Antibiotica:Behandeling met antibiotica is niet altijd
nodig. Wel in ernstige gevallen. O.a. bij lymfangitis, koorts, furunculose,
karbunkel, en furunkels op de neus of in het gelaat (kans op trombose sinus
cavernosus, niet incideren), verminderde weerstand, endocarditis risico, kunstgewrichten.
R/ flucloxacilline 4 dd 500 mg gedurende 7 dagen. Kinderen: 4 dd 10 mg/kg.
R/ clindamycine 3 dd 600 mg gedurende 7 dagen. Kinderen: 2 dd 7.5 mg/kg.
R/ claritromycine 2 dd 500 mg gedurende 7 dagen.
R/ azitromycine 1 dd 500
mg gedurende 7 dagen.
Alternatieven:R/
erytromycine 4 dd 500 mg gedurende 7 dagen.
R/ cefuroximaxetil 2 dd 250 mg
gedurende 7 dagen.
R/ co-trimoxazol 2 dd 960 mg gedurende 7 dagen.
R/
rifampicine 2 dd 600 mg gedurende 5 dagen, herhalen iedere 3 maanden.
Suppleties bij deficiënties:R/ ferrofumaraat 3 dd 200
mg gedurende 4 weken bij ijzertekort.
R/ zinksulfaat 3 dd 200 mg.
R/ vitamine
C (ascorbinezuur) 1 dd 500 mg.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.