Een
perianale fistel is volgens de chirurgische definitie
een fistel (tunnel) of holte bekleed met granulatieweefsel waarvan de primaire
opening (het begin) in het anale kanaal ligt, en de secundaire opening in de
perianale huid. Er kunnen vertakkingen zijn, zijtakken, die alle kanten op gaan.
In dezelfde regio kunnen andere fistels en holten ontstaan, die NIET in verbinding
staan met het anale kanaal zoals hidradenitis suppurativa, sinus pilonidalis,
geïnfecteerde en geruptureerde cysten en abcessen. Het onderurgery
E-learningscheid is niet altijd
duidelijk. Patiënten met hidradenitis op de billen kunnen bijvoorbeeld centimeters
lange fistelkanalen in de huid hebben, die te vervolgen zijn tot perianaal,
en die daar vervolgens naast het rectum de diepte ingaan. Deze fistels kunnen
wel of niet een verbinding hebben met het anale kanaal. Is er een verbinding
dan heet het een perianale fistel, is er geen verbinding dan heet hetzelfde
pathologische probleem opeens hidradenitis suppurativa. Dit is erg verwarrend.
Om verwarring te voorkomen is het beter om alleen begrippen als fistel of abcesholte
te hanteren, met een beschrijving van de lokatie en of er een verbinding is
met het anale kanaal.
De perianale fistel die begint in de anus wordt beschouwd als het late
gevolg van een cryptoglandulaire infectie die resulteert in een perirectaal
abces dat perforeert naar de huid. De reden dat fistels niet genezen, is dat
er epitheel naar binnen groeit. De behandeling van fistels is chirurgisch. Hierbij
moet de gehele fistel worden verwijderd inclusief de epitheliale bekleding.
Vanwege de locatie bij de anus kan dit erg lastig zijn. De fistels groeien de
diepte in, zijn lastig toegankelijk voor chirurgie en er is kans op het beschadigen
van de sfincter. Blootleggen (deroofing) waarbij de bodem blijft staan kan soms
ook. Vaak worden echte perianale fistels behandeld met de Seton-methode (Setonse
drain). Hierbij wordt een dikke niet resorbeerbare draad (kunsttof slang) d.m.v.
een sonde door de fistelgang geleid. De sonde met de draad komt via de fistelgang
dan door een andere opening of via de anus naar buiten. Het Seton-draadje wordt
dichtgeknoopt. Het Seton-draadje zorgt ervoor dat pus altijd kan afvloeien via
de fistelgang zodat de kans op het vormen van nieuwe fistelgangen en of abcessen
zo veel mogelijk wordt beperkt. De patiënt moet elke dag aan dit draadje trekken
(tractie), waardoor het langzaam door de weefsels snijdt. Soms wordt de draad
bij controles iedere keer strakker geknoopt. Achter het draadje granuleert de
fistelgang langzaam dicht met nieuw granulatieweefsel. Op den duur trekt de
patiënt het draadje eruit en is de fistel genezen. Deze methode werkt niet altijd
en er kunnen complicaties zoals incontinentie optreden. Anti-inflammatoire medicatie
zoals antibiotica of TNF-alpha remmers worden vrijwel niet toegepast bij perianale
fistels; ze remmen wel de ontsteking een beetje maar zijn geen definitieve oplossing.
Perianale fistels komen vaak voor (mannen 12.3 per 100.000, vrouwen 8.6
per 100.000). De oorzaak van perianale fistels is meestal een anorectaal abces,
andere oorzaken zijn de ziekte van Crohn, trauma, fissura ani, diverticulitis,
carcinomen, radiotherapie, perianale infecties, SOA (LGV, Chlamydia). De fistels
worden ingedeeld in intersphincterisch, transsphincterisch, suprasphincterisch
en extrasphincterisch.
Diagnostiek:Inspectie en
palpatie. Proctoscopie. Echo, MRI, CT scan. Fistulogram. Exploratie van de fistelgang
met een knop sonde (onder narcose). Onderzoek naar aanwezigheid ziekte van Crohn.
Therapie:Perianale fistels worden behandeld door de
chirurg. Bijvoorkeur door een chirurg die ervaring heeft opgebouwd in het behandelen
van perianale fistels.
Excisie van
de fistel (fistulotomie, fistulectomie).
Plaatsen
Seton drain.
Mucosal advancement
flap.
Pluggen en lijmen (fibrine lijm) worden soms geprobeerd maar zijn niet erg effectief.
Referenties
1. |
Williams JG, Farrands PA, Williams AB, et
al. The treatment of anal fistula: ACPGBI position statement. Colorectal
Dis 2007 Oct. 9 Suppl 4:1850. |
2. |
Phillips J, Lees N, Arnall F. Current management
of fistulainano. Br J Hosp Med (Lond) 2015;76(3):142, 144147. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.