Familial cold autoinflammatory syndrome (
FCAS,
familiaire koude urticaria, familiaire polymorfe koude eruptie) is een zeldzame
auto-inflammatoire aandoening, behorend tot de subgroep
periodieke koorts syndromen. Tot deze subgroep, ook wel
cryopyrin-associated
periodic syndromes (CAPS) genoemd, behoren ook het
Muckle-Wells syndroom en
neonatal-onset multisystem
inflammatory disease (NOMID) (synoniem: chronic infantile neurological
cutaneous articular syndrome (
CINCA)). Zie ook het
overzicht
auto-inflammatoire
aandoeningen.
Klinisch beeld:Bij het familiale
koude auto-inflammatoire syndroom kunnen huidafwijkingen voorkomen, namelijk
een aanvalsgewijs optredende
jeukende, branderige huiduitslag,
in combinatie met
koorts en
pijnlijke
gewrichten. Deze klachten kunnen worden
uitgelokt
door blootstelling aan koude. Het kan ontstaan binnen 10 minuten
maar ook pas na 8 uur. De huiduitslag begint meestal aan de armen en de benen
en breidt vervolgens uit naar de romp en de rest van het lichaam. Meestal is
het een maculeus of papuleus erytheem, of urticaria, soms worden ook petechiën
gezien. De koorts kan enkele uren tot enkele dagen aanhouden. Andere klachten
tijdens een aanval kunnen zijn spierpijn, hoofdpijn, malaise, zweten, dorst,
misselijkheid en conjunctivitis. Het syndroom is autosomaal dominant overerfelijk
en veroorzaakt meestal al vanaf het eerste levensjaar of zelfs al vanaf de geboorte
klachten.
Pathogenese:FCAS wordt veroorzaakt door
mutaties in het
NLRP3 (of NLRP12) gen. NLRP3 (NOD-,
LRR- and pyrin domain-containing protein 3) is een intracellulair eiwit, onderdeel
van het innate immune system, dat in staat is om signalen (moleculaire patronen)
te herkennen die ontstaan bij infectie, celschade, of irriterende chemicaliën.
Bij activatie ontstaat het NLRP3 inflammasoom, en daardoor, via een mechanisme
waar caspase-1 bij betrokken is, komen de pro-inflammatoire cytokines IL-1β
en IL-18 vrij. En gaan cellen in apoptose (celdood, gasdermin D-mediated pyroptotic
cell death). Het is niet precies bekend via welk mechanisme de mutatie leidt
tot gevoeligheid voor koude.
DD:
koude urticaria, andere
cryopyrin-associated periodic
syndromes zoals
Muckle-Wells syndroom (met doofheid) en neonatal-onset multisystem
autoinflammatory disease, andere
koude-geïnduceerde
aandoeningen.
Diagnostiek:De diagnose wordt
gesteld op het klinisch beeld. Er zijn 6 criteria geformuleerd, bij 4 of meer
is de diagnose waarschijnlijk:
• |
recidiverende perioden van koorts en exanthemen na blootstelling
aan koude |
• |
autosomaal dominant |
• |
begonnen voor leeftijd van 6 maanden |
• |
duur van de aanvallen meestal < 24 uur |
• |
conjunctivitis tijdens aanvallen |
• |
afwezigheid van doofheid, zwellingen rond de ogen, lymfadenopathie
en serositis |
In aanvulling op de kliniek kan er DNA diagnostiek worden gedaan. Het is
gebruikelijk om de patiënt hiervoor te verwijzen naar de klinisch geneticus.
Therapie:Voorkomen van blootstelling aan kou. Bij aanvallen
rust houden en warm houden, vaak ook kortdurend systemische steroïden. Omdat
de klachten bij het familial cold autoinflammatory syndrome vooral ontstaan
door het vrijkomen van
interleukine 1 (IL-1) kan het
worden behandeld met
interleukine-1 receptor antagonisten
zoals anakinra, canakinumab, en rilonacept.
R/ NSAID.
R/ prednisolon
1 dd 0.5-1 mg/kg kortdurend tijdens aanvallen.
R/ Ilaris (canakinumab), 150
mg subcutaan iedere 8 weken bij gewicht > 40 kg; 2 mg/kg bij gewicht tussen
15 en 40 kilo. Bij onvoldoende effect na 7 dagen kan een tweede injectie worden
gegeven. Soms is 300 mg c.q. 4 mg/kg nodig elke 8 weken.
R/ Kineret (anakinra).
Volwassenen en kinderen ≥ 8 maanden en ≥ 10 kg lichaamsgewicht: begindosis 1-2
mg/kg/dag s.c. Bij lichte vorm van CAPS (FCAS, licht MWS) kan de begindosering
vaak als onderhoud worden gehandhaafd. Bij ernstige CAPS (MWS en NOMID/CINCA)
kunnen binnen 1-2 maanden hogere doses nodig zijn; de gebruikelijke onderhoudsdosering
is 3-4 mg/kg/dag, tot maximaal 8 mg/kg/dag.
R/ Regeneron (rilonacept). Startdosis:
320 mg (4.4 mg/kg) s.c., daarna 1 keer per week 160 mg (2.2 mg/kg). Niet meer
in Nederland geregistreerd.
Referenties
1. |
Ross JB, Finlayson LA, Klotz PJ, Langley
RG, Gaudet R, Thompson K, Churchman SM, McDermott MF, Hawkins PN.
Use of anakinra (Kineret) in the treatment of familial cold autoinflammatory
syndrome with a 16-month follow-up. J Cutan Med Surg 2008;12(1):8-16. |
2. |
Goldbach-Mansky R, Shroff SD, Wilson M, Snyder
C, Plehn S, Barham B, Pham TH, Pucino F, Wesley RA, Papadopoulos
JH, Weinstein SP, Mellis SJ, Kastner DL. A pilot study to evaluate
the safety and efficacy of the long-acting interleukin-1 inhibitor
rilonacept (interleukin-1 Trap) in patients with familial cold autoinflammatory
syndrome. Arthritis Rheum 2008;58(8):2432-2442. |
3. |
Walsh GM. Canakinumab for the treatment of
cryopyrin-associated periodic syndromes. Drugs Today (Barc) 2009;45(10):731-735. |
4. |
Soriano A, Soriano M, Espinosa G, Manna R,
Emmi G, Cantarini L, Hernández- Rodríguez J. Current Therapeutic
Options for the Main Monogenic Autoinflammatory Diseases and PFAPA
Syndrome: Evidence-Based Approach and Proposal of a Practical Guide.
Front Immunol 2020;11:865.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.